In de huidige studie willen we aantonen dat het automatisch verwerken van oogfixaties in autisme is verzwakt en dat deze beperking de manier beinvloedt waarop autistische individuen de wereld waarnemen. We willen deze hypothese testen door gebruik…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Psychiatrische stoornissen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De afhankelijke variableen zijn het aantal correcte antwoorden, het aantal
correcte antwoorden waarbinnen een specifieke episodisch geheugen kan worden
teruggehaald, de tijd dat de deelnemer keek naar elk object, de aanvangstijd en
de richting van de eerste blik.
Secundaire uitkomstmaten
n.v.t.
Achtergrond van het onderzoek
Autisme kent drie clusters van symptomen: communicatie achterstand, abnormale
sociale interactie en beperkende en/of zich herhalende interesses en
gedragingen.
De afgelopen 20 jaar is ons begrip van de gedragsmatige en neurale basis van de
sociale handicap in autisme sterk toegenomen. Autistische personen
onderscheiden zich in de manier hoe ze gezichten verwerken. Een belangrijk
kenmerk lijkt een vermijden van het gebied van de ogen te zijn. Een vertraging
in de ontwikkeling van gedeelde visuele aandacht wordt ook vermeld, deze
vertraging kan voortkomen uit een gebrek aan interesse in de informatie die
door de ogen wordt overgebracht.
Er schijnt een gebrek te zijn aan de mogelijkheid om de blik te laten rusten op
waar een ander naar kijkt, en dit gebrek blijkt te correleren met de mate van
het sociaal beperkt zijn.
Psychologische onderzoeken op het fixeren van de ogen lieten zien dat de
gefixeerde blik van een ander individu automatisch een verschuiving van
aandacht opwekt en er is zelfs vastgesteld dat deze fixatie niet bewust is.
Met name in visueel-ruimtelijke aandacht wordt deze verschuiving van aandacht
door fixeren opgewekt. Echter het effect van oogfixatie is hier niet toe
beperkt. Ten eerste lijken objecten waar een ander zich op heeft gefixeerd meer
vertrouwd te zijn, en wordt een positief gewaardeerd. Ten tweede, direct
aankijken beinvloedt toegang tot kennis gerelateerd aan de persoon en aan de
gezichtsherkenning achteraf.
In feite is de waarneming van oogfixatie een heel belangrijk element voor de
ontwikkeling van sociale cognitie.
De hypothese hieruit voortkomend is dat in autisme een vroege verzwakking van
het verwerken van oogfixatie zou kunnen leiden tot meer drastische sociale
verslechteringen later. Bewijs echter van een gebrek aan oogfixatie in autisme
is tot nu toe niet afdoend. Slechts 2 van de ca. 10 onderzoeken lieten
abnormale orientatie bij oogfixatie in autisme zien en 1 onderzoek
demonstreerde dat autistische mensen achterblijven bij de controlegroep bij het
waarnemen van directe * sterk afgewende ogen- in een odd-ball paradigma. Het
geringe aantal positieve bevindingen is opvallend, aangezien in natuurlijke
omstandigheden, de meerderheid van de kinderen de ander minder aankijkt.
Eerdere onderzoeken met oogfixatie bij volwassenen met autisme houden het
testen van de aanwezigheid van ruimtelijke aandacht in. Er wordt een
schematische (foto) van een gezicht dat naar rechts of naar links kijkt,
getoond voordat een punt daarna congruente of incongruente kant van het scherm
verschijnt.
Soms verschijnt, als controleconditie, een pijl in plaats van een gezicht. De
blik op het scherm wordt altijd bewust waargenomen.
Het gebrek vaan positieve bevindingen in eerdere onderzoeken kan twee redenen
hebben: (1) de oogfixatie was bewust, met zo de mogelijkheid voor compensatie
strategieen in de autisme groep en (2) het gebruik van schematische gezichten
en pijlen belemmeren de ecologische validiteit van het experiment.
Eén onderzoek toonde aan dat autistische mensen werkelijk beperkt zijn in het
automatisch verwerken van informatie via oogfixatie, zij zijn niet in staat
het verschil te laten zien tussen fixatie en pijl zoals de controle
proefpersonen, wanneer de pijl het target niet voorspelt..
Dit experiment suggererrt dat oogfixatie wordt verwerkt als een niet-sociale
stimulus bij autistische individuen.
