Studie A:Doel: Het onderzoeken van de verschillen tussen drie locaties (duodenum, jejunum en ileum), wanneer caseïne direct in de dunne darm wordt geinfundeerd, op ad libitum voedselinname, verzadiging en het vrijkomen van verzadigingshormonen.…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Eetlust- en algemene voedingsstoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Verschil in ad libitum maaltijd inname (gemeten mbv pasta maaltijd)
Secundaire uitkomstmaten
Verschil in verzadiging, hongergevoel (gemeten mbv VAS per tijdspunt)
Meten van de verzadigingshormonen CCK, GLP-1 en PYY en insuline en glucose.
Achtergrond van het onderzoek
Rationale: Het vrijkomen van intacte nutriënten in de dunne darm kan zorgen
voor de activatie van een intestinale rem. In het engels wordt dit ook wel de
activatie van een intestinal brake genoemd. Dit is een negatief feedback
mechanisme vanuit de dunne darm naar de maag en het centraal zenuwstelsel. Op
deze manier ontstaat er een afname in voedselinname (die ook te zien is na
RYGB), hongergevoel en voedselopname. Daarnaast zorgt het voor een toename in
verzadiging. In onze vorige studie (METC 11-3-034) hebben we laten zien dat het
infunderen van vet, eiwit en koolhydraat in het ileum alle drie zorgen voor de
activatie van de ileal brake (met een duidelijke afname in voedselinname). Op
dit moment is het niet duidelijk in welk gedeelte van de dunne darm de intacte
nutriënten moeten worden geinfundeerd om een maximaal effect hiervan te
bewerkstelligen. In deze studie willen we daarom, in twee substudies (eenmaal
met een eiwit en eenmaal met een koolhydraat, onderzoeken wat de verschillen
tussen het infunderen van nutriënten in duodenum, jejunum en ileum op
voedselinname en verzadiging zijn.
Doel van het onderzoek
Studie A:
Doel: Het onderzoeken van de verschillen tussen drie locaties (duodenum,
jejunum en ileum), wanneer caseïne direct in de dunne darm wordt geinfundeerd,
op ad libitum voedselinname, verzadiging en het vrijkomen van
verzadigingshormonen.
Hypothese: Het infunderen van caseine in het duodenum en jejunum zorgt voor een
afname in voedselinname die vergelijkbaar is met het infunderen van caseïne in
het ileum.
Primaire uitkomstmaat: Het effect van rechtstreekse toediening van caseine op
verschillende plaatsen in de dunne darm op ad libitum voedselinname
onderzoeken.
Secundaire uitkomstmaten:
1. Het effect van rechtstreekse toediening van caseine op verschillende
plaatsen in de dunne darm op verzadiging onderzoeken.
2. Het effect van rechtstreekse toediening van caseine op verschillende
plaatsen in de dunne darm op het vrijkomen van verzadigingshormonen
onderzoeken.
Studie B:
Doel: Het onderzoeken van de verschillen tussen drie locaties (duodenum,
jejunum en ileum), wanneer sucrose direct in de dunne darm wordt geinfundeerd,
op ad libitum voedselinname, verzadiging en het vrijkomen van
verzadigingshormonen.
Hypothese: Het infunderen van sucrose in het duodenum en jejunum zorgt voor een
afname in voedselinname die vergelijkbaar is met het infunderen van sucrose in
het ileum.
Primaire uitkomstmaat: Het effect van rechtstreekse toediening van sucrose op
verschillende plaatsen in de dunne darm op ad libitum voedselinname
onderzoeken.
Secundaire uitkomstmaten:
1. Het effect van rechtstreekse toediening van sucrose op verschillende
plaatsen in de dunne darm op verzadiging onderzoeken.
2. Het effect van rechtstreekse toediening van sucrose op verschillende
plaatsen in de dunne darm op het vrijkomen van verzadigingshormonen
onderzoeken.
