Deze studie heeft tot doel de volgende vragen te beantwoorden:1. Is er een associatie tussen trauma and (psychotische) psychopathologie bij kinderen? Om antwoord te geven op deze vraag zullen we de volgende groepen met elkaar vergelijken:(i) case-…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaten zijn huidige psychopathologie (gedefinieerd als 1.
psychotische symptomen, 2. sepressieve symptomen en 3. angstklachten), alsook
de toekomstige ontwikkeling van psychopathologie in een tijdsspanne van 2 jaar,
afhankelijk/ en in functie van eerdere blootstelling aan traumatische
ervaringen.
Secundaire uitkomstmaten
Het identificeren van de mechanismen die ten grondslag liggen aan de
ontwikkeling van psychopathologie ten gevolge van het meemaken van traumatische
ervaringen.
a. stress gevoeligheid
b. thuissituatie (o.a. hechting)
c. moleculaire genetische variatie
d. sociale cognitie
Achtergrond van het onderzoek
Onderzoek suggereert een relatie tussen trauma in de kindertijd en de
ontwikkeling van psychotische klachten. De exacte mechanismen die tot deze
associatie leiden vragen echter nog om verheldering. In deze studie zal
specifiek de focus worden gericht op de vraag hoe traumatische gebeurtenissen
in de kindertijd zou kunnen leiden tot vroege psychotische kwetsbaarheid.
Tevens streven wij ernaar meer inzicht te krijgen in de aard van de
traumatische gebeurtenissen en de mate waarin deze het risico op psychotische
kwetsbaarheid doet toenemen.
Doel van het onderzoek
Deze studie heeft tot doel de volgende vragen te beantwoorden:
1. Is er een associatie tussen trauma and (psychotische) psychopathologie bij
kinderen? Om antwoord te geven op deze vraag zullen we de volgende groepen met
elkaar vergelijken:(i) case-control, (ii) case-sibling en (iii)
sibling-control.
2.
a. Is er een (causale) relatie tussen trauma en (een kwetsbaarheid voor)
psychose in elke groep?
b. Is er ondersteuning te vinden voor (epi)genetische modererende effecten op
deze associatie?
3.
a. Wat zijn de onderliggende mechanismen die de relatie tussen trauma en
psychosen bij kinderen mediëren?
b. Modereren genetische polymorfismen, die volgens eerder onderzoek zijn
geassocieerd met differentiële gevoeligheid voor omgevingsrisicofactoren, de
associatie tussen trauma en psychotische psychopathologie?
Onderzoeksopzet
Het betreft een prospectieve transgenerationele cohort studie met een
retrospectieve beoordeling van traumatische ervaringen uit de kindertijd. Om de
juiste mate van associatie tussen trauma en psychopathologie vast te kunnen
stellen, zullen 3 belangrijke vergelijkingen worden gemaakt: 1) case-control,
2) case-sibling en 3) sibling- control. Voorts zullen er ook vergelijkingen
worden gemaakt tussen de ouders van de cases en de ouders van de controls,
zodat de modererende effecten (gedefinieerd als de mate waarin de ouders zelf
aan traumatische ervaringen blootgesteld zijn geweest) van de
transgenerationele overdracht in de relatie tussen trauma en psychopathologie
bij kinderen bestudeerd kunnen worden.
Inschatting van belasting en risico
1) Naar onze mening is het enige potentiële risico inherent aan het onderzoek
dat nare ervaringen tijdelijk opgerakeld worden en gedurende korte tijd als
vervelend kunnen worden ervaren. Echter, bij ander onderzoek is gebleken dat
dit zelden aanleiding geeft tot een psychiatrische crisisbeoordeling (M.
Cannon, persoonlijke communicatie). Ook wordt de testprocedure onmiddelijk
gestopt wanneer een deelnemer aangeeft dat de impact ervan emotioneel te
overweldigend is en wordt enkel hervat wanneer de onderzoeker er voldoende
zeker van is dat het welzijn van de deelnemer niet geschaad wordt. Daarnaast
zal er na elke interview en vragenlijst sessie een evaluatie plaatsvinden.
Tevens zal er altijd een GGZ medewerker/ vertrouwenspersoon beschikbaar zijn
waar het kind mee kan praten, zonodig dezelfde dag. Ten slotte kunnen alle
deelnemers gedurende de gehele studie (inclusief ouders, broers/zussen en
controles) een beroep doen op de reguliere zorg van de Mutsaersstichting.
2) Indien wij vormen van trauma zullen detecteren (in het interview en/of ten
gevolge van afwijkende scores op de trauma vragenlijsten gedetecteerd met het
orange/red flag systeem), zullen wij handelen volgens de Meldcode.
3) Bij alle deelnemers, en met name de controles, zullen relevante
vragenlijsten met betrekking tot depressie, angst en psychotische symptomen op
klinische relevantie gecheckt worden en indien nodig teruggekoppeld worden naar
de deelnemer en zijn/haar ouders.
4) Alle deelnemers, en met name de controles, zullen wij gradueel en zorgvuldig
benaderen. Hierdoor kunnen we heel snel detecteren of we de kinderen niet
onverwacht en onverhoopt in de problemen brengen en/of overvallen met zaken
waarover zij niet willen spreken. Deze graduele benadering zal bestaan uit een
mondelinge toelichting bij aanvang; over het onderzoek en de inhoud ervan.
