Primaire doel: Het primaire doel van deze studie is onderzoeken of apathie gerelateerd kan worden aan structurele veranderingen in de hersenen van patiënten (zowel atrofie van de grijze stof alsook veranderingen in de witte stof), of apathie in PD…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Neurologische aandoeningen NEG
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- Atrofische hersenprocessen in alle onderzoeksgroepen (zowel grijze stof
atrofie alsook witte stof hyperintensiteiten), gemeten met Voxel Based
Morphometry imaging.
- Prestatie op verschillende neuropsychiatrische en neuropsychologische tests.
- Correlatie tussen the hierboven genoemde punten.
Secundaire uitkomstmaten
Niet van toepassing.
Achtergrond van het onderzoek
Achtergrond: Apathie is een psychopathologisch syndroom dat gekarakteriseerd
wordt door een gebrek aan interesse, wensen, emotie en motivatie. Het wordt
gerapporteerd in patiënten met diverse neuropsychiatrische ziektebeelden, zoals
bij de ziekte van Parkinson (PD) de ziekte van Alzheimer (AD) en depressie. De
gerapporteerde prevalentie van apathie bij PD varieert van 16, 5% tot 42%
(Isella, Melzi et al. 2002; Robert, Clairet et al. 2002). Apathie heeft een
grote invloed op het alledaags functioneren van de patiënt, en kan een
belangrijke oorzaak van stress zijn voor zowel de patiënt alsook de relatie van
de patiënt met zijn/haar omgeving (Aarsland, Alves et al. 2005; Aarsland,
Bronnick et al. 2006). Verder draagt apathie, met andere psychiatrische en
non-motor symptomen significant bij aan de mate van invaliditeit van PD
(Weintraub, Moberg et al. 2004). Alhoewel apathie vaak voorkomt wordt het niet
vaak herkend (Rabinstein and Shulman 2000). Het is belangrijk meer kennis te
vergaren over de mogelijke oorzaken van apathie in PD, aangezien dit de weg kan
openen naar een behandeling en de kwaliteit van leven van de patiënt en
zijn/haar partner sterk kan verbeteren. Er bestaat op dit moment geen
specifieke behandeling voor apathie. Kennis over de klinische en anatomische
correlaten kan mogelijk resulteren in de ontwikkeling van behandelopties en dus
de prognose verbeteren. Tot dusver is er slechts een beperkt aantal studies
uitgevoerd die zich hebben gericht op de relatie van apathie met klinische
(voornamelijk neuropsychologische) disfunctie. Nog minder studies hebben zich
gericht op de neuro anatomische correlaten van apathie. Functionele
neuro-imaging studies hebben aangetoond dat een hypo-perfusie van prefrontale
cortexgebieden en de cingulate gyrus mogelijk een rol spelen in de
pathofysiologie van apathie (Isella, Melzi et al. 2002; Pluck and Brown 2002).
Het wordt echter verondersteld dat neuronale netwerken ipv. specifieke
hersengebieden een belangrijke rol spelen in het onderhouden van complexe
gedragskenmerken die bij apathie aangedaan kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld
initiatief, motivatie en interesse (Daffner, Mesulam et al. 2000). Tot op heden
zijn er nauwelijks studies gedaan die de relatie tussen apathie en structurele
veranderingen in de hersenen onderzocht hebben. Dit soort studies kunnen zeer
bruikbare informatie opleveren over de relatie tussen apathie in PD en
veranderingen in grijze en witte stof in de hersenen. Dit kan weer leiden tot
nieuwe inzichten voor een verbeterde behandeling van apathie in PD.
Relevantie voor de gezondheidszorg: Een beter begrip van de etiologie van
apathie is klinisch zeer relevant aangezien apathie een directe invloed heeft
op het algeheel functioneren van de patiënt en zijn/haar omgeving. Apathie
heeft een negatieve invloed op de prognose van PD en draagt significant bij aan
de belasting van mantelzorgers. Apathie heeft een significant effect op de
kwaliteit van leven. Het vergroten van inzicht in de klinische en
neuro-anatomische correlaten van apathie zullen het begrip van dit syndroom
verbeteren en openen mogelijk de weg naar de ontwikkeling van mogelijke
behandelvormen. Dit verhoogt de kwaliteit van leven van de patiënt en zijn/haar
omgeving.
Doel van het onderzoek
Primaire doel: Het primaire doel van deze studie is onderzoeken of apathie
gerelateerd kan worden aan structurele veranderingen in de hersenen van
patiënten (zowel atrofie van de grijze stof alsook veranderingen in de witte
stof), of apathie in PD gerelateerd is aan bepaalde neuropsychologische
stoornissen en of de bevindingen in PD patiënten vergelijkbaar zijn met de
bevindingen in depressieve patiënten en AD patiënten. De volgende vragen zijn
hierbij van belang:
1. In hoeverre bestaat er een differentiele relatie tussen apathie en
hersengebieden (met name prefrontale gebieden)?
2. Bestaat er een relatie tussen zogenaamde *white matter hyper-intensities* en
apathie?
3. Kan apathie gerelateerd worden aan bepaalde cognitieve klachten?
Onderzoeksopzet
De huidige studie is een cross-sectionele gecontroleerde studie waarin vier
groepen deelnemers geïncludeerd worden: 30 PD patiënten met apathie, 30 PD
patiënten zonder apathie, 30 depressieve patiënten, en 30 gematchte controle
personen. De interventie zal bestaan uit een imaging sessie en een
neuropsychologisch en neuropsychiatrisch onderzoek.
Inschatting van belasting en risico
Deelnemers zullen totaal ongeveer 3,5 uur bezig zijn met het onderzoek. De
studie is gericht op patiënten met PD met en zonder apathieklachten,
depressieve patiënten en gezonde controlepersonen. Het is onwaarschijnlijk dat
de scan of de neuropsychologische en neuropsychiatrische tests enige schade of
nadelige effecten aan de deelnemers zullen berokkenen. Daarom wordt deelname
aan de studie niet als risicovol gezien.
Algemeen / deelnemers
Postbus 616
6200 MD Maastricht
Nederland
Wetenschappers
Postbus 616
6200 MD Maastricht
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Ziekte van Parkinson, gedefinieerd door de criteria van de United Kingdom Parkinson's Disease Brain Bank, met betrekking tot de inclusie van Parkinson patienten.
- Apathie, gedefinieerd door een score van 4 of hoger op de apathie subschaal van het Neuro Psychiatrisch Interview, met betrekking tot de apathie groepen.
- Depressie, gedefinieerd door de DSM-IV criteria, met betrekking tot de depressieve patienten.
- Informed consent.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Andere neurologische ziekten dan Parkinson.
- Huidige psychiatrische ziekten (e.g. dementie).
- Gebruik van psychopharmacologische medicatie.
- Misbruik van alcohol en /of drugs.
- Cognitieve achteruitgang geoperationaliseerd door een score van <23 op de Mini Mental Status Examination (MMSE) (Folstein, Folstein et al. 1975).
Voxel Based Morphometry exclusion criteria:
- Pacemaker.
- Hartklep protheses.
- Metaal fragmenten in hersenen of omgelegen weefsel.
- Oor implantaten.
- Claustrophobie.
- Infusie pompen.
- Zwangerschap.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL15863.068.07 |