Inzicht verwerven over hoe kinderen met DCD post CO-OP interventie leren: Hoe leren zij nieuwe motorische activiteiten, hoe pakken ze die uitdagingen aan? Gebruiken ze hierbij cognitieve strategieën en zo ja welke?Deze nieuwe inzichten kunnen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
Developmental Coordinator Disorder (DCD)
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Deel 1:
Een interpretatieve beschrijving m.b.t. het leren van nieuwe motorische
vaardigheden, gegeven door het kind zelf.
Deel 2:
Een beschrijving, verwoord door het kind zelf, over hoe hij/zij een nieuwe
motorische vaardigheid uitvoert. Mogelijk verwoord het kind toegepaste
cognitieve strategieën.
Secundaire uitkomstmaten
n.v.t.
Achtergrond van het onderzoek
Kinderen met Developmental Coordination Disorder (DCD) hebben een beperking in
het uitvoering van motorische activiteiten in hun leven. Deze beperking heeft
een duidelijk impact op de participatie aan het gezinsleven, in de klas.
Bijvoorbeeld de kinderen ervaren problemen met veter strikken, aankleden,
fietsen, schrijven, gymnastiek....etc. Uit onderzoek blijkt ook dat kinderen
secundaire problemen ontwikkelen op het sociaal-emotionele gebied en t.a.v. het
leren.
Cognitive Orientation to daily Occupational Performance (CO-OP) is een
clientgerichte benadering waarbij het kind leert nieuwe activiteiten te
verwerven doordat het kind begeleid wordt in het ontdekken van cognitieve
strategieën. (Polatjko & Mandich, 2004. p. 2) Verschillende studies hebben de
effectiviteit van CO-OP aangetoond bij kinderen tussen 5 en 12 jaar.
Een belangrijke doelstelling van CO-OP is dat het kind leert zelf cognitieve
strategieën te ontdekken wanneer het nieuwe activiteiten wil leren. Dus dat het
kind een betere probleemoplosser wordt. Er is een beperkte bewijslast dat
kinderen na ergotherapie met de CO-OP benadering nieuwe activiteiten leren.
Echter het is niet duidelijk hoe ze dit doen? Hoe verloopt dit 'leren van
nieuwe activiteiten'? Gebruiken ze hierbij cognitieve strategieën? Zo ja
welke?
Doel van het onderzoek
Inzicht verwerven over hoe kinderen met DCD post CO-OP interventie leren: Hoe
leren zij nieuwe motorische activiteiten, hoe pakken ze die uitdagingen aan?
Gebruiken ze hierbij cognitieve strategieën en zo ja welke?
Deze nieuwe inzichten kunnen mogelijk een ondersteuning zijn voor de
ergotherapeut die kinderen met DCD behandelt volgens de CO-OP benadering. De
ergotherapeut krijgt vaak vragen/opmerkingen van ouders en anderen over de
problemen die de kinderen ervaren en vragen m.b.t. suggesties om deze kinderen
te ondersteunen bij alledaagse activiteiten.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek is een mixed method onderzoek.
Deel 1 is gericht op de onderzoeksvraag: Hoe leren kinderen met DCD nieuwe
motorische activiteiten na ergotherapie met de CO-OP benadering?
Dit deel wordt uitgevoerd door een diepte-interview in de traditie van
Interpretative Phenomenological Analysis (Smith et al., 2009)
Deel 2 is gericht op de onderzoeksvraag: Wanneer kinderen met DCD post CO-OP
interventie nieuwe motorische activiteiten leren, gebruiken zij dan cognitieve
strategieën? Zo ja, welke beschrijven de kinderen?
Dit deel wordt uitgevoerd door het kind te interviewen terwijl het zijn/haar
uitvoering van de nieuw geleerde motorische activiteit op video bekijkt. De
onderzoeker zal worden uitgevoerd m.b.v. Think aloud Protocol Analysis, verbal
reports as data (Ericcson & Simon 1993)
Inschatting van belasting en risico
Belasting voor ergotherapeut:
- nagaan of een kind in aanmerking komt voor dit onderzoek
- inzicht geven in contactgegevens van potentiële participant, in
ergotherapeutisch dossier om na te gaan of inclusie/exclusie criteria passen
Belasting voor ouders:
- informatie doornemen, bespreken met het kind
- betrokken bij planning/organisatie op welke dagen/tijden het onderzoek wordt
uitgevoerd
- onderzoeker tot de thuissituatie toelaten
Belasting voor kind:
- naar schatting 2u tijd
- willen participeren in 2x een interview
- bereid zijn om een motorische activiteit uit te voeren die op video wordt
opgenomen
Mogelijke risico's zijn m.i. dat de interviews, het observeren van het
uitvoeren van een motorische activiteit een confrontatie kan zijn voor het kind
t.a.v. zijn/haar functioneren, t.a.v. zijn/haar leren.
Publiek
Nieuw Eyckholt 300
6419 DJ Heerlen
NL
Wetenschappelijk
Nieuw Eyckholt 300
6419 DJ Heerlen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- kind is tussen 7 en 12 jaar oud
- kind heeft ergotherapie met de CO-OP benadering beëindigd ten minste3 maanden geleden
- de ergotherapeut die ergotherapie gaf met de CO-OP benadering heeft de novice workshop CO-OP gevolgd
- kind is gediagnosticeerd met DCD volgens de Nederlandse afspraken zoals geformuleerd in Reinders-Messelink et al., 2003. Comorbiditeit met ADHD of LD is toegelaten.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- geen enkele andere medische, paramedische of psychologische behandeling is gestart na het beëindigen van de ergotherapie
- wanneer kinderen problemen hebben met de verbale communicatie in het Nederlands
- voor het 2e deel van het onderzoek worden kinderen uitgesloten die geen nieuwe taken hebben geleerd na interventie met CO-OP
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL31165.096.10 |