Het doel van het onderzoek is antwoorden te vinden op de volgende hypotheses:1. Verschillen in executieve functies voor het ontstaan van probleemgebruik voorspellen alcohol en rookgedrag.2. Na het ontstaan van overmatig drinken/roken worden de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
verslaving
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De variabelen die onderzocht zullen worden zijn o.a.:
- frequentie van alcohol gebruik
- frequentie van roken
- mate van alcohol gebruik
- mate van roken
- probleemdrinken
- scores op executieve functie computertaken
- scores op impliciete cognitie computertaken
- verwachtingen en attitudes
- motivatie
- sociale betrokkenheid
- het al dan niet beschikken over specifieke polymorfismen
Secundaire uitkomstmaten
nvt
Achtergrond van het onderzoek
Alcoholgebruik onder adolescenten is een belangrijke risicofactor omdat het
gerelateerd is aan probleemdrinken en alcoholisme op latere leeftijd. Bovendien
hebben recente studies een verontrustend beeld getoond wat betreft de
toenemende alcoholconsumptie onder Nederlandse jongeren. Het is daarom
uitermate belangrijk om de determinanten van alcoholgebruik in de adolescentie
in kaart te brengen. Een tweede belangrijk verslavend middel waar veel jongeren
mee in aanraking komen is roken. Naast alcohol willen wij het onderzoek ook op
roken richten. Tot op heden werden rationele processen als een belangrijke
oorzaak van middelengebruik gezien. Men kiest er immers zelf voor om aan de
drank te gaan (of te gaan roken). Toch gaan veel verslaafden door met het
gebruik van alcohol ook al weten ze dat het niet goed voor hen is. Deze paradox
zou verklaard kunnen worden door het onderzoek naar impliciete cognitie. De
essentie van dit onderzoek is dat gedrag voor een deel veroorzaakt wordt door
processen die niet geheel bewust hoeven te zijn. Als we verslavingsgedrag dus
willen onderzoeken, zullen we naast expliciete ook impliciete processen moeten
erkennen. In dit onderzoek willen wij dan ook naast expliciete processen
impliciete processen bij jongeren onderzoeken in relatie tot verslavingsgedrag.
Naast gedrag spelen genetische factoren ook een rol in het ontstaan van
verslavingsgedrag. Bepaalde polymorfismen zouden een predispositie creeren voor
het beginnen met een verslaving. Daarom zouden wij graag ook een genetisch
aspect aan het onderzoek willen toevoegen, zodat we kunnen onderzoeken of
bepaalde genen geassocieerd kunnen worden met drankgebruik.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is antwoorden te vinden op de volgende hypotheses:
1. Verschillen in executieve functies voor het ontstaan van probleemgebruik
voorspellen alcohol en rookgedrag.
2. Na het ontstaan van overmatig drinken/roken worden de automatische processen
die trek in alcohol/roken veroorzaken sterker.
3. We verwachten dat dit het snelst gaat bij individuen die een patroon van
overmatig drinken/roken ontwikkelen door cross-sensitizatie.
4. Na het ontstaan van overmatig drinken wordt de ontwikkeling van executieve
functies beschadigd (dat wil zeggen, mensen die niet overmatig drinken zullen
een meer stijgende lijn in scores op executieve functies laten zien). Vanwege
het feit dat er geen onderzoek is gedaan naar de effecten van nicotine op
executieve functies, hebben we geen specifieke hypothesen over het effect van
nicotine op executieve functies, na te controleren voor de effecten van
alcoholgebruik.
5. We verwachten dat de associaties tussen drinken en roken en opwinding
sterkere voorspellers zijn van drinken en roken in de toekomst bij individuen
die laag scoren op executieve functies dan bij individuen die hoog scoren op
executieve functies.
6. Negatieve ervaringen met alcohol voorspellen negatieve expliciete
verwachtingen en motivatie om het drinken te veranderen.
7. Overmatig drinken verlaagt de motivatie voor ander gedrag (bijvoorbeeld
sport en hobbies) en sociale relaties.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek zal bestaan uit 4 sessies. Tussen de sessies zal een half jaar
zitten. In het onderzoek zal aan de proefpersonen worden gevraagd deel te nemen
aan alle 4 de sessies. Deelname betekent dat elke proefpersoon tijdens elke
sessie vragenlijsten invult en computertaken doet. Bovendien zal tijdens de
eerste sessie van elke proefpersoon genetisch materiaal (speeksel) verzameld
worden via oragene potjes. Hiervoor is het voldoende dat de deelenemers een
kleine hoeveelheid speeksel in het potje spugen. Dit genetisch materiaal zal
geanalyseerd worden op de aanwezigheid van specifieke polymorfismen. De
uiteindelijke keuze voor specifieke polymorfismen zal gedaan worden aan de hand
van de op dat moment in de wetenschap geidentificeerde polymorfismen die van
belang zijn voor alcohol en rook gebruik.
Inschatting van belasting en risico
Zoals beschreven in het ABR formulier is er geen sprake van risico en slechts
een heel geringe belasting. De reden is dat proefpersonen geen invasieve
ingreep ondergaan, en slechts gevraagd worden vragenlijsten in te vullen en
computertaken te doen elke sessie, en een keer speeksel in te leveren. Dat
laatste gebeurt via het verzamelen van een kleine hoeveelheid speeksel dat door
de deelnemers in oragene potjes gespuugd kan worden.
Publiek
Montessorilaan 3
6525 HR Nijmegen
NL
Wetenschappelijk
Montessorilaan 3
6525 HR Nijmegen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
jongens en meisjes 12, 13, 14 en 15 jaar oud
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
nvt (jongeren niet 12-15 jaar)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL16827.097.07 |