Doel van de studie is het onderzoeken van het effect van fysieke activiteit op de breinperfusie bij patiënten met vascular cognitive impairment.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Dementie en amnestische stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Verandering in breinperfusie, gemeten met Arterial Spin Labeling (ASL) - MRI.
Secundaire uitkomstmaten
Verandering in cognitief functioneren (gemeten met behulp van
neuropsychologisch onderzoek);
Verandering in hartfunctie en structuur (gemeten met parameters van cardiale
MRI);
Verandering in hersenstructuur (gemeten met parameters van hersen MRI);
Verandering in lichamelijke conditie (gemeten met inspanningstest);
Verandering in bloed biomarkers;
Verandering in neuropsychiatrische maten en kwaliteit van leven (gemeten met
vragenlijsten);
Verandering in cerebrale autoregulatie en cerebrale vasomotorische
reactiviteit;
Achtergrond van het onderzoek
In de afgelopen 40 jaar is de relatie tussen fysieke activiteit en cognitief
functioneren veelvuldig onderzocht in cross-sectionele, prospectieve en
longitudinale studies. Uit deze studies blijkt er een positief verband tussen
fysieke activiteit en cognitief functioneren. Gerandomiseerde gecontroleerde
studies laten zien dat aerobe training het cognitief functioneren bij gezonde
ouderen kan verbeteren, en dan met name het executief functioneren. Onderzoek
naar het effect van aerobe training bij patiënten met cognitieve stoornissen of
dementie laat wisselende resultaten zien, mogelijk door methodologische
problemen.
Vasculaire cognitieve stoornissen (VCI) is één van de meest belangrijke
oorzaken van cognitieve stoornissen en dementie. Ondanks de toename van
cerebrovasculaire aandoening, worden er weinig interventiestudies verricht naar
niet-farmacologische behandelingen bij VCI. Één hoopvolle behandeling dat
mogelijk de progressie van VCI kan vertragen is aerobe training.
Het biologische mechanisme onderliggend aan het positieve effect van fysieke
activiteit op cognitief functioneren is onduidelijk. Het begrijpen van dit
mechanisme is echter essentieel om fysieke activiteit als preventieve
behandeling te kunnen ondersteunen. Eerder onderzoek heeft geleid tot de
hypothese dat het effect van fysieke activiteit op cognitief functioneren
mogelijk kan worden verklaard door een toename in breinperfusie.
Doel van het onderzoek
Doel van de studie is het onderzoeken van het effect van fysieke activiteit op
de breinperfusie bij patiënten met vascular cognitive impairment.
Onderzoeksopzet
Enkelblinde multi-center gerandomiseerde gecontroleerde studie.
Alle deelnemers ondergaan dezelfde gestandaardiseerde set van vragenlijsten,
onderzoeken en beeldvormend onderzoek om het cognitief functioneren,
lichamelijke conditie, het dagelijks functioneren en neuropsychiatrische
symptomen in kaart te brengen en om de structurele en functionele status van
hersenen en hart in beeld te brengen. Vervolgens vindt gedurende 14 weken de
interventie-periode plaats, waarbij de helft van de deelnemers een
bewegingsprogramma krijgt aangeboden en de controlegroep niet. Na 14 weken
wordt dezelfde gestandaardiseerde set van vragenlijsten en onderzoeken
herhaald.
Deelnemers krijgen de keuze om mee te doen aan een substudie. In deze sub
studie wordt onderzocht of de cerebrale autoregulatie en de cerebrale
vasomotorische reactiviteit kan verbeteren na intensieve lichaamsbeweging,
waarbij er voor en na de onderzoeksperiode een meting plaatsvindt.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Deelnemers worden door middel van randomisatie ingedeeld in een beweegprogramma of controle-conditie. Het beweegprogramma heeft als doel het verbeteren van de lichamelijke conditie. Het gehele programma duurt 14 weken, waarbij deelnemers 3 keer per week sporten (42 sessies in totaal). Er wordt bij de deelnemers thuis een fiets ergometer geplaatst, waarop de deelnemers een intervaltraining zullen gaan uitvoeren. Deze intervaltraining is gebaseerd op de maximale hartslag, welke is bepaald tijdens de inspanningstest. Een deel van de sportsessies is onder begeleiding van een student fysiotherapie. Aan het begin van de interventie vindt deze begeleiding frequenter plaats dan aan het einde van het programma. Deelnemers in de controleconditie krijgen tweemaal een informatiebijeenkomst waarbij zij informatie krijgen over VCI.
Inschatting van belasting en risico
Alle onderzoeksdata worden verzameld volgens in de kliniek gebruikelijke
procedures. Het toegevoegde risico van deelname aan dit onderzoek wordt
ingeschat op 'verwaarloosbaar'. De belasting voor deelnemers bestaat vooral uit
de tijdsinvestering op zowel baseline als het follow-up meetmoment (beide
ongeveer 6 uur). Deelnemers die het bewegingsprogramma krijgen hebben een extra
tijdsinvestering van ongeveer 42 uur.
Echter, deze studie zal bijdragen aan de kennis van het effect van fysieke
activiteit op de breinperfusie.
Algemeen / deelnemers
De Boelelaan 1118
Amsterdam 1081 HV
NL
Wetenschappers
De Boelelaan 1118
Amsterdam 1081 HV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patienten met vascular cognitive impairment, leeftijd: 50-80 jaar, cognitieve
klachten, onafhankelijk in het dagelijks leven, clinical dementia rating = 0 /
0,5; MMSE >22, aanwezigheid mantelzorger
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Dementie-diagnose; contra-indicatie voor MRI; neurologische / psychiatrische /
cardiale of andere medische aandoening that een effect heeft op het cognitief
functioneren of de mobiliteit
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL51973.029.15 |
OMON | NL-OMON22385 |