De toepasbaarheid van een programma gericht op verhoging van lichamelijke activiteit bij mannen die zich met plasklachten en/of erectiestoornissen melden op de polikliniek urologie VUmc en te weinig bewegen.

Humaan onderzoek naar de bereidwilligheid van patienten om in plaats van
standaardtherapie te kiezen voor een interventie met lichamelijke activiteit
bij LUTS en ED welke tot op heden niet is verricht.

In dit pilot- onderzoek willen wij:
1. bepalen hoeveel mannen die de polikliniek urologie van het VUmc bezoeken met
LUTS en/of ED te weinig lichamelijk actief zijn.
2. de bereidwilligheid meten van mannen die de polikliniek urologie van het
VUmc bezoeken met LUTS en/of ED klachten en die niet voldoende lichamelijk
actief zijn om deel te nemen aan een programma met gedoseerde lichaamsbeweging.
3. de factoren achterhalen die maken dat iemand besluit om wel of niet mee te
doen aan het onderzoek.
4. kijken of de mannen die mee doen aan één van de 2 interventieprogramma*s
zich daar ook aan houden.
5. kwalitatieve factoren die belemmerend werken voor de uitvoering van de
interventieprogramma*s in kaart brengen

Pilot-onderzoek waarbij alle mannen ouder dan 40 jaar die zich vanaf 1 oktober
tot 1 december 2007 op de polikliniek urologie van het VUmc melden met LUTS
en/of ED worden meegenomen in het onderzoek.

Mannen die voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Dit houdt in
minstens 5 dagen per week 30 minuten matig intensief bewegen, krijgen de gewone
standaardtherapie. Zij worden buiten het onderzoek gehouden. Net zoals de
mannen die niet mee willen doen aan het onderzoek.

De mannen die niet voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen en mee willen
doen aan één van de 2 interventieprogramma*s. Voor deze groep zijn er de
volgende exclusiecriteria:
* geen trap of 100 meter kunnen lopen.
* instabiele angina pectoris.
* hartinfarct in de 6 maanden daarvoor.
* onder behandeling zijn van een cardioloog

De mannen zich voor het interventieprogramma A kiezen worden gevraagd om iedere
dag thuis 30 minuten matig intensief bezig te zijn. Dit houdt in 30 minuten
flink doorlopen. Het lopen zal met een stappenteller en een logboek bijgehouden
worden. Door middel van 2 maandelijks telefonisch contact zal therapietrouw
gemotiveerd en gemonitord worden.

Interventieprogramma B houdt in dat de mannen 2 of 3 keer per week op het VU
fitnesscentrum cardio training doen. Ze beginnen met een inspanning 50-60% van
de maximale hartfrequentie (hart ratio, HR), en bouwen dit op naar 75-85% van
de maximale HR. De maximale HR wordt uitgerekend als 220-leeftijd. Een dag
training begint met warming up in de vorm van 10 minuten fietsen met een
intensiteit van 50% de maximale HR, en dan 30 minuten intensievere inspanning
die in enkele dagen van 60% naar 85% van de maximale HR opgebouwd zal worden.
Er kan met verschillende apparaten getraind worden, zoals de fiets, loopbaan,
en de crosstrainer. Met deze apparaten kan de intensiteit van de inspanning
heel nauwkeurig ingesteld worden. Daarna volgt 10 min cooling down. Dit alles
wordt door de fitnessinstructeurs van de VUmc fitness begeleid en bijgehouden
door de onderzoeksmedewerker.

Risico's worden gereduceerd tot nagenoeg nihil, omdat mannen worden gevraagd of
zij:
* geen trap of 100 meter kunnen lopen.
* instabiele angina pectoris.
* hartinfarct in de 6 maanden daarvoor.
* onder behandeling zijn van een cardioloog