De Steep Ramp Test bij Kinderen en Adolescenten: Normwaarden in Relatie tot Geslacht en Leeftijd

Deze studie zal normwaarden genereren voor gezonde kinderen en jongeren van
8-18 jaar op de Steep Ramp Test. Een inventarisatie van veel gebruikte
fitheidstesten voor kinderen (4-18 jaar) door TNO Kwaliteit van Leven laat zien
dat er weinig Nederlandse normwaarden zijn voor fitheidstesten en dat de
normwaarden die beschikbaar zijn veelal ~20 jaar of ouder zijn. Recent zijn er
Nederlandse normwaarden gepubliceerd voor de Bruce loopband test voor 4-13
jarigen, maar niet alle kinderen en jongeren zijn in staat om deze test (goed)
uit te voeren. Ook is voor deze test een loopband met een grote hellingshoek
vereist, die vaak niet voorhanden is in de eerstelijns fysiotherapie
praktijken. Normwaarden voor een eenvoudig af te nemen test voor de schatting
van de aerobe fitheid is (nog) niet voorhanden voor kinderen en jongeren. De
veel gebruikte Astrand test is niet gevalideerd voor chronisch zieke kinderen
en daarnaast zijn er geen normwaarden voor deze test beschikbaar voor 8-18
jarigen. Dit maakt het lastig voor (kinder)fysiotherapeuten om de aerobe
fitheid van (chronisch zieke) kinderen in kaart te brengen. Desondanks is er
een groeiende interesse bij fysiotherapeuten om de fitheid van kinderen in
kaart te brengen. De zogenaamde Steep Ramp Test mag zich hierbij in een
groeiende belangstelling verheugen vanwege de korte duur, geringe investering
in instrumentarium en goede reproduceerbaarheid. Dit is een kortdurende
inspanningstest die wordt uitgevoerd op een fietsergometer waarbij de belasting
in een korte tijd snel wordt opgevoerd (standaard 25 Watt/10 seconden) tot
uitputting van de proefpersoon. De maximale behaalde belasting (Wpeak) is de
belangrijkste en eenvoudig te meten uitkomstmaat van deze test. Normwaarden
ontbreken echter voor deze test voor zowel kinderen, jongeren als volwassenen.
Het huidige voorstel beoogt normwaarden voor de eerste twee groepen op de Steep
Ramp Test te verzamelen (deel 1 van de studie) en de validiteit en
reproduceerbaarheid van de Steep Ramp Test te onderzoeken (deel 2 van de
studie).

Hoofddoel:
- Het verzamelen en opstellen van normwaarden voor de Steep Ramp Test voor
gezonde kinderen en jongeren tussen 8 tot 18 jaar (wat is de maximaal behaalde
belasting (Wpeak) op de Steep Ramp Test bij gezonde kinderen en jongeren tussen
8 en 18 jaar?)

Subdoelen:
- Validiteit van de Steep Ramp Test ten opzichte van de maximale
inspanningstest bepalen (behaalde VO2peak op beide tests vergelijken en de
relatie bepalen tussen de VO2peak behaald op de maximale inspanningstest en de
Wpeak behaald op de Steep Ramp Test bij een subgroep van 30 gezonde kinderen en
jongeren, met een periode van 7-14 dagen tussen de twee tests)
- Test-hertest betrouwbaarheid van de Steep Ramp Test bepalen (periode van 7-14
dagen tussen twee Steep Ramp Tests bij een subgroep van 30 gezonde kinderen en
jongeren)
- Relatie bepalen tussen de Wpeak behaald op de Steep Ramp Test en
verschillende groeiparameters
- Relatie bepalen tussen de Wpeak behaald op de Steep Ramp Test en objectief
gemeten fysieke activiteit (activiteitenmonitor)

In deel 1 van deze studie zullen gezonde kinderen en jongeren participeren in
een eenmalige Steep Ramp Test op hun basisschool of middelbare school. De
deelnemers krijgen voorafgaand aan het onderzoek een korte vragenlijst mee voor
de ouder(s)/voogd(en) over hun kind (een zogenaamde 'pre-test questionnaire').
Wanneer het kind getest wordt zullen eerst een aantal demografische gegevens
worden verzameld, zoals leeftijd, etniciteit en geslacht. Ook antropometrische
gegevens zoals lichaamslengte, lichaamsgewicht, zithoogte en huidplooien worden
verzameld. Hierna wordt de Steep Ramp Test op de fietsergometer afgenomen
waarbij de belasting in een korte tijd snel wordt opgevoerd (25 Watt/10 sec)
totdat de participant uitgeput is. Tijdens de Steep Ramp Test vinden
ademgasanalyze en volumemetingen plaats middels een mobiel en lichtgewicht
metabool meetsysteem (Cortex Metamax B3, Cortex Medical GmbH, Leipzig, Germany)
welke gemakkelijk is aan te brengen en niet hinderlijk is. De apparatuur
bestaat uit een meetunit die op de borst word gedragen, een hartslagband rond
de borst en een gezichtsmasker. De apparatuur staat in draadloze verbinding
met een computer waardoor in real-time de lichamelijke belasting (onder andere
ademhaling, zuurstof opname, kooldioxide productie en hartfrequentie) van de
kinderen tijdens de Steep Ramp Test kan worden geregistreerd. Voor en direct na
de Steep Ramp Test vult de participant een OMNI-schaal in met betrekking tot de
mate van ervaren inspanning. Verder zal ook de fysieke activiteit in kaart
worden gebracht door middel van accelerometrie. Elke participant krijgt een
geavanceerde accelerometer (Actigraph) mee om het dagelijkse activiteitenniveau
te monitoren gedurende een week. Deze accelerometer is eenvoudig te bevestigen
om de heup. Hierbij wordt bovendien aan hen gevraagd een kort dagboekje bij te
houden waarin ze bijvoorbeeld bij het naar bed gaan kort vermelden wat ze die
dag aan activiteiten gedaan hebben.

