Het exacte mechanisme achter deze dieet gestuurde modulaties van de microbiota samenstelling is onbekend. Onze hypothese is dat inname van vetten op indirecte wijze zorgt voor verandering van microbiota samenstelling, door het moduleren van de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Glucosemetabolismestoornissen (incl. diabetes mellitus)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Belangrijkste onderzoeksparameters
* Lichaamsgewicht, BMI, buikomvang, plasma glucose/insuline, lipidenspectrum
* Faecale en intestinale microbiota samenstelling
* Plasma en faecaal Short Chain Fatty Acids, Glucagon-like-peptide-1
* Paneth cel typering door bepaling luminale en faecale concentraties van
lysozym/HD5/HD6/LL-37/sPLA2/HIP/PAP
* Intestinaal eiwit en mRNA expressie en lokalisatie van lysozym/HD5/HD6
* Mucus typering door bepaling van aantal slijmbekercellen, mucine 2 eiwit
concentratie en glycosylering.
* VOC's in uitademingslucht bij obese groep
* Feces calprotectine bij obese groep
Secundaire uitkomstmaten
nvt
Achtergrond van het onderzoek
Intestinale bacteriën spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van
obesitas geïnduceerde type 2 diabetes. De samenstelling, lokalisatie en
translocatie van intestinale bacteriën worden in sterke mate beïnvloed door
antimicrobiële eiwitten die worden uitgescheiden door Paneth cellen in de dunne
darm en ook door mucus componenten die worden uitgescheiden door intestinale
slijmbekercellen.
Doel van het onderzoek
Het exacte mechanisme achter deze dieet gestuurde modulaties van de microbiota
samenstelling is onbekend. Onze hypothese is dat inname van vetten op indirecte
wijze zorgt voor verandering van microbiota samenstelling, door het moduleren
van de functie van de Paneth cellen en slijmbekercellen, die op hun beurt weer
de microbiota reguleren.
Het doel van dit onderzoek bestaat uit het aantonen van een verband tussen de
inname van vet via de voeding en veranderingen in de microbiota samenstelling
van de darm. Dit beoogen we te bewerkstelligen door te kijken naar de rol van
dieet geïnduceerde Paneth cel veranderingen in de microbiota samenstelling en
naar de impact van dieet geïnduceerde veranderingen van intestinale
slijmbekercellen en mucus op veranderingen in de microbiota bij obesitas en
diabetes mellitus type 2.
Onderzoeksopzet
Proefpersonen worden benaderd na plaatsing op de wachtlijst voor een
laparoscopische gastric bypass. Na informed consent zal in de weken voorafgaand
aan de operatie een poliklinische orale glucose tolerantietest plaatsvinden.
Ook zal de patiënt gevraagd worden om een faeces verzameling. Bij de reguliere
preoperatieve screening zal extra bloed worden afgenomen voor
onderzoeksdoeleinden. Bij de obese groep zal voorafgaand aan de operatie
uitademingslucht worden opgevangen in een speciale ballon. Vervolgens zal
peroperatief biopten worden afgenomen van lever, subcutaan en visceraal vet,
spier en darmweefsel. Bij de controlegroep zal dit darmbiopt komen te vervallen
en zal daarvoor in de plaats gebruik worden gemaakt van endoscopische
jejunumbiopten van patiënten met dysfagie danwel dyspepsieklachten. De
follow-up duurt in totaal één jaar, verspreid over 5 contactmomenten, hetgeen
gelijk valt met de reguliere protocollaire follow-up (na 3-6 weken, 3 maanden,
6 maanden, 9 maanden en 12 maanden). Gedurende deze poliklinische
controlemomenten zal simultaan aan de reguliere bloedcontroles extra bloed
worden afgenomen voor onderzoeksdoeleinden. Daarnaast zal er één jaar
postoperatief een nieuwe faeces verzameling en een nieuwe glucose
tolerantietest worden afgenomen.
Inschatting van belasting en risico
Voor de glucose tolerantie test zal de proefpersoon worden gevraagd om nuchter
te blijven voor het onderzoek. Bij aanvang zal er bloed worden afgenomen. De
proefpersoon drinkt vervolgens een oplossing van 75 gram glucose, waarna na
twee uur nogmaals een bloedafname zal worden verricht. Patiënten worden
verzocht om bij baseline en 12 maanden postoperatief faeces te verzamelen
middels een faeces collector. Dit zal worden gebruikt voor de analyse van de
bacteriële flora.
Per bloedafname moment wordt circa 6 ml bloed afgenomen uit een armvene. Dit
wordt tot plasma verwerkt voor diverse laboratorium bepalingen. Dit afname
moment zal echter samenvallen met de reguliere afname momenten, te weten
preoperatief ten behoeve van preoperatieve screening en postoperatief ter
controle van onder andere vitamine tekorten. Dit betekent dus per patiënt twee
maal 6 ml extra. Het risico van deze ingreep is laag en het wordt routinematig
in dit ziekenhuis uitgevoerd.
Het opvangen van de uitademingslucht neemt maximaal 5 minuten in beslag en kent
geen risico's.
De afname van de lever-, vet-, spier- en darmbiopten zullen peroperatief worden
uitgevoerd door de chirurg. Onder direct zicht van de camera wordt van de
buitenzijde van de lever en van de spier een biopt genomen van ongeveer 0.5cm3.
Na afname van het biopt wordt gecontroleerd op haemostase en zal indien nodig
cauterisatie plaatsvinden. Op dezelfde wijze wordt een biopt van het viscerale
(omentum majus) en het subcutane (buikwand) vet ter grootte van ongeveer 2cm3
genomen. De afname van de peroperatieve biopten gaan niet gepaard met ongemak
voor de patiënt, aangezien dit onder algehele anesthesie tijdens de operatie
zal plaatsvinden. Een mogelijke complicatie is een nabloeding op de afname
locatie, echter uit eerdere onderzoeken waarbij ook gebruik is gemaakt van
leverbiopten blijkt dat deze complicatie zeer zelden wordt gezien.
De afname van de endoscopische jejunumbiopten gaat mogelijk gepaard met enig
additioneel ongemak voor de patiënt. Aangezien het technisch lastiger is om met
de endoscoop het jejunum te bereiken zou de bioptafname de duur van de
procedure mogelijk kunnen verlengen. De bioptafname zelf is niet pijnlijk. Een
mogelijke complicatie is een nabloeding op de afname locatie of een perforatie
ter plaatse, maar ervaring leert dat deze complicatie zeer zelden voorkomt.
Algemeen / deelnemers
Dominee Th. Fliednerstraat 1
Eindhoven 5631BM
NL
Wetenschappers
Dominee Th. Fliednerstraat 1
Eindhoven 5631BM
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Voor de onderzoekspopulatie
* BMI > 40 kg/m2 of > 35 kg/m2 met comorbiditeiten
* Indicatie voor bariatrische chirurgie
* Leeftijd 18 * 65 jaar;Voor de controlepopulatie
* BMI 20-25 kg/m2
* Indicatie voor laparoscopische cholecystectomie
* Indicatie voor gastroscopie (in geval van jejunumbioptie populatie)
* Leeftijd 18-65 jaar
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Voor beide populaties
* Diabetes mellitus type 1
* Alcohol abusus of drugsgebruik
* Ontstekingsziekten, zoals auto-immuunziekten
* Degeneratieve ziekten
* Door een arts voorgeschreven gebruik van corticosteroïden en prednisolon;Voor de controlepopulatie
* Diabetes mellitus type 2
* Cachexie
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL52416.015.15 |
OMON | NL-OMON20944 |