Protocol 1: De mate van voorkomen evalueren van hypofysaire dysfunctie op middellange termijn na traumatisch hersenletselProtocol 2: Evalueren of beschadiging van de hypothalame-hypofysaire regio en (m.n. corticale) projecties op de hypothalamus…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Hypothalamus- en hypofyseaandoeningen
- Structurele hersenaandoeningen
Synoniemen aandoening
Aandoening
traumatologische aandoeningen
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Protocol 1: Proportie van de patienten met traumatisch hersenletsel die
hypofysaire dysfunctie heeft
Protocol 2:
a) Verschil in volume van de hypofyse en de hypothalamus
b) Verschil in structurele connectiviteit tussen hypothalamus en hypothetische
projecties op de hypothalamus
c) Verschillen in functionele connectiviteit in rust
Protocol 3: Verschil in functioneren in het dagelijks leven, zoals uitgedrukt
in de GOS-E-score
Secundaire uitkomstmaten
Protocol 1:
a) Proportie van de patienten met trauma zonder hoofdletsel die hypofysaire
dysfunctie hebben
b) Verschil in functioneren in het dagelijks leven, zoals uitgedrukt in de
GOS-E-score
c) Verschil in afwijkingen passend bij klassieke hypofysaire dysfunctie, zoals
geëvalueerd middels een vragenlijst, lichamelijk onderzoek en cardiovasculaire
analyse
d) Verschil in scores op vragenlijsten over kwaliteit van leven, fysiek,
cognitief en psychologische functioneren en vermoeidheid
Protocol 2: Verschil in structurele hersenafwijkingen
Protocol 3:
a) Verschil in scores op vragenlijsten over kwaliteit van leven, fysiek,
cognitief en psychologische functioneren en vermoeidheid
b) Verschil in scores bij neuropsychologische evaluatie
c) Verschil in aanwezigheid van biochemische hypofysaire dysfunctie
Achtergrond van het onderzoek
Traumatisch hersenletsel (TBI) treft jaarlijks een grote aantallen vooral jonge
mensen. De gevolgen (Langdurige psychocognitieve en somatische beperkingen:
posttraumatische klachten) zijn een grote last voor patiënt en maatschappij.
Deze posttraumatische klachten vertonen een tot nu toe onbekende overlap met de
verschijnselen van neuroendocriene aandoeningen. Recente studies suggereren een
prevalentie van anterieure hypofysaire dysfunctie na een TBI van ongeveer 30%
van de patiënten met matig of ernstig TBI. Tot nu toe is weinig onderzoek
verricht bij patienten met licht TBI en bij middellange follow-up (1 tot 2
jaar), en er was een selection bias. Het is nog niet bekend of de gevonden
hypofysaire dysfunctie na TBI klinische verschijnselen geeft.
Tot nu toe wordt verondersteld dat hypofysaire ischemie het enige
pathofysiologische mechanisme is waardoor TBI verstoring van de hypofysaire
functie veroorzaakt. De betrokkenheid van de verschillende hypofysaire
hormoonassen en het reversibele patroon van hypofysaire dysfunctie bij een deel
van de patiënten pleiten voor andere pathofysiologische mechanismen. Een
bijomend mechanisme kan zijn beschadiging van structuren die projecteren op de
hypothalamus. In dat geval kan plasticiteit van de hersenfunctie en
regeneratieve capaciteit na beschadiging van hersenweefsel de geobserveerde
reversibiliteit van hypofysaire dysfunctie verklaren.
Een andere benadering om niet-optimaal herstel na TBI te voorspellen is analyse
van genetische polymorfismen. TBI verstoort het functionele evenwicht in het
hersenweefsel. Dit belemmert het herstel. Optimale adaptatie van
neuro-endocriene balansen is noodzakelijk voor herstel van dit evenwicht.
GMogelijk bepalen genetische polymorfismen verschillen in de expressie van de
hormonale stressrespons en de capaciteit tot aanpassing aan weefselschade na
TBI.
