Het evalueren van de werkzaamheid en veiligheid van 80mg adalimumab opstart dosering gevolgd door een 40mg dosis om de week, subcutaan beginnend vanaf week 1,gedurende 80 weken, vergeleken met placebo als een therapie in patiënten die een hoge dosis…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ooginfecties, -irritaties en -ontstekingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire onderzoeksvariabele is het verschil in *Time to treatment failure*
tussen adalimumab en placebo.
De defenitie van "Time to treatment failure" staat beschreven op pagina 30 van
het protocol.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire onderzoeksvariabelen zijn:
1. Het verschil in Vitrous Haze Grade (NEI/SUN) in elk oog vanaf week 6 tot aan
het (vroegtijdig) eindbezoek.
2. Het verschil in logMAR BCVA in elk oog van week 6 tot aan het (vroegtijdig)
eindbezoek.
3. Vanaf week 6 wordt de tijd bijgehouden tot aan wanneer er voor een patient,
aan de hand van een OCT, aangetoond kan worden dat een patient macula oedeem
heeft in minstens 1 oog.
4. Verandering in de centrale Retina dikte in elk oog vanaf week 6 tot aan
(vroegtijdig) eindbezoek.
5. Het verschil in de NEI visual Functioning Questionnair (VFQ-25) score van
week 6 tot aan het (vroegtijdig) eindbezoek
Achtergrond van het onderzoek
Uveïtis is een infectie aan de uvea wat o.a. bestaat uit de iris, corpus
ciliare en de chorioidea. Volgens de *Standardization of Uveitis
Nomenclature* (SUN) groep kan uveïtis geclassificeerd worden aan de hand van de
primaire anatomische locatie van de infectie; anterior-, intermediair- of
pan-uveitis of uveïtis posterior. De typen intermediair-, pan-uveitis of
uveïtis posterior zorgen voor een significant hoger risico op zichtverlies,
vergeleken met uveïtis anterior.
Wereldwijd is er een duidelijke medische behoefte aan werkzame therapieën voor
patiënten met non-infectieuze, intermediaire uveïtis, panuveïtis en uveïtis
posterior. Deze patiënten hebben vaak chronische corticosteroïden therapieën
nodig om hun ziekte onder controle te houden. Het chronische gebruik van
corticosteroïden gaat gepaard met langdurige bijwerking.
Immunosuppresieve therapieën worden gebruikt om chronische corticosteroïden
gebruik te minimaliseren maar zijn niet voldoende bestudeerd, niet bij alle
patiënten effectief en dragen ook bepaalde bijwerkingen op de lange duur.
Het beoogde effect van adalimumab kan van grote invloed zijn op de kwaliteit
van het leven van de patiënten met uveïtis. Het is zeer waarschijnlijk dat de
symptomen van uveïtis dankzij het gebruik van adalimumab significant
verbeteren. Eerdere studies hebben aangetoond dat adalimumab en andere
anti-TNFs een positief effect hebben op uveïtis. Zie hiervoor pagina 24 t/m 25
van het protocol.
Doel van het onderzoek
Het evalueren van de werkzaamheid en veiligheid van 80mg adalimumab opstart
dosering gevolgd door een 40mg dosis om de week, subcutaan beginnend vanaf week
1,gedurende 80 weken, vergeleken met placebo als een therapie in patiënten die
een hoge dosis corticosteroïden gebruiken voor actieve non-infectieuze
intermediair- of pan-uveïtis of uveïtis posterior.
Onderzoeksopzet
een multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind, placebo-gecontroleerd onderzoek
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten zullen een subcutane opstart dosis van 80mg adalimumab of placebo toegediend krijgen, gevolgd door 40 mg adalimumab of placebo om de week. Alle patiënten zullen een prednison opstartdosering van 60mg/dag innemen aan de start van de studie waarna de prednison zal worden afgebouwd. In week 15 zal de prednison inname bij alle patiënten compleet zijn afgebouwd.
Inschatting van belasting en risico
De patiënt bezoekt het ziekenhuis tenminste 24 keer in het kader van de studie.
Tijdens de screeningsvisite zal een PPD test en bij alle vrouwen een
zwangerschapstest worden gedaan. Ook worden een ECG en een longfoto gemaakt.
Tijdens elk bezoek zullen meerdere oogmetingen (gezichtsveld meeting, OCT,
virteous Haze, Slit lamp onderzoek en tonometrie) worden uitgevoerd. Er zal
bloed worden afgenomen, urine wordt verzameld en de patiënt zal enkele
vragenlijsten moeten invullen.
Elke 12 weken ondergaat de patiënt een lichamelijk onderzoek en wordt er een
urine zwangerschapstest afgenomen.
Publiek
Wegalaan 9
Hoofddorp 2132JD
NL
Wetenschappelijk
Wegalaan 9
Hoofddorp 2132JD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patiënt moet 18 jaar of ouder zijn
2. De patiënt moet gediagnotiseerd zijn met actieve non-infectieuze intermediaire- of pan-uveïtis of uveïtis posterior.
3. De patiënt moet bij baseline actieve uveïtis hebben die voldoet aan tenminste één van de volgende parameters in tenminste één oog ondanks minstens 2 weken 10 t/m 60mg orale prednison per dag ( of een oraal equivalent hiervan) te hebben gebruikt:
- Actieve, geïnfecteerde chorioretinale en/ of geïnfecteerde retinaal vasculair letsel
- >= 2+ voorste oogkamer cellen volgens de Standardization of Uveïtis Nomenclature [SUN] criteria
- >= 2+ vitrous haze volgens de National Eye Institute [NEI]/SUN criteria;4. De patiënt moet tussen de 10 en de 60 mg orale prednison ( of vergelijkbare corticosteroïden) gebruiken gedurende de laatste 2 weken voor de screening en moet op deze dosering blijven tot aan de baseline visite.
