Het doel van de studie is om in kaart te brengen of EMDR klachten en experientiele vermijding kan verminderen bij patiënten met persoonlijkheidsstoornissen.EMDR is een relatief snelle behandelinterventie, waardoor mogelijk de duur en kosten van een…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Persoonlijkheids- en gedragsstoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
BSI:
De BSI (De Beurs & Zitman, 2006) is de verkorte versie van de SCL-90-R,
bestaande uit 53 items. De BSI is een zelfrapportage vragenlijst waarmee een
overzicht verkregen kan worden van symptomen van psychopathologie bij
volwassenen vanaf 18 jaar. De items moeten beantwoord worden op een
vijf-puntsschaal (0 = *helemaal geen last* en 4 = *heel veel last*) en worden
op diverse dimensies gemeten, te weten somatische klachten, cognitieve
problemen, interpersoonlijke gevoeligheid, depressieve stemming, angst,
fobische angst, hostiliteit, paranoïde gedachten en psychoticisme. De BSI is
een betrouwbaar en valide instrument met goede interne concistentie,
Cronbach's * is 0.96 (de Beurs, 2008).
Secundaire uitkomstmaten
Schok Verwerkingslijst (Impact of Event Scale):
De Schok Verwerkingslijst is de Nederlandse versie van de Impact of Event scale
van Horowitz, Wilner and Alvarez from 1979. De zelfrapportage vragenlijst
bestaat uit 15 items en brengt klachten in kaart ten gevolge van traumatische
gebeurtenissen. De items moeten beantwoord worden op een vijf-puntsschaal (0 =
*helemaal geen last* en 4 = *heel veel last*). De lijst heeft betrekking op
twee kenmerkende posttraumatische stressstoornis (PTSS) dimensies: enerzijds
het herbeleven van de gebeurtenis en anderzijds het vermijden van onaangename
gevoelens of herinneringen aan de gebeurtenis. De betrouwbaarheid en validiteit
van de vragenlijst is goed (Ploeg, van der, Mooren, Kleber, Velden, van der &
Brom, 2004). De interne consistentie loopt van * 0.87 to 0.96 voor de totale
score.
AAQ-II:
De 'Acceptance and Action Questionnaire' ( AAQ-II; Bond e.a. 2011) is een
zelfrapportage vragenlijst bestaande uit 7 items die experientiele vermijding
en psychologische flexibiliteit in kaart brengt. De items worden gescoord op
een zeven-puntsschaal (0= nooit waar tot 7= altijd waar). Hogere scores op de
vragenlijst geven meer experientiele vermijding en immobiliteit aan, lagere
scores laten meer acceptatie en gecommiteerde actie zien. De psychometrische
kwaliteiten van de Nederlandse versie van de AAQ zijn goed met een inerne
consistentie van Cronbach*s * 0.87 (Bernaerts e.a. 2014; Fledderus e.a. 2012;
Jacobs e.a. 2008).
Achtergrond van het onderzoek
Persoonlijkheidsstoornissen zijn een van de meest voorkomende psychische
stoornissen. Ongeveer 3-15 % van de algemene bevolking, 40-50 % van de
patienten in geestelijke gezondheidzorg en 60-80 % van de patiënten in de
forensische sector voldoen aan de criteria van een persoonlijkheidsstoornis
(Bamelis et al., 2014;Soeteman, Verheul & Van Busschbach, 2008).
Persoonlijkheidsstoornissen worden verondersteld veroorzaakt te worden door
genetische en omgevingsfactoren. Negatieve levensgebeurtenissen zijn
voorbeelden van omgevingsfactoren die geassocieerd zijn met o.a.
persoonlijkheidsproblematiek en andere psychische stoornissen (Kendler e.a.,
2000).
Volgens cognitieve modellen gedragen mensen met persoonlijkheidsstoornissen
zich op disfunctionale manieren vanwege negatieve kerngedachten. Deze
kerngedachten zijn gedeeltelijk veroorzaakt door negatieve levensgebeurtenissen
en sturen informatieverwerking en emotionele en gedragsmatige processen aan. In
de behandeling van patienten met persoonlijkheidsstoornissen speelt het
begrijpen van vroegkinderlijke ervaringen van patiënten een belangrijke rol:
hoe deze ervaringen geleid hebben tot de ontwikkeling en tot het behoud van
sterke overtuigingen over zichzelf, de ander en de wereld (Beck, 2005).
