Het onderzoeken van de negatieve effecten van epicardiaal vet op hartfunctie, cardiale morfologie en pericardiale constrictie tijdens inspanning.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartaandoeningen, tekenen en symptomen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Patiënten zullen onderverdeeld worden in hoog epicardiaal vet volume (>=100
ml/m2) en laag epicardiaal vet volume (<100 ml/m2), gemeten op de cardiale MRI.
De primaire uitkomstmaat is het verschil in LV eccentricity index op maximale
inspanning tussen beide groepen.
Secundaire uitkomstmaten
Secondaire uitkomstmaten tussen beide subgroepen zijn: 1) VO2-max, 2) LV and RV
diastolische strain rate, 3) slope van vroege LV/RV vulling, 4) linker en
rechter atriale strain en ejectie fractie, 4) distensibiliteit en pulsatiliteit
van de pulmonaal arterie, 5) cardiac output, allen tijdens maximale inspanning.
De hoeveelheid epicardiaal vet zal ook gecorreleerd worden met delta LV
eccentricity index, delta LV and RV diastolische strain rate, delta slope van
vroege LV/RV vulling, delta linker en rechter atriale strain en ejectie
fractie, delta distensibiliteit en pulsatiliteit van de pulmonaal arterie, en
delta cardiac output, allen van rust naar maximale inspanning.
Alle resultaten zullen ook vergeleken worden tussen mannen en vrouwen.
Achtergrond van het onderzoek
Obesitas komt zeer veel voor, ook in Nederland, en is momenteel een van de
belangrijkste risicofactoren voor hartfalen, met name hartfalen met een
behouden ejectie fractie (heart failure with preserved ejection fraction,
HFpEF). Obesitas is gedefinieerd als een body mass index (BMI) >30 kg/m2, maar
deze globale maat geeft weinig informatie over de daadwerkelijke hoeveelheid
visceraal vet en dit viscerale vet geeft een groot risico op het krijgen van
HFpEF. Met name het epicardiale fat, het viscerale vet dat zich direct rondom
het hart bevindt, lijkt betrokken te zijn in de pathofysiologie van HFpEF.
Verhoogd epicardiaal vet is voorspellend voor de incidentie van HFpEF, maar
niet voor hartfalen met verminderde ejectie fractie. In de afgelopen jaren
hebben wij en anderen laten zien dat verhoogd epicardiaal vet in patiënten met
HFpEF geassocieerd is met meer diastolische dysfunctie van de linker kamer,
verhoogde myocardiale massa, verhoogde cardiale vullingsdrukken, verminderd
inspanningsvermogen en hoger risico op mortaliteit en ziekenhuisopname vanwege
hartfalen. We hebben gezien dat 22% van de HFpEF patiënten zonder obesitas wel
een verhoogde hoeveelheid epicardiaal vet hebben en dat ook deze specifieke
groep patiënten een slechtere prognose hebben dan obese patiënten met lage
hoeveelheid epicardiaal vet. De exacte mechanismen waarom epicardiaal vet
verantwoordelijk is voor al deze negatieve effecten is echter onvoldoende
opgeklaard. Wij hypothetiseren dat een toegenomen epicardiaal vet volume rondom
het hart en binnen het stugge hartzakje verdrukking geeft op het hart waardoor
het hart niet goed kan uitrekken, de vullingsdrukken oplopen en de patiënt een
verminderd inspanningsvermogen heeft. Dit fenomeen is typisch aanwezig tijdens
inspanning, niet in rust. Meer inzicht in de rol die epicardiaal vet speelt in
HFpEF is belangrijk om dit specifieke therapieën te kunnen ontwikkelen om de
morbiditeit en mortaliteit van deze groep patiënten te verbeteren.
Doel van het onderzoek
Het onderzoeken van de negatieve effecten van epicardiaal vet op hartfunctie,
cardiale morfologie en pericardiale constrictie tijdens inspanning.
Onderzoeksopzet
Singel-center, cross-sectioneel, observationeel onderzoek
Inschatting van belasting en risico
Dit betreft een niet-invasief inspanningsonderzoek. Waarbij er geen invasieve
handelingen worden gedaan en patiënten worden niet blootgesteld aan straling
en/of contrast middelen. Het inspanningsonderzoek wordt gesuperviseerd door
getraind personeel volgens de standaard protocollen. Een inspanningsonderzoek
wordt algemeen beschouwd als heel veilig en het risico is net zo groot als
gering tot matige inspanning. Grote complicaties zoals overlijden,
myocardinfarct, aritmie, hemodynamische instabiliteit, traumatische letsels
worden in verschillende studie populaties gerapporteerd als minder dan 1-5 op
de 10.000 tests.
Omdat het vooral een mechanistische studie betreft is er geen direct voordeel
voor de proefpersoon door deelname aan dit onderzoek. Wel draagt de
proefpersoon in belangrijke mate bij aan onze kennis op dit relevante probleem.
Algemeen / deelnemers
Hanzeplein 1
Groningen 9713GZ
NL
Wetenschappers
Hanzeplein 1
Groningen 9713GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Tekenen en/of symptomen passende bij hartfalen volgens de huidige Europese
richtlijn
2. LV ejectie fractie >=40%
3. HFA-PEFF score >=5 of HFA-PEFF score 2-4 in combinatie met positieve stress
test
4. Leeftijd >18 jaar
5. In staat tot verrichten van een inspanning fiets test
6. Bereidheid tot tekenen informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Gewicht >140 kg
2. Ongecontroleerd atriumfibrilleren of andere significante aritmie met rust
frequentie >110/min tijdens de test
3. Contra-indicaties voor MRI (claustrofobie, inwendig cardiaal device)
4. Hartinfarct, dotterprocedure of coronaire bypass interventie <3 maanden
geleden of onbehandeld ernstig obstructief coronairlijden
5. Meer dan matige linkszijdige klep aandoening
6. Complexe congenitale hartafwijking
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL80740.042.22 |