Doel deel I: Aantonen van subklinische (inflammatoire) gewrichtsafwijkingen met behulp van echografie en MRI in patiënten met ernstige hemofilie en een laag aantal bloedingen. Deze gewrichtsafwijkingen worden gecorreleerd aan biochemische markers…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stollingsstoornissen en bloedingsdiathesen (excl. trombocytopenische)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Deel I:
Op gewrichtsniveau: Tekenen van synoviale hypertrofie op echo (of MRI indien de
echo inconclusief is).
Op patiëntniveau: Biochemische markers voor inflammatie en biochemische markers
voor kraakbeen- en botveranderingen in bloed en urine. Biomarker keuze zal
gebaseerd worden op literatuur over biomarkers in osteoartritis, wat een snel
veranderend onderzoeksgebied is.
Deel II:
Radiologische tekenen van subklinische bloedingen; synoviale hypertrofie en
hemosiderine deposities (op MRI) in gewrichten zonder bloedingen in het
verleden.
Secundaire uitkomstmaten
Op gewrichtsniveau:
- De diagnostische waarde van lichamelijk onderzoek (zwelling, warmte) in
vergelijking met echo gedetecteerde synoviale hypertrofie.
- Aanwezigheid van met MRI detecteerbare bloedproducten in gewrichten met
gewrichtseffusie op echo, zonder klinische bloeding.
Achtergrond van het onderzoek
Herhaalde traumatische of spontane gewrichtsbloedingen zijn het klassieke
kenmerk van hemofilie door een tekort aan stollingsfactor VIII (hemofilie A) of
IX (hemofilie B). Herhaalde of langdurige bloedingen leiden uiteindelijk tot
ontsteking van de binnenbekleding van het gewrichtskapel, progressief
kraakbeenverlies en botaantasting door een ontstekingsreactie en mechanische
slijtage. Behandeling van ernstige hemofilie is gericht op het voorkomen van
gewrichtsbloedingen door profylactische intraveneuze toediening van
stollingsfactor VIII / IX (profylaxe). In de dagelijkse praktijk wordt
profylaxe aangepast op basis van gerapporteerde bloedingen, onderzoek van
gewrichten en gemeten waarden van stollingsfactor VIII / IX in het bloed.
Op basis van beeldvorming (voornamelijk röntgenonderzoek en MRI) is er beperkt
bewijs dat patiënten met ernstige hemofilie subklinische (onopgemerkte)
bloedingen doormaken. Bij patiënten onder behandeling van de Van Creveldkliniek
in het UMC Utrecht werd gezien dat patiënten, die profylaxe op eigen initiatief
stopten, duidelijke toename hadden van gewrichtsschade op röntgenfoto's na tien
jaar ondanks een heel laag aantal bloedingen.
Gedacht wordt dat subklinische bloedingen een ontstekingsreactie teweeg brengen
wat uiteindelijk leidt tot kraakbeen en botaantasting en daardoor (toename van)
gewrichtsschade. Vroege detectie van subklinische ontsteking maakt tijdige
aanpassing / intensivering van behandeling mogelijk om onherstelbare schade
tegen te gaan.
Doel van het onderzoek
Doel deel I:
Aantonen van subklinische (inflammatoire) gewrichtsafwijkingen met behulp van
echografie en MRI in patiënten met ernstige hemofilie en een laag aantal
bloedingen. Deze gewrichtsafwijkingen worden gecorreleerd aan biochemische
markers voor processen in het gewricht.
Doel deel II:
Evalueren of er enig bewijs is op MRI scans dat er subklinische bloedingen zijn
in gewrichten zonder klinische bloeding in het verleden.
Onderzoeksopzet
Cross-sectioneel onderzoek in een cohort van hemofilie patiënten ( >=16 jaar,
onder behandeling bij de Van Creveldkliniek) met reeds beschikbare langdurige
follow-up.
Inschatting van belasting en risico
Deelnemende patiënten zijn langer in het ziekenhuis op de dag van hun geplande
poliklinische afspraak vanwege een aanvullende MRI scan. Tevens zal er bloed
worden afgenomen (29ml, extra buiten de mogelijk klinisch geïndiceerde
bloedafname) en zal er urine (30ml) worden verzameld. Patiënten hebben geen
direct voordeel van studiedeelname; hun bloedingspatroon en korte termijn
uitkomst zal niet veranderen. Op de lange termijn kunnen patiënten voordeel
hebben van de studie door verbeterende behandelmogelijkheden door gevoelige
methoden om het effect van de behandeling te monitoren en mogelijke behandeling
met anti-inflammatoire middelen.
Publiek
Heidelberglaan 100 100
Utrecht 3584 CX
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100 100
Utrecht 3584 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Toestemming verkregen van patiënt na uitleg van studie
- Geboren
o Tussen 1 januari 1970 en 1 januari 1988 (METC 11-442)
o Na 1 januari 1988 en >=16 jaar
- Ernstige hemofilie A (FVIII< 0.01 IU/ml)
- Onder behandeling bij de Van Creveldkliniek, UMC Utrecht
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Remmer voor Factor VIII (>= 5 Bethesda Units* (BU) ooit of 1-5 BU langer dan 1
jaar)
- Patiënten met een grote gewrichtsbloeding in de 3 maanden voor eventuele
studiedeelname
- Patiënten met een kleine gewrichtsbloeding in de maand voor eventuele
studiedeelname
- Contra-indicatie voor MRI onderzoek
* Één Bethesda Unit is gedefinieerd als de hoeveelheid remmer die resulteert in
50% FVIII:C rest activiteit, getest in test plasma gemixt met een evenredige
hoeveelheid uit de normale plasmapool (NPP) na 2 uur incubatie op 37°C.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL68186.041.19 |