Cardiale magnetische resonance perfusie imaging voor het selecteren van patienten voor invasieve evaluatie na CT coronair angiogram

Invasieve coronair angiografie is de gouden standaard om afwijkingen in de
coronaire te detecteren. Recent heeft computer tomography coronairy angiografie
(CT-CA) zich ontwikkeld als een veilige niet invasieve manier om vaatvernauwing
te bekijken. Het nadeel is dat beide technieken alleen anatomische afbeeldingen
maken van de coronairen. Om te bekijken of een afwijking in de coronairen
functioneel relevant is wordt een Fractional flow reserve (FFR) meting gedaan
tijdens invasieve coronair angiografie.
Met dit onderzoek gaan we bekijken of in de toekomst een non-invasieve magnetic
resonance imaging (MRI-)scan de invasieve FFR meting kan vervangen.
Myocardial single photon emission computed tomography (SPECT) heeft een hoge
sensitiviteit en specificiteit voor het detecteren van stenose in de coronairen
met een hoge specificiteit en sensitiviteit. Maar dit heeft als nadeel dat het
zorgt voor extra stralenbelasting voor de patiënt en heeft een lage spatiele
resolutie.

Het doel van de studie is te beoordelen of MRI onderzoek bruikbaar is om
zuurstof tekort in de kransslagaderen goed en nauwkeurig te meten.
Met adenosine toediening bootsen we een lichamelijke inspanning na tijdens de
MRI-scan. We kunnen dan meten of er zuurstof tekort in het hart ontstaat en
deze resultaten vergelijken met de resultaten van de angiografie met de FFR
meting.
Met de gegevens van alle deelnemers, kan vervolgens de nauwkeurigheid van het
MRI onderzoek, om een functioneel belangrijke afwijking in de kransslagaderen
te meten, worden berekend.

In totaal zullen er 75 mensen deelnemen aan dit onderzoek. Dit zullen allemaal
patiënten zijn waarbij middels CT-onderzoek is vastgesteld dat er een afwijking
in één van de kransslagaders aanwezig is. Deze mensen zullen, naast de nodige
FFR meting, ook een MRI-scan ondergaan.
De patienten zullen 1 keer extra naar het ziekenhuis moeten komen om een MRI
scan te ondergaan, vóór de angiografie. Na een jaar zal er bij elke patiënt een
telefonisch interview afgenomen worden.

De patiënt zal een extra bezoek moeten brengen aan het ziekenhuis. Voor de
reeds geplande percutane coronaire interventie procedure. Erna zal een
telefonisch interview plaatsvinden. Gedurende het bezoek zal de patiënt een
intraveneus infuus krijgen in beide onderarmen waardoor de contrastvloeistof en
de adenosine toegediend zal worden. De contrastvloeistof is niet gevaarlijk
voor de patiënt. Bij hoge uitzondering wordt wel eens overgevoeligheid
waargenomen.
MRI scans horen tot de standaard klinische onderzoeken en worden wereldwijd
duizenden keren per dag uitgevoerd. Het is een ongevaarlijk onderzoek. Het
contrastmiddel dat gebruikt wordt bij MRI onderzoek is ook zeer veilig. Bij
hoge uitzondering wordt wel eens overgevoeligheid waargenomen. De meest
voorkomende klachten kunnen dan zijn; jeuk en rode uitslag op het lichaam.
Adenosine, het stofje dat wordt gebruikt om lichamelijke inspanning na te
bootsen, wordt ook standaard gebruikt in de kliniek, maar heeft enkele
bijwerkingen. De bijwerkingen die het meest voorkomen zijn blozen,
kortademigheid, een drukkend gevoel op de borst, misselijkheid, een licht
gevoel in het hoofd, hoofdpijn en duizeligheid. Iets minder vaak komt een slap
gevoel in de armen, nek en rug, hyperventilatie, transpiratie, hartkloppingen,
tintelingen in de handen, aandrang om te plassen, oorsuizen en wazig zien voor.
Zeer zeldzaam komen hartritmestoornissen voor.
Over het gebruik van adenosine tijdens de zwangerschap bestaan onvoldoende
gegevens om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen. Derhalve is besloten
zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven uit te sluiten van deelname
aan dit onderzoek.