Doel van het onderzoek
In de huidige studie willen we aantonen dat het automatisch verwerken van
oogfixaties in autisme is verzwakt en dat deze beperking de manier beinvloedt
waarop autistische individuen de wereld waarnemen. We willen deze hypothese
testen door gebruik te maken van een *masked-priming* (gemaskeerde
beïnvloeding) procedure om compensatiestrategieën in de autisme groep te
voorkomen. De oogfixaties van de deelnemers zullen worden opgenomen om een
meting van de verschuiving van aandacht te verkrijgen. Om de invloed van
oogfixaties op het geheugen vast te leggen, zullen wij testen hoe goed de
deelnemers objecten herkennen waar wel of niet door het afgebeelde gezicht naar
werd gekeken tijdens de inprentingsfase van het experiment. The herkennings
geheugen test zal uit een *remember-know* (herinnereren/weten) procedure
bestaan, waarin de deelnemers moeten aangeven of zij zich iets kunnen
herinneren over de eerste keer dat ze het object zagen, bijvoorbeeld wat ze
dachten of hoe ze zich voelden.
Dit zal informatie verschaffen over het type geheugenproces dat wordt beïnvloed
door sociaal contact, zoals oogfixaties. In één conditie zullen we het effect
van een directe blik op oogbewegingen en geheugen prestaties testen. Een
directe blik wordt niet normaal verwerkt in autisme. In zich normaal
ontwikkelende individuen faciliteert een directe blik semantische categorisatie
en gezichtsherkenning. Wij veronderstellen dat autisten geen enkel effect
zullen laten zien voor een directe blik, terwijl we in de controlegroep
verwachten dat de directe blik de aandachtsverschuiving naar de mokken
vertraagt en daardoor de geheugenprestaties doet afnemen. Om de hypothese te
testen dat autistische individuen compensatiestrategieën gebruiken wanneer zij
oogfixaties verwerken in een expliciete oriëntatietaak, zullen we bij onze
deelnemers deze taak ook afnemen.
Tenslotte hebben vrouwen betere sociale vaardigheden dan mannen, en wordt er
van autisten soms verondersteld dat zij een extreem mannelijk brein hebben. Om
de hypothese te testen dat vrouwen gevoeliger zijn voor oogfixaties dan mannen,
en mannen dan autisten, willen wij ook een groep gezonde vrouwelijke deelnemers
includeren naast de autisten en de mannelijke controledeelnemers.
Onderzoeksopzet
Omdat een gemiddeld IQ een inclusiecriterium is, zal voor aanvang van het
experiment een intelligentietest worden afgenomen.
Voor de huidige studie hebben we een set stimuli ontwikkeld die bestaat uit 80
foto*s van een serie kopjes (160), met één kopje aan elke kant van de tafel en
een andere serie foto*s (320) met één kopje (160 oude en 160 nieuwe kopjes) om
te kijken of er onderscheid tussen gemaakt kan worden.
Er zal ook een plaatje zijn van een gezicht met de ogen kijkend recht vooruit,
naar links of naar rechts (naar de lokatie waar de kopjes zouden staan). De
omgeving rond het gezicht is op de plaatjes verwijderd.
Ook is er een plaatje geconstrueerd van een gezicht met dezelfde helderheid en
kleur als het herkenbare gezicht door dit plaatje te scrambelen (pixels te
verschuiven van plaats e.d.).
Hoewel bekend is dat een gezicht voor 25 ms gemaskeerd vertoond wordt, en het
daarom niet bewust gezien kan worden, hebben we toch een pre-test ontwikkeld om
zeker te zijn dat dit ook het geval is bij onze stimuli.
In deze test, wordt aan 15 vrijwilligers een gezicht gepresenteerd tussen de 2
MASKS, die elk 80 ms worden getoond, het gezicht wordt 26.7 ms getoond.
In één taak moest de vrijwilliger beslissen of het gezicht naar links, rechts
of rechtuit keek. Geen van de vrijwilligers scoorde boven het kansniveau.
Op basis hiervan zijn we er zeker van dat oogfixatie niet bewust wordt gezien.
1 Geheugen test
In deze test worden zal de deelnemers niet worden verteld dat er een gezicht
wordt getoond vóór de stimulus. De stimuli van de geheugentaak bestaat uit 320
verschillende kopjes. 160 zullen tijdens de coderingsdeel van de geheugentaak
worden getoond. De kopjes worden getoond in paren in één van de 4
basiscondities:
Gezicht (1) naar beneden kijkend, (2)kijkend naar de camera, (3) kijkend naar
een object links, (4) kijkend naar een object rechts. Het aantal items is
constant door de condities heen (n=20). De items zijn willekeurig toegewezen
aan de 4 condities voor elke deelnemer om een object-specifiek effect te
voorkomen. De *prime* komt op voor 26.7 ms tusssen de 2 masks die elk 80 ms
worden weergegeven. Elk paar kopjes wordt 2 sec. getoond direct na de 2e mask.
