Analyse van risico factoren vroeg in de zwangerschap voor het voorspellen van zwangerschapscomplicaties en gevolgen op oudere leeftijd

Ondanks toegenomen diagnostische en therapeutische mogelijkheden blijft de
maternale mortaliteit toenemen, is de maternale morbiditeit onbekend en is de
perinatale sterfte niet gedaald de laatste 10 jaar. Deze
zwangerschapscomplicaties zijn complex ziekten en van onbekende ontstaanswijze.
Interactie van moederlijke, en vaderlijke genen en omgevings factoren spelen
een belangrijke rol.
Preeclampsia is in Nederland de meest voorkomende oorzaak van maternale
sterfte. Door de onbekende oorzaak is geboorte van het kind de enige rationele
behandeling met als gevolg iatrogene vroeggeboorte en hoge neonatale
morbiditeit en mortaliteit. Preeclampsie is een multi-orgaan ziekte, specifiek
voor de zwangerschap, en wordt gekenmerkt door hoge bloeddruk en eiwitverlies
in de urine.

Door inzicht in de ontstaanswijze van ziekten vroeg in de zwangerschap of reeds
vóór de zwangerschap kunnen de moederlijke en kinderlijke (foetale) morbiditeit
en mortaliteit worden gereduceerd en dus worden voorkomen. Vervolgens zullen we
de hypothese toetsen dat zwangerschap een *stress* test is voor ziekten die
latere leeftijd zoals het ontstaan van cardiovasculaire aandoeningen.

Het onderzoek is gericht op het vaststellen van factoren die betrokken zijn bij
de ernstige zwangerschapcomplicaties (preeclampsie en groeivertraging) die in
het begin van de zwangerschap ontstaan. Deze zwangerschaps complicaties zijn
geassocieerd met cardiovasculaire aandoeningen op latere leeftijd. Wij testen
de hypothese dat biede ziekten een gemeenschappelijke pathogenese hebben nl
atheroscerose.
Door toename aan inzicht in de pathogenese van deze aandoeningen zouden deze
ziekten in de toekomsten kunnen worden voorkomen (primaire preventie).

Alle vrouwen die de polikliniek Verloskunde en Vrouwenziekten bezoeken voor
preconceptionele counseling of vóór de 15de zwangerschapsweek zullen gevraagd
worden voor deelname. De zwangerschappen van deze vrouwen zullen longitudinaal
gevolgd worden.
Vrouwen die tijdens de zwangerschap met de verdenking op preeclampsie en/of
groeivertraging worden tot 6 weken na de bevalling gevolgd. Vrouwen zullen
geidentificeerd worden als cases, een controle groep wordt tevens
geidentificeerd, alle overige gegevens worden volledig geanonimiseerd.

Er zal éénmaal bij de aanstaande moeder 2 buizen bloed (extra) worden afgenomen
tijdens de reguliere bloedafname éénmaal een buis bloed bij de aanstaande
vader. Er wordt éénmaal bij de aanstaande moeder urine verzameld. Bij de
aanstaande moeder zal een routine foetaal echografisch onderzoek plaats vinden
(reguliere zorg).
Tijdens de bevalling zal er navelstrengbloed worden afgenomen.

Er zijn voor de deelnemer geen risico*s verbonden door deelname aan dit
onderzoek.