Computer genavigeerde totale heup chirurgie: een gerandomiseerde studie naar de effectiviteit in vergelijking met traditionele totale heup chirurgie

Coxarthrose is een van de meest voorkomende chronische aandoeningen van het
bewegingsapparaat. In de orthopedie is het plaatsen van een Totale Heup
Arthroplastiek (THA) als gevolg van arthrose een van de meest uitgevoerde
operaties. Het minimaal invasief (MIS) inbrengen van een prothese met behulp
van computer navigatie (CAS) is een ontwikkeling van de laatste jaren. Echter
de vraag is of het voordelen heeft ten opzichte van het traditioneel inbrengen.

Primaire onderzoeksvraag is of minimaal invasief inbrengen van een prothese met
behulp van computer navigatie leidt tot een beter herstel in de vroeg
postoperatieve fase (3 maanden) en tot een even goed of beter herstel 6 maanden
postoperatief in vergelijking met de traditionele methode. In de tweede plaats
is het de vraag of het leidt tot een reductie van de lengte van de
ziekenhuisopname, een vermindering van perioperatieve complicaties, een betere
positionering van de prothese en of er indicaties zijn voor kostenreductie.

Er zal een prospectief gerandomiseerd onderzoek worden uitgevoerd. Patiënten
(N=132) worden gestratificeerd met behulp van de Charnley classificatie.
Patiënten worden ad-random toegewezen aan de MIS procedure (minimaal invasieve
single-incision anterieure benadering) met behulp van CAS of de traditionele
procedure (standaard posterolaterale incisie). Patiënten worden postoperatief 6
maanden gevolgd (metingen op 6 weken, 3 en 6 maanden). Om een objectieve indruk
van herstel te krijgen wordt gangbeeldanalyse uitgevoerd. De mate van mank
lopen is een belangrijke uitkomstmaat als voorspeller van functioneel herstel.
Om het succes van de plaatsing van de prothese te bepalen zal een
röntgenologische evaluatie plaatsvinden. Self-reported vragenlijsten worden
gebruikt om ervaren herstel te meten.

Patiënten in de MIS groep worden geopereerd met behulp van de minimaal invasieve single-incision anterieure benadering. Met behulp van speciale retractors, reamers and insertion handles is het mogelijk om deze procedure op een minimaal invasieve manier uit te voeren, hetgeen leidt tot een reductie van de de incisie van 15 cm naar ongeveer 8 cm. Om te komen tot een optimale plaatsing van de acetabulare en femorale componenten wordt computer navigatie gebruikt. De minimaal invasive techniek wordt vergeleken met de traditionele posterolaterale benadering. De anesthesie, pijnstilling en postoperatieve fysiotherapie protocollen worden gestandardiseerd.

Voor proefpersonen zijn er voor wat betreft deelname aan dit onderzoek geen
risico's verbonden in die zin dat er geen verhoogd risico is in vergelijking
met behandeling die gebruikelijk is.

De belasting bestaat uit het invullen van vragenlijsten en het ondergaan van
een gangbeeldanalyse (eenvoudige wandeltest) (4 keer, per keer ongeveer 30
minuten) die met uitzondering van het derde meetmoment aansluitend zijn aan
reguliere intake of controlemomenten. Alleen voor de derde meting dient de
patiënt apart terug te komen in het ziekenhuis.