De verschillen in schouder mobiliteit en spierkracht tijdens het uitvoeren van functionele taken, tussen jongvolwassenen, gezonde ouderen en ouderen met het subacromiaal pijnsyndroom.

Eerder onderzoek heeft laten zien dat ouderen meer kans hebben om
schouderklachten te ontwikkelen dan jongvolwassenen. Ook ouderen zonder
schouderklachten hebben beperkingen in de schouderfunctie, vergeleken met
jongvolwassenen. De meest voorkomende schouderklacht is het subacromiaal
pijnsyndroom (SAPS), wat kan leiden tot pijn en problemen met het uitvoeren van
de activiteiten van het dagelijks leven (ADL). Het identificeren van de
beperkte activiteiten die extra aandacht verdienen in patiënten met SAPS kan
nuttig zijn voor diagnosticerende en revalidatie doeleinden.
De beperkingen tijdens het uitvoeren van ADL*s kan een gevolg zijn van pijn,
maar ook van een afname van de range of motion en momentproductie. Een moment
is het resultaat van spier-, ligament-, en wrijvingskrachten die op het
gewricht werken om de hoekrotatie van dit gewricht te veranderen. Uit de
literatuur is gebleken dat de momentproductie lager wordt bij een hogere
hoeksnelheid (snelheid van een gewrichtsbeweging). Meer specifieke informatie
over het precieze gebied waarin deze problemen ontstaan bij SAPS patiënten en
ouderen, kunnen de artsen helpen om een bewegingsprogramma te ontwikkelen om de
beperkingen te verminderen en de kwaliteit van leven zolang mogelijk te
behouden.
In de literatuur is veel onderzoek gedaan naar de maximale range of motion en
maximale momentproductie van ouderen en jongvolwassenen. Echter, tijdens het
uitvoeren van dagelijkse taken, is meestal niet het maximale vermogen van de
persoon nodig om deze taken goed uit te voeren. Daarom zou het relevant zijn om
de range of motion en momentproductie te meten tijdens het uitvoeren van
functionele taken. In dit onderzoek stellen we voor om jongvolwassenen,
gezonde ouderen en ouderen met SAPS te meten om zo de veranderingen in
kinetica en kinematica te identificeren en onderscheid te maken tussen
veranderingen door veroudering en veranderingen veroorzaakt door SAPS. Op
basis van dit onderzoek kan het mogelijk worden om de beperkte onderliggende
mechanismen in het uitvoeren van de dagelijkse taken te identificeren van zowel
gezonde ouderen als ouderen met SAPS.

Dit onderzoek heeft 2 doelen:
(1) De invloed van hoeksnelheid op de momentproductie in het schoudergewricht
tijdens functionele taken onderzoeken, in jongvolwassenen, gezonde ouderen en
ouderen met subacromiaal pijnsyndroom.
(2) Onderzoeken of er een relatie is tussen de verschillen in range of motion
tijdens functionele taken, en de maximale isometrische spierkracht van
jongvolwassenen, gezonde ouderen en ouderen met subacromiaal pijnsyndroom.

Dit onderzoek is een pilot, en het omvat een cross-sectioneel design, waarin
drie groepen met elkaar vergeleken zullen worden.

De KinCom dynamometer is ingesteld op de mogelijkheden van elke proefpersoon,
hetgeen betekent dat de range of motion waarin de patiënt gaat bewegen is
afgesteld in het pijnvrije gebied van de beweging. Om de proefpersonen te
beschermen tijdens de metingen op de KinCom dynamometer is de KinCom voorzien
van gordels om te voorkomen dat de proefpersonen vallen. Daarnaast is de KinCom
dynamometer voorzien van een noodstop, waarmee de proefpersoon de beweging
onmiddelijk kan stoppen in het geval van nood/ongemak. De metingen met de
KinCom dynamometer zijn binnen het bereik van activiteiten die in het dagelijks
leven worden uitgevoerd.

Tijdens de metingen met het Optotrak bewegingsregistratiesysteem, zullen
markers bevestigd worden op de huid. Het verwijderen van de markers na de
metingen kan leiden tot tijdelijke lokale huidirritatie. Er zijn geen andere
risico*s die groter zijn dan tijdens het dagelijks leven.