Deze studie richt zich op het vaststellen van de invloed van de afnameplaats op de variabiliteit van ACT meting aan het einde van coronaire angiografie of PCI bij patienten die aan het begin van de procedure een eenmalige gift heparine hebben gehad…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Kransslagaderaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Variabiliteit in simultane ACT metingen tussen bloedmonsters uit veneuze lijn /
infuus, catheter in aorta ascendens, en arteriële sheath aan het einde van de
procedure.
Secundaire uitkomstmaten
n.v.t.
Achtergrond van het onderzoek
Het huidige tijd van coronaire angiografie en percutane coronaire interventie
(PCI) bij een steeds ouder wordende patientpopulatie vraagt om een duidelijk
protocol omtrent het niveau van antistolling (middels toediening van heparine)
om de kans op succes van de procedures te vergroten en kans op complicaties
(i.e. bloeding of trombose) te verlagen. De geactiveerde stollingstijd (ACT)
weerspiegelt de activiteit van heparine in het bloed en wordt al decennia
gebruikt om de mate van antistolling middels heparine te controleren. Er zijn
echter geen definitieve richtlijnen met betrekking tot ACT metingen tijdens de
procedure. Zo is bijvoorbeeld niet gedefinieerd of bloedmonsters voor een ACT
meting uit veneus of arterieel bloed moet worden afgenomen. Verder zou een
bloedafname via een met heparine-gecoate toegangsweg (zoals arteriële sheath of
veneus infuus) theoretisch de ACT meting kunnen beïnvloeden. Dit kan resulteren
in een inadequate meting en dus verkeerde inschatting van het coagulatie (=
bloedverdunnings) niveau. Het spreekt voor zich dat onder- of overschatting van
de coagulatie niveau een adequate coronaire behandeling en het welzijn van de
patiënt in gevaar kan brengen.
Doel van het onderzoek
Deze studie richt zich op het vaststellen van de invloed van de afnameplaats op
de variabiliteit van ACT meting aan het einde van coronaire angiografie of PCI
bij patienten die aan het begin van de procedure een eenmalige gift heparine
hebben gehad.
Onderzoeksopzet
Prospectieve, single-center observationele studie.
Inschatting van belasting en risico
Belasting en risico's van deelname aan de studie zijn zeer klein; het betreft
een eenmalige bloedafname van minder dan 10cc aan het einde van de procedure.
Na de procedure vindt er geen follow-up plaats en ook behandeling van patiënt
blijft onveranderd en wordt niet beïnvloed door deze studie.
Publiek
Wilhelminalaan 12
Alkmaar 1815 JD
NL
Wetenschappelijk
Wilhelminalaan 12
Alkmaar 1815 JD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Opeenvolgende patiënten die gepland worden voor diagnostische coronair angiografie of electieve dotterbehandeling. Patiënten zijn geschikt als patiënten naar verwachting een enkele bolus heparine zullen ontvangen aan het begin van de procedure, i.e. patiënten die naar verwachting een langere procedure ondergaan worden niet geïncludeerd.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- gebruik van (nieuwe) orale anticoagulantia
- chronisch gebruik van NSAID's
- nierfunctiestoornissen (kreatinine > 265 ug/L)
- Leverfunctiestoornissen
- verdenking op onstabiel coronairlijden
- levensverwachting < 1 jaar
- Onvermogen om Nederlandse taal te lezen en te begrijpen
- Eerdere deelname aan deze studie
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL58204.094.16 |