Op basis van deze gegevens zal er door middel van geavanceerde statistische
modellering, te weten de Generalized Additive Models for Location, Scale and
Shape (GAMLSS), normwaarden worden opgesteld. Deze methode is een extensie van
de LMS methode. GAMLSS zijn (semi) parametrische regressie modellen, die
verschillende verdelingstypen gebruiken, om zo de beste verdeling van de data
te vinden.

In deel 2 van de studie zal in een kleine subgroep van ongeveer 30
proefpersonen worden gekeken naar de validiteit van de Steep Ramp Test. Naast
de Steep Ramp Test van deel 1 zal deze groep binnen een periode van 7-14 dagen
na de Steep Ramp Test nog een maximale inspanningtest op de fietsergometer
ondergaan met ademgasanalyze. Op deze manier kan de piek zuurstofopname
(VO2peak) tijdens de Steep Ramp Test worden vergeleken met de VO2peak van de
maximale inspanningstest en kan de relatie bepaald worden tussen de VO2peak
behaald op de maximale inspanningstest en de Wpeak behaald op de Steep Ramp
Test.

Ook zal bij een kleine groep van ongeveer 30 proefpersonen worden gekeken naar
de test-hertest betrouwbaarheid van de Steep Ramp Test. Naast de Steep Ramp
Test van deel 1 zal deze groep binnen een periode van 7-14 dagen na de Steep
Ramp Test nog een Steep Ramp Test ondergaan met gasanalyze.

In deel 1 worden de proefpersonen gevraagd om deel te nemen aan een eenmalige
Steep Ramp Test met ademgasanalyze tot uitputting van de proefpersoon. In het
dagelijks leven bestaat het activiteitenpatroon van kinderen veelal uit
kortdurende, intense inspanningen van relatief korte duur en aangezien we
alleen gezonde proefpersonen meten, verwachten dat de belasting en risico's van
dit onderzoek minimaal zijn. De Steep Ramp Test brengt een klein risico met
zich mee. De hartspier wordt zwaarder belast dan normaal, waardoor zich heel
sporadisch complicaties voordoen. Het risico op een hartinfarct tijdens de
Steep Ramp Test is erg klein. Iets groter is het risico op een
hartritmestoornis, maar in beide gevallen gaat het om een vrijwel
verwaarloosbaar risico. De demografische en antropometrische metingen zijn ook
niet belastend en brengen geen risico met zich mee. Voorafgaand aan en direct
na de Steep Ramp Test moeten de kinderen op een OMNI-schaal met behulp van
afbeeldingen de mate van ervaren inspanning aangeven. Dit deel van het
onderzoek vindt plaats op hun eigen basisschool of middelbare school en de
totale tijd die een proefpersoon kwijt is aan deel 1 bedraagt slechts 30
minuten. Hierbij is het dragen van de accelerometer voor een week niet
inbegrepen. Het bijhouden van een kort logboekje betreffende hun dagelijkse
activiteiten kost slechts 5 minuten per dag.

Wanneer de proefpersonen ook mee willen doen aan deel 2, dan moeten ze of een
tweede Steep Ramp Test doen of een reguliere maximale inspanningstest met
ademgasanalyze tot uitputting van de proefpersoon. Maximale inspanningstesten
(Steep Ramp Test en reguliere maximale inspanningstest) brengen een klein
risico met zich mee. De hartspier wordt zwaarder belast dan normaal, waardoor
zich heel sporadisch complicaties voordoen. Het risico op een hartinfarct
tijdens een maximale inspanningstest is erg klein. Iets groter is het risico op
een hartritmestoornis, maar in beide gevallen gaat het om een vrijwel
verwaarloosbaar risico. Voorafgaand aan en direct na de Steep Ramp Test moeten
de kinderen op een OMNI-schaal met behulp van afbeeldingen de mate van ervaren
inspanning aangeven. Dit deel van het onderzoek vindt ook plaats op hun eigen
basisschool of middelbare school en de totale tijd die een proefpersoon kwijt
is aan deel 2 bedraagt slechts 30 minuten.