Evidence based psychologische behandelingen voor persoonlijkheidsstoornissen
gaan ervan uit dat situaties in het hier en nu heftige emoties op kunnen roepen
omdat er eerdere pijnlijke ervaringen geactiveerd worden.
Bij schematherapie (Young, 2003) bijvoorbeeld spelen vroege ervaringen een
belangrijke rol en worden technieken zoals 'imaginatie met rescripting' ingezet
om een traumatische ervaring te herschrijven. Ook in psychodynamische therapie
worden huidige problemen toegeschreven aan onbewuste conflicten vanuit vroegere
negatieve ervaringen (Freud, 1962).
Het belang van eerdere en pijnlijke ervaringen wordt niet alleen bij de
behandeling van persoonlijkheidsstoornissen belangrijk geacht, maar is ook de
basis van traumabehandeling. Bij traumabehandeling is EMDR, Eye Movement
Desensitization and Reprocessing een belangrijk interventie. EMDR is sinds
2005 door het National Institute for Health and Clinical Excellence (NICE)
erkend als de eerste keus behandeling voor posttraumatische stresstoornis
(PTSS) (NICE, 2005). De effectiviteit van EMDR werd eerst vooral onderzocht en
bewezen bij patiënten met PTSS, maar blijkt ook effectief te zijn in het
behandelen van negatieve ervaringen in andere doelgroepen, zoals patiënten met
psychoses (Van den Berg, e.a., 2015) en angststoornissen (De Jongh e.a.,
2002). Er heeft niet eerder onderzoek plaatsgevonden naar de effectiviteit van
EMDR bij patiënten met persoonlijkheidsstoornissen.
Verschillende theorieën proberen de effectiviteit van EMDR te verklaren. In de
Adaptive Information Processing theorie is de veronderstelling dat
traumatische ervaringen als disfunctionele informatie (in de vorm van
angstwekkende beelden, disfunctionele
cognities, negatief affect en fysieke sensaties) liggen opgeslagen in zogenoemde
neurale netwerken. Volgens Shapiro's AIP-model beschikt ieder mens over een
aangeboren informatieverwerkingssysteem. De EMDR procedure zou de opgeslagen
traumatische informatie in het neurale netwerk niet alleen toegankelijk maken,
maar tegelijkertijd het natuurlijke verwerkingssysteem activeren en stimuleren
zodat de opgeslagen disfunctionele informatie wordt getransformeerd naar een
meer
adaptieve, functionele vorm. Shapiro's theorie veronderstelt dat de combinatie
van het intern gericht zijn op de traumatische gebeurtenis en de aandacht voor
de afleidende stimulus er toe leidt dat er in het neurale netwerk verbindingen
tot stand worden gebracht tussen de opgeslagen disfunctionele informatie en
andere bestaande, en meer gezonde informatie en opvattingen. Dit zou vervolgens
leiden
tot een desensitisatie en een cognitieve herstructurering van de traumatische
beleving (Shapiro, 1995, 2001, 2007).
Dit model suggereert dat EMDR ook effectief zou kunnen zijn in de behandeling
van persoonlijkheidsstoornissen, vanwege de associatie tussen eerdere negatieve
levensgebeurtenissen en persoonlijkheidsproblematiek. Als belangrijke
disfunctionele kergedachten en emoties hun kracht kunnen verliezen, zouden
psychologische klachten kunnen verminderen en nieuwe ervaringen worden
opgedaan. Dit zou een goed vertrekpunt kunnen zijn voor verbale interventies en
gedragsmatige verandering.
Een ander voordeel van het gebruik van EMDR bij patiënten met
persoonlijkheidsstoornissen zou kunnen zijn dat EMDR intensieve emoties
triggert en patiënten kunnen ervaren dat zij deze heftige emoties kunnen
verdragen. Dit zou een belangrijke bevinding kunnen zijn aangezien
experientiele vermijding een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van
persoonlijkheidspathologie (Jacob et al., 2013; Berking et al., 2009).
