Primaire onderzoeksdoelHet primaire doel van dit onderzoek is het ontwikkelen en valideren van een ziekte-specifieke PROM, die KvL meet in meningeoompatiënten.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Zenuwstelselneoplasmata benigne
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Deel A: Ontwikkeling van een meningeoom-specifieke PROM, die KvL meet.
Fase 1: het genereren van KvL issues
- Een uitputtende lijst met KvL issues
Fase 2: opstellen van een item-list
- Een lijst met items in hetzelfde format en tijdsspanne heeft als de EORTC
vragenlijsten
Fase 3: uitzetten van een voorlopige versie van de vragenlijst in een kleine
groep patiënten
- Scores van de voorlopige vragenlijst
- Resultaten van voorlopige psychometrische analyse (factor analyse, interne
consistentie, descriptieve statistiek).
- Voorlopige vragenlijst
Deel B: Validering van een meningeoom-specifieke PROM, die KvL meet.
Fase 4: uitzetten van de definitieve vragenlijst in een grote groep patiënten.
- Scores van ongeveer 300 patiënten van de voorlopige vragenlijst en normatieve
data op basis van deze scores.
- Validiteit, betrouwbaarheid, responsiviteit en interpreteerbaarheid van de
vragenlijst.
- Scores van de volgende vragenlijsten: EORTC QLQ-C30 en BN-20 en de SF-36.
Secundaire uitkomstmaten
N.v.t.
Achtergrond van het onderzoek
Meningeomen zijn de meest prevalente tumoren van het centraal zenuwstelsel met
een incidentie van 7.86 per 100.000 personen. Deze tumoren ontstaan uit de
"arachnoid cap cells" en komen daarom vaak voor op de convexiteit van de
schedel / falx cerebri (56%) en de schedelbasis (40%) en minder vaak in het
spinale kanaal (minder dan 1%). Afhankelijk van de locatie van de tumor, kunnen
patiënten een breed scala aan klachten ervaren in het fysieke (bijv. halfzijde
verlamming), psychologische (bijv. angst en depressie) en sociale domein (bijv.
verminderd initiatief). Daarnaast kunnen patiënten bijwerkingen of complicaties
ervaren van de behandeling.
Patiënten kunnen als gevolg van deze klachten disfunctioneren op drie
verschillende niveaus, zoals beschreven door de World Health Organisation
International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF, 2001):
functieverlies (bijv. visuele problemen), beperkingen in de dagelijkse
activiteiten (bijv. het niet kunnen rijden) en beperkingen in de participatie
(bijv. niet naar werk, vrienden en familie kunnen rijden). Kwaliteit van Leven
(KvL) is een multidimensionale uitkomstmaat die klachten in het fysieke,
psychologische en sociale domein en klachten direct veroorzaakt door ziekte en
behandeling omvat. KvL is daarom een unieke uitkomstmaat die het functioneren
van patiënten meet op alle drie de niveaus.
KvL kan gerapporteerd worden door artsen, naasten en patiënten, maar wordt
meestal bepaald middels een patiënt gerapporteerde uitkomstmaat (PROM). Een
dergelijke PROM geeft het perspectief van de patiënt weer. Patiënten lijken
inderdaad de beste bron van informatie wat betreft hun eigen gezondheid. KvL
kan gemeten worden met algemene KvL vragenlijsten (bijv. SF-36, EQ-5D, FACT-G,
EORTC QLQ-C30, MDASI) en ziekte-specifieke vragenlijsten (FACT-BR, EORTC
QLQ-BN20, MDASI-BT) en kan gebruikt worden zowel in de klinische praktijk als
in klinisch onderzoek. In klinisch onderzoek kan KvL dienen als primaire of
secundaire uitkomstmaat, wat in combinatie met conventionele uitkomstmaten
gebruikt kan worden om de "net clinical benefit" van verschillende
behandelopties te bepalen. Zo kan een behandeling zowel een positief als een
negatief effect hebben op verschillende uitkomstmaten en wanneer het effect
ervan verschilt voor de verschillende uitkomstmaten, ontstaat de discussie wat
het netto effect is van de behandeling. Verder kan een KvL vragenlijst in de
klinische praktijk gebruikt worden om 1) de arts-patiënt communicatie te
faciliteren, 2) de klachten en problemen van de patiënt te monitoren tijdens
het ziektebeloop en 3) als kwaliteitsindicator van de zorg.
