Primair:De veiligheid en haalbaarheid van autologe mesenchymale stamceltherapie in HLA-DR gemismatchte patiënten met SCR in het nierbiopt 4 weken na niertransplantatie onderzoeken.Secundair:1. De histologische veranderingen voor en na MSC…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
Synoniemen aandoening
Aandoening
aandoeningen na niertransplantatie
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1 Veiligheid: aantal (serious) adverse events in studie populatie
2 Haalbaarheid: vaststellen van het aantal opgekweekte MSCs in relatie tot de
hoeveelheid afgenomen beenmerg, aantal passages en hoeveelheid tijd die nodig
zijn geweest om de gewenste (doel) dosering te bereiken.
Secundaire uitkomstmaten
1 aanwezigheid van late acute rejectie in het protocol nierbiopt (6 maanden na
transplantatie)
2 delta Sirius red kleuring (marker voor nierschors matrix accumulatie/marker
voor chronisch transplantaatfalen) in het protocol nierbiopt vergeleken met het
nierbiopt 4 weken na niertransplantatie
3 Immunologische functies van T cellen (verkregen van perifeer bloed)
bestuderen na 6 maanden vergeleken met 4 weken na niertransplantatie
Achtergrond van het onderzoek
Niertransplantatie heeft het overleven en de kwaliteit van leven van patiënten
met eind-stadium nierfalen aanzienlijk verbeterd. Ondanks dramatische
verbeteringen op de korte termijn overleving, is het lange termijn overleven
van nier transplantaten weinig verbeterd in de laatste decennia. Het is
duidelijk geworden dat subklinische rejectie (SCR) (tubulitis in het biopt
zonder stijging van het kreatinine) in het nierbiopt al vroeg na
niertransplantatie een belangrijk risikofactor is voor verlies van het orgaan
op lange termijn. Immuunsuppressiva zijn inadequaat gebleken voor de
behandeling van SCR en hebben een hoog bijwerkingsprofiel. Er is dus sterke
behoefte aan nieuwe therapeutische opties met minimale bijwerkingen.
In de afgelopen jaren is het duidelijk geworden dat uit het beenmerg afkostige
mesenchymale stamcellen (MSC) een krachtig immuunmodulatoir effect hebben. MSCs
zijn pluripotente cellen die kunnen differentiëren in verschillende
mesenchymale weefsels, waaronder voorlopers van fibroblasten, osteoblasten,
adipocyten en chondrocyten. MSCs hebben een krachtig immuunsuppressief effect
op T en B cellen in vitro en in diermodellen van chronische ontsteking. Van
belang is dat er gunstige resultaten gvonden zijn in patiënten met steroid
resistente acute en chronische Graft-versus-Host-Disease (GvHD. Onze hypothese
is dat transfusie met MSCs eveneens in niertransplantatie patiënten met een
hoog risiko op chronisch transplantaat falen, namelijk patiënten met SCR in het
biopt, een nieuw behandeloptie zou kunnen zijn, met minder bijwerkingen dan de
huidige immuunsuppressiva.
Doel van het onderzoek
Primair:
De veiligheid en haalbaarheid van autologe mesenchymale stamceltherapie in
HLA-DR gemismatchte patiënten met SCR in het nierbiopt 4 weken na
niertransplantatie onderzoeken.
Secundair:
1. De histologische veranderingen voor en na MSC behandeling bepalen.
2. De incidentie van late acute rejectie in het biopt na de behandeling bepalen.
3. De nierfunctie voor en na behandeling bepalen.
4. De immunologische functies van T cellen (verkregen van perifeer bloed)
bestuderen voor en na behandeling.
Onderzoeksopzet
Open label, niet gerandomiseerde, niet geblindeerde, prospectieve, klinische
fase Ib studie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
MSC infusie: tweemaal een dosering van 1-2 miljoen MSCs per kilogram lichaamsgewicht, intraveneus, 7 dagen apart.