5. Het moet gedocumenteerd zijn dat de patient in het verleden adequaat gereageerd heeft op orale corticosteroïden (equivalemt aan 1mg/kg/dag orale prednison)
6. De TB testen zijn diagnostische testen. Een negatieve uitslag van de TB test moeten worden geïnterpreteerd in de context van de epidemiologie, de medische geschiedenis, de test uitslagen en dergelijke van de patiënt. Het is de verantwoordelijkheid van de onderzoeker om vast te stellen dat een patiënt in het verleden actieve of latente TB heeft gehad. In geen enkel geval kan een patiënt met een positieve PPD uitslag of een positieve QuantiFERON®-TB Gold test toegelaten worden tot de studie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Patiënten met uveïtis anterior
2. Patiënten die voorheen niet reageerde op een hoge dosis corticosteroïden.
3. Patiënten met bevestigde of vermoedelijke infectieuze uveïtis, inclusief maar niet alleen infectieuze uveïtis als gevolg van TB, cytomegalovirus (CMV), ziekte van Lyme, toxoplasmosis, humaan T-Lymfotroop Virus type 1 (HTLV-1) infectie, ziekte van Whipple en herpes simplex virus(HSV).
4. Patiënten met serpiginous choroidopathie
5. Patiënten met vertroebeling van het hoornvlies of lens wat de visualisatie in de fundus belemmert of dat waarschijnlijk naar een cataract operatie zal leiden tijdens de studie.
6. Patiënten met een intraoculaire druk >= 25*mmHg, die *>= 2 *medicatie gebruiken tegen glaucoom of die een vastgestelde oogzenuw beschadiging hebben als gevolg van een glaucoma.
7. Patiënten met Best Corrected Visual Acuity (BCVA) minder dan 20 letters ( EDTRS [Early Treatment Diabetic Retinopathy Study] in tenminste 1 oog bij de baseline visite.
8. Patiënten met intermediaire uveïtis of patiënten met panuveitis die signalen van intermediaire uveïtis (zoals van snowbanking of snowballs nu of in het verleden) vertonen en/of MRI uitslagen die wijzen op demyeliniserende ziekten als multiple sclerose. Van alle patiënten met intermediaire uveïtis of met panuveitis die signalen van intermediaire uveitis (zoals van snowbanking of snowballs nu of in het verleden) moeten binnen 90 dagen voor de baseline visite een hersen-MRI worden gemaakt.
9. Patiënten die voorheen gebruik hebben gemaakt van anti-TNFs of andere *biologic* therapieën ( met uitzondering van intravitreale anti VEGF therepie) die een potentieel therapeutisch effect op non-infectieuze uveïtis zouden kunnen hebben.
10. Als de patiënt de studie start met een concomitante immunosuppresieve therapie, de dosering is gewijzigd binnen 28 dagen voor baseline of de dosering is niet binnen de volgende doseringen bij baseline:
• Methotrexaat(MTX) <= 25mg per week
• Cyclosporine <= 4 mg/kg per dag
• Mycofenolaat mofetil <=2 gram per dag of een soortgelijke medicatie ( zoals mycofenolzuur) bij een equivalente dosering dat is goedgekeurd door de Medical Monitor
• Azathioprine <= 175 per dag
* Tacrolimus (oraal) <= 8 mg per dag;11. Patiënten die binnen 3 jaar voor de baseline visite een Retisert® (glucocorticosteroïden implantaat) hebben of complicaties hebben ervaren door de implantaat. Patiënten die 90 dagen voor de baseline visite de Retisert® (glucocorticosteroïden implantaat) hebben laten verwijderen of complicaties hebben ervaren door het verwijderen van de implantaat.
12. Patiënten die 30 dagen voor de baseline visite intraoculaire of perioculare corticosteroïden toegediend hebben gekregen.
13. Patiënten met proliferatief of ernstige niet-proliferatief diabetische retinopathie of klinisch significante macula oedeem als gevolg van de diabetische retinopathie
14. Patiënten met neovascularisatie of natte vorm van maculadegeneratie.
15. Patiënten die een netvlies-glasvocht afwijking hebben (vitreomaculair traction, epiretinale membranen enz.) dat tot mogelijke beschadigingen aan de macula kan leiden maar die geen samenhang hebben met het infectie verloop.
16. Een patiënt die bij baseline een ernstige vertroebeling in het glasachtige lichaam heeft.
17. Een patiënt die, binnen 6 maanden voor de baseline visite, Ozurdex (een dexamethason implantaat) heeft gekregen.
18. Een patiënt die, binnen 90 dagen voor de baseline visite, intravitreale methotrexaat toegediend heeft gekregen.
19. Een patient die een intravitreale anti-VEGF therapie heeft gevolgd:a) die binnen 45 dagen voor de baseline visite for Lucentis® (ranibizumab) of Avastin® (bevacizumab)of b) 60 dagen binnen voor de baseline visite voor anti-VEGF Trap (Aflibercept)
20. Een patiënt die binnen 1 week voor de screening visite een systemische carbonische anhydrase remmer heeft gebruikt.
21. Patiënten met macula oedeem als enige bewijs van uveitis
22. Patiënten die in het verleden scleritis hebben gehad
23. patïent met een intollerantie voor een hoge dosering orale corticosteroïden (equivalent aan orale prednison 1mg/kg of 60 tot 80 mg/dag)
24. Patïent die binnen 30 dagen voor de baseline visite cyclofosfamide heeft gebruikt
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2009-016095-68-NL |
CCMO | NL32051.078.10 |