Uit de resultaten van een recent systematisch literatuuronderzoek bleek dat
bestaande KvL vragenlijsten gebruikt in klinisch onderzoek met
meningeoompatiënten niet ontwikkeld/gevalideerd zijn in deze patiëntengroep.
Deze review toonde ook aan dat in tegenstelling tot de impressie van artsen en
patiënten, er nog te weinig bewijs is om een definitieve uitspraak te doen over
het effect van interventies op de KvL van meningeoompatiënten. Daarom is de
ontwikkeling en validering van een KvL vragenlijst specifiek voor
meningeoompatiënten nodig.
Daar de variatie in symptomen en ziektebeloop van meningeoompatiënten erg
heterogeen is, is het lastig voor artsen om tijdens de korte poli bezoeken
systematisch de klachten en behoeftes van patiënten in kaart te brengen. Uit
een enquête van het Integraal Kankercentrum Nederland blijkt dat meer dan 60%
van de patiënten knelpunten ervaart in de arts-patiënt communicatie (patiënten
voelen zich ongehoord, er is geen aandacht voor hun psychosociale problemen en
patiënten worden niet voldoende betrokken in de beslissingsfase). Het is
algemeen bekend dat het routinematig gebruik van PROM's in de klinische
praktijk de arts-patiënt communicatie kan faciliteren en waarschijnlijk ook de
ervaren obstakels kan verhelpen.
Doel van het onderzoek
Primaire onderzoeksdoel
Het primaire doel van dit onderzoek is het ontwikkelen en valideren van een
ziekte-specifieke PROM, die KvL meet in meningeoompatiënten.
Onderzoeksopzet
De studieopzet bestaat uit twee delen:
- Deel A: Ontwikkeling van een meningeoom-specifieke PROM, die KvL meet.
- Deel B: Validering van een meningeoom-specifieke PROM, die KvL meet.
Voor de ontwikkeling van de meningeoom-specifieke PROM, die KvL meet, zullen we
de richtlijnen van de European Organisation for Research and Treatment of
Cancer (EORTC) gebruiken. De EORTC richtlijnen bestaan uit vier fases: (1) het
genereren van KvL issues, (2) opstellen van een item-list, (3) uitzetten van
een voorlopige versie van de vragenlijst in een kleine groep patiënten (4)
uitzetten van de definitieve vragenlijst in een grote groep patiënten. In alle
fases zullen we een heterogene groep meningeoompatiënten includeren op basis
van demografische kenmerken, tumor locatie en moment in het ziektebeloop (voor
en na operatie: zowel op de korte als lange termijn). Hiermee verzekeren we dat
de vragenlijst relevant is voor alle meningeoompatiënten ongeacht moment in het
ziektebeloop. Om de cross-culturele validiteit te verzekeren, includeren we
patiënten in 3 landen: Nederland, Italië en de VS.
Deel A: ontwikkeling van een meningeoom-specifieke PROM, die KvL meet.
Deel A bestaat uit 3 fases: (1) het genereren van KvL issues, (2) opstellen van
een item-list, (3) uitzetten van een voorlopige versie van de vragenlijst in
een kleine groep patiënten.
Fase 1: het generen van KvL issues
In fase 1 zullen we een uitputtende lijst met KvL issues generen op basis van
een systematisch literatuuronderzoek, semi-gestructureerde interviews met
patiënten (n=40) en zorgprofessionals (n=18).