Het doorbreken van experientiele vermijding in de behandeling van
persoonlijkheidsstoornissen lijkt een effectieve strategie in de behandeling
van persoonlijkheidsstoornissen (Gratz, e.a., 2008).
Samenvattend is er een samenhang tussen traumatische ervaringen en ingrijpende
levensgebeurtenissen en de ontwikkeling van persoonlijkheidsstoornissen. EMDR
zou een bijdrage kunnen leven aan de behandeling van
persoonlijkheidsproblematiek, bijvoorbeeld door op een relatief snelle manier
klachten te verbeteren, waardoor de kosten en de duur van de behandeling van
persoonlijkheidsstoornissen zou kunnen worden beperkt. EMDR als interventie bij
mensen met persoonlijkheidsproblematiek is niet eerder onderzocht.
Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken of EMDR bij patiënten met
persoonlijkheidsstoornissen zorgt voor klachtvermindering en vermindering van
experientiele vermijding.
Doel van het onderzoek
Het doel van de studie is om in kaart te brengen of EMDR klachten en
experientiele vermijding kan verminderen bij patiënten met
persoonlijkheidsstoornissen.
EMDR is een relatief snelle behandelinterventie, waardoor mogelijk de duur en
kosten van een persoonlijkheidsbehandeling kunnen worden verminderd.
Onderzoeksopzet
De studie is een gerandomiseerde, gecontroleerde trial.
In de behandelconditie zal in het eerste gesprek een zorgvuldige
casusconceptualisatie opgesteld worden met de patiënt door de EMDR
practitioner. Hierna zullen patiënten vier sessies van 90 minuten EMDR
ontvangen.
De EMDR behandeling wordt volgens standaardprotocol gegeven (zie bijlage) door
GZ-Psychologen die een volledige 4-daagse opleiding gevolgd hebben erkend door
de VEN. Zij zijn bevoegd en bekwaam deze interventie toe te passen.
Na participatie aan het onderzoek wordt de behandeling als gewoonlijk
uitgevoerd.
Patiënten vullen voor de eerste sessie en na de vijfde sessie drie
vragenlijsten in (dus ongeveer 5 weken na de eerste meting). De vragenlijsten
die worden afgenomen zijn: de Acceptance and Action Questionnaire-II (AAQ-II),
de Brief Symptom Inventory (BSI) en de Schok Verwerkings Lijst.
In de controlegroep vullen patienten direct na randomisatie de eerste meting
in. De tweede meting volgt dan na 5 weken. Hierna ontvangen patiënten direct de
behandeling zoals gebruikelijk voor hun klachten. Plaatsing op een wachtlijst
voor behandeling duurt gewoonlijk ook een maand alvorens behandeling kan
starten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Eye Movement Desensitization and Reprocessing is een behandeling voor mensen met een PTSS en is ook effectief bewezen bij andere stoornissen waarbij traumatische ervaringen een belangrijke rol spelen.
Inschatting van belasting en risico
De effectiviteit van EMDR bij de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen is
nog niet eerder onderzocht. Echter is EMDR wel effectief gebleken bij een veel
bredere doelgroep dan bij alleen mensen met PTSS.
EMDR werkt snel, maar is een intensieve behandeling. Patiënten kunnen dus even
een toename in klachten ervaren, maar in de regel neemt dit binnen drie dagen
weer af. Hetzelfde geldt vaak voor een reguliere therapiesessie. Patiënten
worden hier goed over geïnformeerd en worden hierop voorbereid.
Patiënten in de controlegroep staan 5 weken op de wachtlijst. Met hen wordt
besproken waar ze terecht kunnen bij geval van nood. Zij kunnen 24 uur per dag
contact zoeken indien nodig.
Algemeen / deelnemers
Sint Jorisweg 2 Sint Jorisweg 2
Delft 2612GA
NL
Wetenschappers
Sint Jorisweg 2 Sint Jorisweg 2
Delft 2612GA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patiënten worden geïncludeerd als zij gediagnosticeerd zijn met een persoonlijkheidsstoornis en een leeftijd hebben tussen de 18 en 75 jaar oud. Ook moeten zij een toestemmingsformulier (informed consent) tekenen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patiënten met een in de intakefase vastgestelde posttraumatische stressstoornis of middelenafhankelijkheid worden uitgesloten.
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL60423.098.17 |