5) Kinderen kunnen ervoor kiezen om bepaalde vragen open te laten, een
vragenlijst niet in te vullen of niet antwoord te geven op een vraag uit het
interview - als zij dit niet willen - zij hoeven dit niet uit te leggen.
6) We benadrukken dat kinderen zich te allen tijde mogen terugtrekken en hier
geen reden voor hoeven op te geven. Zij zullen dan nog steeds een vergoeding
ontvangen van 50 euro, zodat geld ook geen motivatie zal zijn om toch door te
gaan, terwijl de vragen vervelende zaken oproepen.
Daarnaast valt voor de patiënten de inschatting van traumatische gebeurtenissen
tot het standaard kinder- en jeugdpsychiatrisch onderzoek. In dit opzicht zal
binnen de studie niet worden afgeweken van de normale praktijk, behalve dat
gebruik gemaakt zal worden van gestandaardiseerde meetinstrumenten.
Andere negatieve effecten van de studie zijn mogelijk de tijd en energie die de
participanten wordt gevraagd te investeren.
Voorts zouden participanten de ESM week als enigszins lastig kunnen ervaren (10
geluidssignalen per dag, gedurende 6 dagen, op willekeurige momenten), waarbij
vooral de willekeur van de signaalmomenten onprettig voor deelnemers kan zijn.
We raden participanten echter met klem aan hun dagelijks leven zoveel mogelijk
normaal te leiden en benadrukken hierbij dat het missen van een signaal geen
probleem is.
Het is onwaarschijnlijk dat de deelnemers direct zullen profiteren door hun
deelname aan de studie.
Groepsgebondenheid:
De keuze voor deze specifieke groep minderjarigen in deze studie wordt verder
gerechtvaardigd vanwege het feit dat:
1. De studie zich specifiek concentreert op de onderliggende mechanismen in de
relatie tussen trauma en psychose bij kinderen. Daar etiologie en klinisch
beeld van psychose bij kinderen en volwassenen verschillen, zijn data uit
eerdere onderzoeken met volwassenen niet relevant voor de doelgroep en is
onderzoek van de doelgroep zelf essentieel.
2. Psychotische stoornissen en prodromale symptomen in het bijzonder reeds al
in de kindertijd en vroege adolescentie kunnen optreden .
3. Het onderzoek naar risicofactoren bij psychotische stoornissen in een meer
chronische (oudere) patiëntengroep altijd wordt verstoord door de effecten van
de stoornis, medicatie en de effecten van andere vormen van therapie. Door de
focus op de prodromale fase van psychotische stoornissen in een jongere
leeftijdsgroep worden deze verstorende effecten geminimaliseerd. Daar het
intergenerationele aspect een belangrijke focus van de studie is, zullen ook
ouders en broers/zussen van de participanten worden geïncludeerd.
Publiek
Vijverdalseweg 1
6226 NB Maastricht
NL
Wetenschappelijk
Vijverdalseweg 1
6226 NB Maastricht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Cases:
i) moeten tussen de 12 en 17 jaar zijn.;Broers/zussen:
i) moeten tenminste 12 jaar oud zijn (geen bovengrens); ii) ten minste een broer/zus moet meedoen (indien aanwezig) en iii) meer dan een broer/zus mag meedoen (indien aanwezig).;Ouders van cases:
i) moeten de biologische ouder zijn; ii) deelname is gewenst maar niet verplicht en niet noodzakelijk voor deelname van de cases en hun broers/zussen en iii) meer dan een ouder mag meedoen. ;Controles:
i) moeten tussen de 12 en 17 jaar oud zijn.;Ouders van controles:
i) moeten de biologische ouder zijn; ii) deelname is gewenst maar niet verplicht en niet noodzakelijk voor inclusie van de controles en iii) meer dan 1 ouder mag meedoen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Alle deelnemers:
Wanneer een deelnemer (kind en/of ouder) niet geïnformeerd wil worden over klinisch relevante bevindingen die tijdens de studie aan het licht kunnen komen. ;Cases:
i) Mentale retardatie (IQ score beneden 70); ii) onvoldoende begrip van de Nederlandse taal; iii) gediagnosticeerd zijnde met een Autisme Spectrum Stoornis, met uitzondering van PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified) en iv) geadopteerd zijn. ;Broers/zussen:
i) Mentale retardatie (IQ score beneden 70); ii) onvoldoende begrip van de Nederlandse taal; iii) gediagnosticeerd zijnde met een Autisme Spectrum Stoornis, met uitzondering van PDD-NOS en iv) geadopteerd zijn. ;Ouders van cases:
i) Mentale retardatie (IQ score beneden 70); ii) onvoldoende begrip van de Nederlandse taal.;Controles:
i) Mentale retardatie (IQ score beneden 70); ii) onvoldoende begrip van de Nederlandse taal; iii) gediagnosticeerd zijnde met een Autisme Spectrum Stoornis, met uitzondering van PDD-NOS; iv) geadopteerd zijn en v) het ooit in psychologische of psychiatrische behandeling zijn geweest. ;Ouders controles:
i) Mentale retardatie (IQ score beneden 70); ii) onvoldoende begrip van de Nederlandse taal.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL37420.068.11 |
OMON | NL-OMON25951 |