Dit onderzoek bestudeert het effect van orale ijzertoediening op de concentratie van uremische toxines in het plasma, afkomstig uit de dikke darm, in predialyse patiënten met CKD en ijzertekort. De belangrijkste onderzoeksvragen om te beantwoorden…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ijzer- en sporenelementenmetabolismestoornissen
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Concentratie van 13 uremische toxines: hippuraat, de indolen (indoxylsulfaat,
indoxylglucuronide en indole-3-azijnzuur, tryptofaan metabolieten (kynurenine,
kynureninezuur en quinolinezuur), fenolen (fenylazijnzuur, fenylsulfaat,
fenylglucuronide, 3-carboxy-4-methyl-5-propyl-2-furanpropionzuur (CMPF),
p-cresylsulfaat and p-cresylglucuronide), voor, tijdens en na de behandeling
met ijzer.
Secundaire uitkomstmaten
• Concentratie van 13 uremische toxines (zie hierboven) in de faeces, voor,
tijdens en na de behandeling met ijzer.
• Samenstelling van de darmmicrobiota, voor, tijdens en na de behandeling met
ijzer.
• Proteolytische activiteit van de darmmicrobiota met ammonia als marker, voor,
tijdens en na de behandeling met ijzer.
• Plasma ammonia concentratie , voor, tijdens en na de behandeling met ijzer.
• IJzergehalte van de faeces (voor correlatie met de microbiota), voor, tijdens
en na de behandeling met ijzer.
• Andere plasmaparameters: Hb (hemoglobine), MCV (Mean Corpuscular Volume), Fe,
TIBC (Total iron binding capacity), ferritine, CRP (C-reactive protein),
kreatinine (schatting GFR).
o De transferrineverzadiging zal berekend worden op basis van TIBC en Fe.
Achtergrond van het onderzoek
Chronisch nierfalen (CKD) in de verschillende stadia heeft een geschatte
prevalentie van 8-16% wereldwijd, wat het tot een wereldwijd
gezondheidsprobleem maakt. Patiënten met CKD en verlies van nierfunctie hebben
een verhoogd risico op morbiditeit en mortaliteit. De riscio*s van CKD worden
toegeschreven aan *uremie*, een verhoogde concentratie van uremische toxines in
het plasma, als het gevolg van een verminderde nierfunctie. Recent werd
duidelijk dat er een colo-renale as bestaat, die uremie associeert met een
veranderde darmmicrobiotasamenstelling en metabolisme. Hieronder vallen een
afname van gezonde groepen darmbacteriën, een toename van mogelijk pathogene
groepen darmbacteriën en een toename in de productie van uremische toxines.
Eiwitafbraak door de darmmicrobiota is een belangrijke bron van deze uremische
toxines.
Er is een hoge prevalentie van bloedarmoede bij patiënten met CKD, dit als
gevolg van chronische ontsteking. Om bloedarmoede te herstellen worden
patiënten meestal behandeld met ijzer, oraal of parenteraal. Onze eerdere
experimenten in een in vitro model van de humane dikke darm hebben laten zien
dat het toevoegen van ijzer aan een humane darmmicrobiota ervoor zorgde dat de
samenstelling veranderde en dat de eiwitafbraak toenam. Dit resulteerde in een
relatief toxisch metaboloom. Daarnaast hebben we recent onderzocht wat het
effect is van eiwitinname op de plasma uremische toxine concentraties in
gezonde vrijwilligers. Deze vrijwilligers werden gerandomiseerd voor een
voeding met hoog-eiwitinname of voor een voeding met laag-eiwitinname,
gedurende 2 weken. In de groep met een hoge eiwitinname vonden we een
significante toename in de plasmaconcentratie van indoxylsulfaat en een
significante toename van indoxylsulfaat, indoxylglucuronide, kynureninezuur,
quinolinezuur en p-cresylsulfaat in de urine. Dit is vergelijkbaar met de
resultaten van een studie bij muizen. Tezamen roept dit de vraag op of de
toediening van oraal ijzer aan patiënten met CKD bijdraagt aan de eiwitafbraak
door de darmmicrobiota en of dit leidt tot een verhoogde productie van
uremische toxines. Alhoewel het nog niet helemaal duidelijk is of uremische
toxines betrokken zijn bij de processen die leiden tot progressie van de
ziekte, is wel aangetoond dat p-cresol en indolderivaten (de meest
bestudeerde uremische toxines) geassocieerd zijn met mortaliteit, hart- en
vaatziekten en progressie van CKD.