1. Een literatuur onderzoek zal gedaan worden om relevante KvL vragenlijsten te
vinden voor deze patiëntgroep. De volgende databases zullen doorzocht worden:
MEDLINE, Embase, Web of Science, CINAHL, PSYCHINFO, Academic Search Premier,
Cochrane and ScienceDirect. Zoekopdrachten zullen gebruikt worden voor
meningeomen, vragenlijsten en KvL.
2. Twee onderzoekers zullen de domeinen en issues uit de gevonden vragenlijsten
extraheren en op basis van deze domeinen zullen semi-gestructureerde interviews
georganiseerd worden.
3. Het doel van deze semi-gestructureerde interviews is drieledig: 1) alle
relevante KvL issues te identificeren (het interview gaat door totdat de
patiënt geen nieuwe KvL issues meer kan noemen), 2) het bepalen van de
relevantie van de gevonden issues in de literatuur 3) het bepalen van de 5
meest belangrijke issues.
4. Op basis van de literatuur en de semi-gestructureerde interviews met
patiënten en zorg professionals zullen we een lijst met issues genereren. Deze
lijst zal vertaald worden naar het Engels.
Fase 2: opstellen van een lijst met items
1. In fase 2 zal de lijst met KvL issues omgezet worden naar vragen/items in
het Engels met hetzelfde format en tijdsspanne als de EORTC vragenlijsten: a)
vragen zullen refereren naar de ervaringen van de patiënt van de afgelopen week
of maand, op basis van de frequentie van de issues, b) antwoorden zullen
geregistreerd worden op een 4 point Likert scale (1 helemaal niet - 4 heel
erg), c) vragen die gerelateerd zijn aan het functioneren zullen positief
geformuleerd worden en vragen die gerelateerd zijn aan symptomen, zullen
negatief geformuleerd worden.
2. De vragen zullen gemaild worden naar de hoofdonderzoekers van elk centrum om
tot consensus te komen over de formulering van de vragen.
3. De vragen zullen vervolgens vertaald worden naar het Nederlands en het
Italiaans via een forward-backward methode, volgens de richtlijnen van de EORTC.
4. "Cognitive Debriefing" interviews zullen georganiseerd worden met 10
meningeoompatiënten om de construct validiteit van de voorlopige vragenlijst te
bepalen en te bepalen of de vragen duidelijk geformuleerd zijn.
Voorlopige beslisregels voor fase 1.
Alle geïdentificeerde issues uit fase 1 zullen opgenomen worden in de
voorlopige vragenlijst, met uitzondering van:
- Issues met een gemiddelde relevantie score lager dan 1.5 op de 4 point Likert
scale
- Issues die erg op elkaar lijken. De issue met de hoogste gemiddelde
relevantie score zal opgenomen worden in de voorlopige vragenlijst.
- Issues die niet in alle drie de landen en culturen bruikbaar en/of van
toepassing zijn.
Fase 3: uitzetten van een voorlopige versie van de vragenlijst in een kleine
groep patiënten.
Het doel van het uitzetten van de voorlopige vragenlijst in een kleine groep
patiënten is om eventuele fouten en problemen in de vragenlijst te
identificeren (bijvoorbeeld in de formulering van de vragen en de volgorde van
de vragen) en om overbodige en nog missende vragen te identificeren. In deze
fase zullen zo'n 120 patiënten deelnemen. Zij worden gevraagd om de vragenlijst
in te vullen en de relevantie van elk issue te scoren en aan te geven of de
vragen duidelijk geformuleerd zijn. Verder zal er een voorlopige
psychometrische analyse uitgevoerd worden. Dit leidt uiteindelijk tot de
vragenlijst die in fase 4 gebruikt zal worden.
1. Patiënten vullen de voorlopige vragenlijst in vooraf aan het interview.
2. Patiënten scoren de relevantie van elke vraag op een 4 point Likert scale
(helemaal niet - heel erg).
3. Tijdens semi-gestructureerde interviews wordt de volledigheid van de
vragenlijst bepaald. Ook wordt bepaald wat de last voor de patiënt is om de
vragenlijst in te vullen. Op basis van deze bevindingen zal de vragenlijst
eventueel aangepast worden.