Doel van het onderzoek
Protocol 1: De mate van voorkomen evalueren van hypofysaire dysfunctie op
middellange termijn na traumatisch hersenletsel
Protocol 2: Evalueren of beschadiging van de hypothalame-hypofysaire regio en
(m.n. corticale) projecties op de hypothalamus bijdraagt aan het onstaan van
hypofysaire dysfunctie na traumatisch hersenletsel
Protocol 3: Evalueren of polymorfismen in genen, geassocieerd met de hormonale
stress response, gerelateerd zijn aan klinische uitkomst na traumatisch
hersenletsel
Onderzoeksopzet
Protocol 1 and 3: exploratieve cohort studie
Protocol 2: observationele studie
Inschatting van belasting en risico
Posttraumatische klachten en psychologische/fysieke beperkingen na TBI zijn een
zware last voor patient en maatschappij. Nieuwe methoden van preventie en
behandeling van deze beperkingen zijn daarom van belang. Als insufficiëntie van
de hypofyse vastgesteld is, is behandeling gemakkelijk middels
hormoonsubstitutie. Tot nu toe is niet opgehelderd of hypofysaire dysfunctie
een groot deel van de klinische verschijnselen kan verklaren die gevonden
worden bij patienten op middellange follow-up na TBI. De meeste factoren die
het herstel bemoeilijken, zoals een verstoord cerebraal metabolisme in de acute
fase, kunnen niet beinvloed worden. Hormoondeficienties daarentegen kunnen
worden behandeld binnen de reguliere patientenzorg d.m.v. substitutietherapie.
Een beter begrip van de pathofysiologische mechanismen achter TBI-geinduceerde
hypofysaire insufficiëntie kan bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe
intramurale en transmurale benaderingen in de eerste maanden na trauma.
We verwachten dat bij patienten die wilsonbekwaam zijn ten gevolge van hun TBI,
de prevalentie van hypofysaire dysfunctie het hoogst is, aangezien hun
hersenletsel gemiddeld zwaarder is. Aangezien hun letsel gemiddeld zwaarder is,
zou een studiepopulatie zonder wilsonbekwame patienten niet representatief zijn
voor de totale groep patienten met matig of ernstig TBI. De resultaten van een
dergelijke studie zouden niet generaliseerbaar zijn. Tevens verwachten we dat
hypofysaire dysfunctie kan bijdragen aan het onderhouden van hun
wilsonbekwaamheid, aangezien we verwachten dat hypofysaire dysfunction
bijdraagt aan een beperking van psychologische en cognitief herstel na TBI.
Algemeen / deelnemers
Reinier postlaan 4
6500 HB Nijmegen
Nederland
Wetenschappers
Reinier postlaan 4
6500 HB Nijmegen
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De patiënt bezoekt de SEH met licht, matig of ernstig traumatisch hersenletsel (licht traumatisch hersenletsel wordt gedefinieerd alseen verhaal van mechanische inwerking op het hoofd en een Glasgow Coma Scale score (GCS) van 13-15 bij binnenkomst op de SEH, matig traumatisch hersenletsel wordt gedefinieerd als een GCS van 9-12 bij binnenkomst op de SEH, en ernstig traumatisch hersenletsel wordt gedefinieerd als een GCS <= 8 bij binnenkomst op de SEH)
2. Het oongeval vond minder dan 24 uur voor binnenkomst op de SEH plaats
3. Leeftijd >= 18 jaar en <= 65 jaar
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Leeftijd > 65 of < 18 jaar
2. Geen mondeling of schriftelijk informed consent verkregen van patient of vertegenwoordiger
3. Vooraf bestaande neuro-endocriene aandoening
4. Instabiele infiltratieve aandoening in de hypothalame/hypofysaire regio (bv sarcoidose, metastase)
5. BMI >30 kg/m2
6. Zwangerschap of zwangerschapswens tijdens de studieperiode, lactatie
7. Co-existente aandoening met verminderde levensverwachting, met name actieve maligne tumor
8. Chronisch misbruik van alcohol of middelen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL14996.091.06 |