Vaststellen van postoperatieve microdialyse waarden van pyruvaat, lactaat, glycerol en glucose na oesophaguscardiaresectie, pancreaticoduodenectomie en colorectale chirurgie.Vroeg detectie van naadlekkage bij patienten na colorectale chirurgie.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
maagdarmstelsel diagnostiek
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Waarden van lokale microdialyse van pyruvaat, lactaat, glycerol en glucose na
ongecompliceerde oesophaguscardiaresectie.
Waarden van lokale microdialyse van pyruvaat, lactaat, glycerol en glucose na
ongecompliceerde pancreaticoduodenectomie.
Waarden van lokale microdialyse van pyruvaat, lactaat, glycerol en glucose na
ongecompliceerde colorectale chirurgie.
Secundaire uitkomstmaten
Microdialysewaarden van pyruvaat, lactaat, glycerol en glucose bij naadlekkage
na colorectale chirurgie.
Achtergrond van het onderzoek
Naadlekkage heeft een hoge morbiditeit en mortaliteit. Na
oesophaguscardiaresectie, pancreaticoduodenectomie en colorectale chirurgie is
de incidentie 1,4 * 20%, 5-15% resp. 2-13% (Yeh et al., Harling et al.). De
prognose van deze patienten is onzeker en de outcome hangt vooral af van een
snelle diagnose en adequate behandeling. Tot nu toe bestaat het diagnostisch
arsenaal vooral uit lichamelijk onderzoek, laboratoriumonderzoek en
rontgenonderzoek. In de directpostoperatieve fase zijn deze onderzoeken echter
weinig sensitief. Ondanks de verregaande consequenties van naadlekkage voor de
patient en medisch personeel en de hoge kosten zijn er weinig studies verricht
naar de vroegdetectie ervan.
Onderzoek heeft eerder uitgewezen dat verminderde lokale bloedvoorziening een
sterke indicator is voor het later optreden van een naadlekkage. Verminderde
bloedvoorziening resulteert in ischemie, hetgeen door middel van microdialyse
op lokaal niveau kan worden gemeten. Microdialyse is een relatief nieuw
instrument voor continue meting van pyruvaat-, lactaat-, glycerol- en
glucosespiegels. Een verhoogde lactaat / pyruvaat ratio is een betrouwbare
aanwijzing voor de aanwezigheid van ischemie, terwijl verlaagde glucosespiegels
een verminderd metabolisme suggereerd. Zodra ischemie progressief is treedt er
celverval op, dit gaat gepaard met vrijkomen van glycerol (Jansson et al. Scand
J Gastroenterol. 2004 May;39(5):434-9.). Door microdialyse nabij de anastomose
en subcutaan ter referentie toe te passen, kunnen tekenen van ischemie en/of
verhoogd metabolisme op lokaal niveau continu worden geregistreerd. Door deze
waarden te correleren aan het klinisch beeld en aan het wel of niet optreden
van een naadlekkage kan een uitspraak gedaan worden over de sensitiviteit en
specificiteit van deze metingen.
Doel van het onderzoek
Vaststellen van postoperatieve microdialyse waarden van pyruvaat, lactaat,
glycerol en glucose na oesophaguscardiaresectie, pancreaticoduodenectomie en
colorectale chirurgie.
Vroeg detectie van naadlekkage bij patienten na colorectale chirurgie.
Onderzoeksopzet
investigational cohort studie
Inschatting van belasting en risico
Aan het einde van de oesophagusresectie wordt in de DELFT-studie een 0,9 mm
microdialysecatheter geplaatst subcutaan in de hals nabij de cervicale
anastomose. Tevens wordt een referentiecatheter geplaatst in de subcutis van de
buik op minimaal 10 cm afstand van de mediane laparotomiewond.
In de PALM-studie wordt tijdens de pancreaticoduodenectomie een 0,9mm percutane
microdialyse catheter geplaatst nabij de pancreaticojejunostomie. Tevens wordt
een referentiecatheter geplaatst in de subcutis van de buik, ten minste 10 cm
verwijderd van de subcostale incisie.
Tijdens de colorectale resectie in de MICRo-studie wordt de tip van de
microdialysecatheter percutaan geplaatst nabij de anastomose. Een
referentiecatheter wordt subcutaan in de buikwand geplaatst, 10 cm vanaf de
laparotomie- of stomawond.
Elke 4 uur zal na de operatie gedurende 7 dagen een microdialysesample worden
genomen vanuit zowel de catheter bij de anastomose als de referentiecatheter.
Elke 12 uur zal een kort lichamelijk onderzoek worden verricht. Dit past binnen
de normale zorg na gastrointestinale zorg en vormt daarom geen extra belasting
voor de patient.
Catheter gerelateerde complicaties worden nauwelijks gezien (Reid et al. Ann
Plast Surg. 2003 Dec;51(6):575-8). Zijn deze er toch dan bestaan de
complicaties uit minimale roodheid op huidniveau en/of lokale pijn. In het
geval dat deze complicaties optreden tijdens het onderzoek dan zal de catheter
worden verwijderd.
Publiek
Reinier de Graafweg 3-11
2600 GA Delft
Nederland
Wetenschappelijk
Reinier de Graafweg 3-11
2600 GA Delft
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Electieve oesophaguscardiaresectie en buismaagreconstructie ivm preoperatief T1-3N0-1M0 oesophaguscarcinoom, panreaticoduodenectomie ivm resectabel neoplasma van pancreas of galwegen, sigmoidresectie of een rectumresectie ivm adenoom of carcinoom. Patienten zijn wilsbekwaam en autonoom. ASA 1-3
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
ASA 4-5
< 18 jaar
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL20712.098.08 |