Het project heeft als doel meer inzicht te verkrijgen in de pathofysiologische processen na letsel en het daardoor ontstaan van orgaanfalen. De hypothese is dat voor het ontstaan van orgaanfalen altijd twee componenten noodzakelijk zijn, te weten…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
Trauma, immuunsysteem en longaandoeningen
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire parameter: Activatie van neutrofiele granulocyten (receptor profielen)
en longeiwitten in de circulatie.
Primair eindpunt: Ontstaan van ARDS
Secundaire uitkomstmaten
Secondaire eindpunten:
Mate van trauma (HTTSS / NISS / Bloedgas bij opname)
Verschil tussen penetrerend en stomp letsel
Achtergrond van het onderzoek
Trauma is de belangrijkste oorzaak voor morbiditeit en mortaliteit bij personen
onder de 50 jaar. Mordibiteit en mortaliteit kunnen een direct gevolg zijn van
de verwondingen, of indirect door post-traumatische complicaties zoals
orgaanfalen. De huidige therapie voor orgaanfalen bestaat uit
symptoombestrijding. Preventie van orgaanfalen is essentieel voor een reductie
morbiditeit en mortaliteit. Echter, tot op heden bestaat hier geen goede
methode voor, deels doordat de pathofysiologische processen die ten grondslag
liggen aan het ontstaan van orgaanfalen niet bekend zijn. Meer inzicht in deze
processen is noodzakelijk.
Voor het ontstaan van orgaanfalen zijn twee factoren noodzakelijk: lokale
endotheel activatie of schade EN systemische inflammatie. Longfalen (ARDS) is
een frequente complicatie bij ernstig thorax trauma. Wanneer een patiënt een
thorax trauma heeft, is altijd een bepaalde mate van lokale schade en
systemische inflammatie aanwezig. Het ontstaan van ARDS is dus afhankelijk van
de combinatie tussen systemische inflammatie en lokale schade. Deze vorm van
orgaanfalen (ARDS) wordt voornamelijk gemedieerd door neutrofiele granulocyten.
Wij hebben receptor expressie profielen van neutrofiele granulocyten opgesteld.
Deze profielen reflecteren de systemische inflammatoire status van de patiënt.
De lokale (micro)schade kan worden geanalyseerd middels longspecifieke
eiwitten.
Doel van het onderzoek
Het project heeft als doel meer inzicht te verkrijgen in de pathofysiologische
processen na letsel en het daardoor ontstaan van orgaanfalen. De hypothese is
dat voor het ontstaan van orgaanfalen altijd twee componenten noodzakelijk
zijn, te weten systemische inflammatie en lokale endotheel/epitheel
(weefsel)schade. De centrale hypothese is dat er een dosis respons relatie
bestaat tussen de mate van trauma en de mate van inflammatie/schade. Klinische
symptomen treden pas op wanneer beide factoren een drempelwaarde hebben
overschreden. In deze studie is een patiëntenpopulatie gekozen (thorax trauma)
waarin beide factoren altijd in een bepaalde mate aanwezig zijn. Dit resulteert
in de volgende vraagstellingen:
PRIMAIRE VRAAGSTELLING:
Is er een synergie tussen inflammatie en weefselschade tijdens het ontstaan van
ARDS?
SECUNDAIRE VRAAGSTELLINGEN:
Is er een relatie tussen de klinische score voor letselernst en de mate van
inflammatie en/of weefselschade?
Is de oorzaak van trauma (penetrerend of stomp) van invloed op de inflammatoire
respons?
Onderzoeksopzet
Patiënten, opgenomen met een geïsoleerd thorax trauma (stomp of penetrerend),
worden geïncludeerd. Informed consent van de patiënt of de wettelijk
vertegenwoordiger wordt zo snel mogelijk verkregen. De ernst van het trauma
wordt gescoord met verschillende scorings systemen (ISS, NISS, HTTSS). Tijdens
de opname wordt het ontstaan van pulmonale complicaties en extra-pulmonaal
orgaanfalen gedocumenteerd. Deze klinische start- (traumascore) en eindpunten
(complicaties) worden geanalyseerd in de context van receptor expressie
profielen van neutrofiele granulocyten (inflammatoire score) en de mate van
lokale schade.
Bij opname wordt tijdens de reguliere laboratorium afname 5 ml Natrium-Heparine
bloed apart gezet. Drie en zes uur na het trauma worden additionele
bloedmonsters (5 ml Natrium-Heparine) afgenomen. Vierentwintig uur na het
trauma wordt een laatste 5 ml Natrium-Heparine apart gezet tijdens de reguliere
laboratorium bepalingen. De monsters worden direct geanalyseerd op neutrofiele
granulocyten recpeptor expressie profielen middels flowcytometrie.
Inschatting van belasting en risico
Geen risico, de belasting bedraagd 2 additionele vena puncties.
Algemeen / deelnemers
Heidelberglaan 100
3508 GA Utrecht
Nederland
Wetenschappers
Heidelberglaan 100
3508 GA Utrecht
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Thorax trauma (AIS > 2)
Age 18 - 70
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Additioneel trauma (AIS > 2)
Immunologisch gecompromiteerd (corticosteroiden, chemotherapie)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL16985.041.07 |