3. Het verschil tussen caseïne en sucrose onderzoeken.
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerde, dubbel-blinde cross-over studie. Met Substudie A: Infusie van
caseïne. Substudie B: infusie van sucrose.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Infusie van casein of sucrose in de dunne darm
Inschatting van belasting en risico
Bloed monsters Op elke testdag (1-4) wordt er een infuus in een ader van de
onderarm geplaatst om bloed af te kunnen nemen. Per tijdspunt wordt er 8ml
bloed afgenomen, totaal van 72ml per dag (totaal van 288mL voor de 4
testdagen). Na het afnemen wordt er onmiddelijk een DPPIV-remmer aan het bloed
toegevoegd. Hierdoor blijft actief GLP-1 in het plasma meetbaar. Tijdens het
afnemen van de bloedmonsters zitten de proefpersonen in een comfortabele stoel
met een verstelbare rugleuning. Er worden geen bijwerkingen verwacht bij het
afnemen van de bloedmonsters.
VAS scores voor verzadiging en gastrointestinale klachten Scores voor
verzadiging, honger, verlangen om te eten en gastrointestinale klachten
(brandend, vol gevoel, krampen, kolieken etc) worden gemeten door gebruik te
maken van een visual analogue score (VAS, 0 tot 100 mm).
Plaatsing van sonde en doorlichting Het plaatsen van de nasoileale sonde kan
voor de proefpersoon even vervelend zijn. Elke test dag start met het plaatsen
van de sonde. De stralings blootstelling tijdens het positioneren van de sonde
is maximaal (0.05 mSv). De totale stralings blootstelling (alle testdagen) is
ongeveer 0.20 mSv (0.05 mSv x 4). Dit komt qua blootstelling aan straling
ongeveer overeen met 2 retour vluchten van Amsterdam naar Sydney in een
vliegtuig op een hoogte van 4 km (www.ngr-nl.com). Aangezien de sonde 4 dagen
in situ blijft kan dit resulteren in milde klachten (neus en keel). Deelnemers
kunnen altijd (24 uur per dag) in contact komen met de onderzoeker indien niet
noodzakelijk is. Alle deelnemers zijn gezonde vrijwilligers en we verwachten
geen gezondheidsvoordelen of gezondheidsnadelen
Algemeen / deelnemers
Universiteitssingel 60
Maastricht 6229 ER
NL
Wetenschappers
Universiteitssingel 60
Maastricht 6229 ER
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Geen gastrointestinale klachten of ziektebeelden (gebaseerd op medische voorgeschiedenis zoals besproken tijdens de screening)
- Gezonde mannen en vrouwen met een leeftijd tussen de 18 en 65 jaar. Vrouwen moeten anticonceptie gebruiken.
- BMI tussen de 18 en 25 kg/m2
- Stabiel gewicht over de laatste 6 maanden
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Geschiedenis van ernstige cardiovasculaire, respiratoire, urogenitale, gastrointestinale/hepatische, hematologische/immunologische, KNO, dermatologische, musculoskeletale, metabole, endocriene, neurologische, allergische ziekten en grote abdominale chirurgie. Ernst van ziekten of operatie zal door hoofdonderzoeker bepaald worden.
- Gebruik van medicatie (met uitzondering van anticonceptie), inclusief vitamine supplementen, tot 14 dagen voor start studie.
- Deelname aan interventie studie in het laatste half jaar die mogelijk kan interfereren met deze studie (zal door hoofdonderzoeker worden bepaald)
- Grote abdominale chirurgie waardoor gastrointestinale functie kan zijn beinvloedt.
- Volgen van een dieet (vegetarisch, diabetisch, macrobiologisch, etc)
- Zwangerschap of lactatie
- Alcohol consumptie van meer dan >20 glazen per week
- Roken
- Eerdere deelname aan een studie waarbij straling is gebruikt (in afgelopen jaar)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCTidnotyetassigned |
CCMO | NL48065.068.14 |