Inschatting van belasting en risico
Patienten met SCR in het nierbiopt na niertransplantatie hebben een verhoogde
kans op transplantaatfalen. SCR komt voor bij ±70% van de ontvangers van een
levende volledig HLA-DR gemismatchte (+2HLA-DR mismatches) nier. Huidige
behandelopties hebben een hoog bijwerkingsprofiel en is er behoefte aan nieuwe
behandelstrategieen om het orgaan zo lang mogelijk te behouden. De uitkomsten
van onderzoek naar MSCs als behandeling van GvHD in het LUMC zijn veelbelovend.
Vooralsnog zijn geen bijwerkingen opgetreden als gevolg van MSC toediening.
Gezien deze goede resultaten, de goede resultaten bij diermodellen met
afstoting na transplantatie en de beperkte kans op bijwerkingen denken wij dat
deelname aan dit onderzoek voor de proefpersonen gerechtvaardigd is. Bovendien
dragen huidige immuunsupressiva aanzienlijk toe aan de posttransplantatie
morbiditeit en mortaliteit op korte en lange termijn en is er behoefte aan een
nieuw therapeutisch regiem met minder bijwerkingen om het
transplantaatoverleven te verlengen.
Publiek
Albinusdreef 2
2333 ZA Leiden
NL
Wetenschappelijk
Albinusdreef 2
2333 ZA Leiden
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Mannen en vrouwen, 18-65 jaar oud.
2. Patient is bereid deel te nemen aan het onderzoek en heeft het informed consent formulier ondertekend.
3. ontvanger van een eerste niertransplantaat van een levende HLA-DR gemismatchte donor (2 HLA-DR mismatches).
4. Patiënt vertoont SCR in het nierbiopt 4 weken na niertransplantatie
5. Patiënt wordt behandeld met triple immuunsuppressiva: prednison, ciclosporine of tacrolimus en mycofenolaat mofetilzuur volgens het huidige protocol.
6. Panel Reactive Antibodies (PRA<5%)
7. Patiënt moeten in staat zijn zich aan het studie onderzoek schema te houden en te voldoen aan de eisen van het protocol.
8. Indien er sprake is van een vrouw op vruchtbare leeftijd mag zij niet zwanger zijn of borstvoeding geven en dienst zij adequate anticonceptiva te gebruiken.
9. Patient dient in staat te zijn een informed consent te geven en dit consent dient voor aanvang van de studie verkregen te zijn.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Patient die 2 organen ontvangen heeft
2. Patiënt mag na niertransplantatie geen acute klinische afstoting vertonen.
3. Patiënt met aanwijzingen voor een actieve infectie of abcessen voor MSC infusie.
4. Patiënt met leverfalen
5. Patiënt met een actieve autoimmuun ziekte
6. Een beenmergtransplantatie in de voorgeschiedenis
7. Een psychiatrische afwijking, verslaving of andere stoornis die het onmogelijk maakt om een weloverwogen informed consent af te geven.
8. Het gebruik van een willekeurig experimenteel medicijn na transplantatie.
9. Gedocumenteerde HIV infectie, actieve hepatitis B, -C infectie of tuberculose volgens de huidige transplantatie criteria.
10. Patienten met een actieve opportunistische infectie (bijvoorbeeld, herpes zoster, cytomegalovirus, pneumocystis carinii, aspergillose, histoplasmosis, of mycobacterieen anders dan tuberculose) na niertransplantatie.
11. Maligniteit (waaronder lymfoproliferatieve aandoening) in de afgelopen 2-5 jaar (behalbe basaalcel carcinoom van de huid, hetgeen behandeld is en niet teruggekeerd is) volgens de huidige transplantatiecriteria.
12. Bekende recente middelen misbruik (drugs of alcohol)
13. Contraindicaties om een beenmergbiopt te ondergaan.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2008-001300-23-NL |
CCMO | NL21298.000.08 |