4. Voorlopige psychometrische analyses zullen uitgevoerd worden.
Voorlopige beslisregels voor fase 3
Vragen blijven behouden als ze aan 5 van de volgende 7 criteria voldoen:
- Vragen met een minimaal gemiddelde relevantie score van 1.5
- Vragen met een prevalentieratio van boven de 30% (aantal patiënten die de
vraag als relevant scoort gedeeld door het totaal aantal patiënten die de vraag
gescoord heeft)
- Vragen met een range > 2 punten
- Vragen met een minimaal "floor and ceiling" effect.
- Vragen die niet van toepassing zijn in alle drie de landen.
- Vragen die bedroevend of vervelend kunnen zijn voor de patiënt.
- Vragen met een minimale "response rate" van 95%
Nieuwe vragen worden opgenomen wanneer minimaal 30% van de patiënten de vraag
als relevant rapporteert in fase 3. Vragen zullen geherformuleerd worden
wanneer minimaal 2 patiënten in fase 3 moeite hebben met de formulering van de
vraag.
Deel B: Validering van een meningeoom-specifieke PROM, die KvL meet.
Fase 4: uitzetten van de definitieve vragenlijst in een grote groep patiënten.
In fase 4 vullen patiënten uit meerdere centra de vragenlijst op meerdere
tijdspunten in (voor elke vraag die opgenomen is in de vragenlijst dienen 10
patiënten de vragenlijst in fase 4 in te vullen) om de validiteit,
betrouwbaarheid, responsiviteit en interpreteerbaarheid ("minimal important
change") te bepalen volgende de COnsensus-based Standards for the selection of
health Measurement Instruments (COSMIN) criteria.
1. Patiënten vullen de vragenlijst op drie tijdspunten in: baseline, na 12
weken en na 14 weken (patiënten die de vragenlijst invullen voor de operatie,
dienen de vragenlijst niet eerder in te vullen dan één week voor de operatie).
2. Patiënten vullen tevens drie andere vragenlijsten in tijdens het eerste
meetmoment om de "concurrent validity" te bepalen: EORTC QLQ-C30 en de
hersentumor specifieke vragenlijst (EORTC QLQ-BN20) en de SF-36.
3. Patiënten vullen een debriefing vragenlijst in. Op basis van bevindingen van
deze debriefing vragenlijst zal de vragenlijst aangepast worden.
4. Psychometrische analyses zullen uitgevoerd worden op basis van de COSMIN
criteria.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten kunnen tijdens de semi-gestructureerde interviews geconfronteerd
worden met mogelijke klachten en problemen die meningeoompatiënten kunnen
hebben. Dit kunnen zij ervaren als een psychologische last. Tevens zal het de
patiënten tijd kosten om deel te nemen aan de interviews en de vragenlijsten in
te vullen, maar dit is niet substantieel (60 min). Uit onze eerdere ervaringen
met het ontwikkelen van KvL vragenlijsten blijkt dat de last voor de patiënt
minimaal is en dat patiënten het fijn vinden om hun klachten te bespreken met
een zorgprofessional.
Publiek
Albinusdreef 2 J-11-083
Leiden 2333ZA
NL
Wetenschappelijk
Albinusdreef 2 J-11-083
Leiden 2333ZA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patiënten kunnen alleen geïncludeerd worden indien zij:
1. klinisch of middels pathologie gediagnosticeerd zijn met een WHO graad 1 meningeoom
2. 18 jaar of ouder zijn
3. vooraf aan deelname aan het onderzoek op papier toestemming geven (informed consent)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patiënten worden geëxcludeerd, indien zij:
1. Een meningeoom hebben door het Neurofibromatose type 2 syndroom
2. Niet vloeiend zijn in het Nederlands, Engels of Italiaans (afhankelijk van het land waarin zij leven)
3. Aan een psychische of fysieke conditie lijden die het begrijpen en invullen van vragen en vragenlijsten belemmert.
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL58154.058.16 |