Doel van het onderzoek
Dit onderzoek bestudeert het effect van orale ijzertoediening op de
concentratie van uremische toxines in het plasma, afkomstig uit de dikke darm,
in predialyse patiënten met CKD en ijzertekort. De belangrijkste
onderzoeksvragen om te beantwoorden zijn:
1. Zorgt orale ijzertoediening bij predialyse CKD patiënten ervoor dat de
concentratie uremische toxines in het plasma toeneemt?
2. Stimuleert orale ijzertoediening de eiwitafbraak door de darmmicrobiota in
predialyse CKD patiënten?
3. Wat is het effect van orale ijzertoediening op de samenstelling van de
darmmicrobiota in predialyse CKD patiënten?
4. Herstelt de darmmicrobiota na de interventie met ijzer zich naar de situatie
voor interventie?
Onderzoeksopzet
Longitudinale studie
Inschatting van belasting en risico
Wat betreft de behandeling met ferrofumaraat zijn er geen extra risico*s
verbonden aan het deelnemen aan deze studie. Het is namelijk een standaard
therapie voor ijzerdeficiënte predialyse CKD patiënten, die ze ook krijgen
wanneer ze niet deelnemen aan de studie. Om compleet te zijn noemen we hier de
bijwerkingen zoals beschreven in het Farmacotherapeutisch kompas (online;
6-11-2014);
Vaak (1-10%): lichte obstipatie. Soms (0,1-1%): diarree. Zelden (0,01-0,1%):
allergische huidreacties (zoals huiduitslag, urticaria, jeuk, erytheem,
fotosensibilisatie). Verder zijn gemeld: misselijkheid, maagpijn, braken,
anorexie, zwartkleuring van de feces.
Deelname aan deze studie vraagt het afnemen van 8 extra bloedmonsters (3-6 ml)
over een periode van 4 maanden. Het betreft daarnaast de verzameling (en
kortdurende opslag) van ontlasting op 9 tijdspunten en het bijhouden van een
eenvoudig voedingsdagboekje op diezelfde tijdspunten. Er worden alleen
patiënten uit de regio van Nijmegen geïncludeerd, het is daarom mogelijk om de
patiënten thuis te bezoeken om bloed af te nemen en verzamelde ontlasting op te
komen halen. Dit beperkt het aantal keren dat de patiënt naar het ziekenhuis
moet komen. Het risico en de belasting voor de patiënt kan daarom als minimaal
worden gezien. Predialyse CKD patiënten met ijzertekort is de meest relevante
groep om dit onderzoek bij uit voeren, omdat zij het meest gevoelig zijn voor
een toename in uremische toxine concentraties, die niet efficiënt kunnen worden
verlaagt door de nieren.
Publiek
Geert Grooteplein-Zuid 22
Nijmegen 6525GA
NL
Wetenschappelijk
Geert Grooteplein-Zuid 22
Nijmegen 6525GA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Leeftijd: 18-80 jaar
2. CKD stadium III-IV (GFR van 15-60 ml/min/ 1.73m2)
3. IJzerdeficiënt en een indicatie voor behandeling met ferrofumaraat. Dat is: Hb <7 mmo/l, TSAT (transferrinesaturatie) <20% en ferritine <200 µg/l, in de aanwezigheid van een CRP < 10 mg/l.
4. Woonachtig in de regio Nijmegen (binnen een straal van 20 km om het Radboudumc)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Patiënten die al onder behandeling zijn met ijzer (oraal of parenteraal), of gestopt zijn met ijzerbehandeling <= 4 weken voor de start van de studie.
2. Patiënten die OTC ijzersupplementen of ijzerverrijkte producten gebruiken
3. Obstipatie (minder dan 3x per week ontlasting)
4. Behandeling met antibiotica <= 4 weken voor de start van de studie. Als behandeling met antibiotica nodig is gedurende de studie dan wordt de patiënt ook geëxcludeerd.
5. Start van behandeling met Sevelamer gedurende de studie (patiënten die al behandeld worden met Sevelamer en die voortgezet wordt hoeven niet te worden geëxcludeerd)
6. Hb < 4.5
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL51531.091.14 |