De oogfixatie van de deelnemers wordt opgenomen met een camera die in
verbinding staat met een tweede computer, en gesynchroniseerd is met de
computer die de stimuli presenteert.
Het hoofd van de deelnemer blijft gefixeerd door middle van de hoofdstandaard
vastgezet aan de tafel.
In de tweede fase worden 320 kopjes (160 oude en 160 nieuwe) gepresenteerd op
een centrale positie op het scherm en de deelnemer moet beslissen of hij/zij de
kopjes zeker weet de kopjes eerder gezien te hebben, door één van de twee
knoppen (ja ik weet het zeker vs Nee ik weet het niet zeker) in te drukken.
Als de deelnemer zeker weet een specifiek kopje eerder, tijdens codering,
gezien te hebben, dan zal gevraagd worden of hij/zij weet het gezien te
hebben, of iets erover herinnert toen hij/zij het kopje zag. Specifieke
episodische herinneringen zullen handmatig door de onderzoeker worden
genoteerd. De totale duur van dit experiment is ca. 30 minuten.
2. Waarneming post-tests
Hoewel de timing paramters van het priming experiment zijn bepaald volgens een
pilot experiment, zullen we ook de mogelijkheid van elke deelnemer testen om
bewust een gezicht te ontdekken en de richting van de blik (links, rechts,
rechtuit).
De waarneming post-tests vinden plaats na het eerste experiment en voor de
orientatie taak. Elke deelnemer zal twee tests uitvoeren. De eerste test, een
gezicht of een scrambled plaatje van een gezicht wordt getoond tussen de 2
masks. De deelnemer moet besluiten of er een gezicht tussen de twee masks was
(ja/nee).
Er zijn 120 items, de helft met een gezicht, een kwart op elke presentatietijd.
In de tweede taak, moet de deelnemer besluiten of het gezicht tusssen de 2
masks recht vooruit kijkt, naar rechts of naar links. Totaal zijn er 180 items;
60 in elke conditie (recht vooruit, links, rechts). De totale duur van de
waarneming na-tests is 15 minuten.
3. Expliciete orientatie taak
In deze test gebruiken we dezelfde gezichten. Ditmaal zal het gezicht 250 ms
worden getoond, gevolgd door een vierkant dat aan de linkerkant of rechterkant
van het scherm verschijnt op dezelfde plaats als het kopje gewoonlijk te zien
was.
De asynchroniciteit tussen het gezicht en de verschijning van een vierkant is
ofwel 100 ofwel 300 ms. De taak is om de linker of rechterknop te drukken, in
overeenstemming met de positie van het vierkant. De helft van de vierkanten
verschijnt links, de andere helft rechts. De richting van de blik voorspelt
niet de lokatie van het vierkant (50% is congruent). De deelnemer zal aan het
begin verteld worden dat de blikrichting niet voorspelbaar is. Er zijn 160
items, 80 ervan zijn incongruent. Met deze post-test hopen we aan te tonen dat
onze groep autistische deelnemers zich binnen een expliciete taak orienteren in
de fixatierichting.
Inschatting van belasting en risico
Het experiment zul niet meer dan minimaal risico voor de deelnemers inhouden.
Het onderzoek is niet bedoeld om de proefpersonen direct voordeel te kunnen
geven. Echter de verzamelde gegevens uit dit onderzoek zullen het begrip over
autisme en de menselijke cognitie in het algemeen vergroten.
Publiek
Postbox 196
9700 AD Groningen
NL
Wetenschappelijk
Postbox 196
9700 AD Groningen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
*Gezonde proefpersonen met gemiddeld IQ en normaal tot gecorrigeerd zicht.
* Tussen 18 and 55 jaar.
* DSM-IV diagnose binnen het spectrum van autistische stoornissen en boven de cut-off scores op de ADOS binnen de ASD groepen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
*Neurologische problemen (incl.epilepsie),
*Drugsgebruik dat de taakresultaten kan beinvloeden
*Psychiatrische aandoening anders dan autisme
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL26794.042.09 |