Doelstelling van dit onderzoek is het beschrijven van de samenhang van de neurocognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling met de ouder-kind interactie bij high risk premature kinderen op de kleuterleeftijd. Daarnaast willen wij vaststellen hoe de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Problemen bij pasgeborenen en rond de geboorte
- Psychische stoornissen
Synoniemen aandoening
Aandoening
ouder-kind interactie en psychosociaal functioneren kind en ouder
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1) Psychosociaal en cognitief functioneren kind (psycholoog):
* WPPSI-III intelligentie test
* geheugen: digit-span taak
* Aandachtsfunctie (ANT-Amsterdamse Neuropsychologische Taken)
* inhibitie: STOP signal taak) en emotieherkenning (ANT taak)
* Gedragsemotionele ontwikkeling kind (ouders en leerkracht: SDQ)
2) Ouder-kind interactie op de leeftijd van 5 jaar (psycholoog): Ouder1 en kind
voeren samen 3 vastgestelde taken uit in een gestructureerde setting. Duur:
15-minuten video observatie
3) Lichamelijk en motorisch functioneren kind (kinderarts):
* lichamelijk en neurologisch onderzoek; Movement ABC; visuo-motoriek:
Beery-VMI
Secundaire uitkomstmaten
4) Ontwikkelingsanamnese 0-5 jaar (kinderarts)
* 0-5 jaar: perinatale risicofactoren & ontwikkeling (premature groep: medische
status; controlegroep: ontwikkelingsanamnese).
* mentale en/ of psychomotore ontwikkelingsindex < 2sd (BSID-II-NL) op 2 en 3
jaar. (alleen premature groep)
5) Functioneren van de ouders en gezinskenmerken (vragenlijsten en anamnese)
* Psychische gezondheid van beide ouders (POMS)
* Gezondheidsbeleving ouders vertaalde Child Vulnerability Scale (GBL)
* Beleving van beperkingen met de bewerkte ICCAP vragenlijst, alleen premature
groep
* Opvoedingsbelasting (NOSI)
* Temperament kind m.b.v. Child Behavior Questionnaire (CBQ)
* Sociaal-demografische achtergrond, etniciteit en eerdere hulpverlening voor
de ouder(s) via anamnese door de kinderarts gestructureerde vragenlijst.
Achtergrond van het onderzoek
In Nederland worden jaarlijks 2000-2500 kinderen ernstige prematuur of
groeivertraagd geboren. Vroeggeboorte en/ of groeivertraging bij de geboorte
vormt een risico voor het ontstaan van problemen wat betreft de lichamelijke,
motorische, cognitieve, sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind (1). Op de
leeftijd van 5 jaar lijkt een meerderheid van de prematuur geboren kinderen
problemen op een of meer van deze gebieden te ondervinden (2). Er is sprake van
gemiddeld lagere IQ scores (3). Ook wanneer wordt gecorrigeerd voor de totale
IQ scores, worden problemen in de executieve en visuo-spatiële functies, en de
spraak-taal ontwikkeling gerapporteerd (4). Als gevolg van motorische en
leerproblemen doen premature kinderen vaker een beroep op speciaal onderwijs of
extra ondersteuning in het regulier onderwijs (5). Daarnaast worden
gedragsproblemen en emotionele problemen gerapporteerd (6) en een lagere
gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (7). Niet alleen treft een pre-
en/of dysmature geboorte echter de ontwikkeling van het kind zelf. Veel moeders
blijken na een premature geboorte nog lange tijd last te hebben van klachten
van psychische aard (8). In de couveuse tijd is er een scheiding van ouder en
kind, terwijl in de eerste periode thuis vaak sprake is van een kwetsbaar kind
dat zichzelf minder goed kan reguleren. Mede als gevold hiervan wordt een hoger
risico op ouder-kind interactieproblemen gevonden bij premature kinderen (9).
Vroege problemen die moeder en kind ondervinden in de onderlinge afstemming
lijken een voorloper te zijn van de latere problemen die het premature kind
ondervindt in het cognitieve, aandachts- en executieve domein (9). Het is
echter nog onduidelijk welke aspecten van de ouder-kind interactie met welke
gebieden in de cognitieve ontwikkeling van het prematuur geboren kind verband
houden.
Hypothese is dat de gezondheidsbeleving en de ouder-kind interactie afhangen
van: de beperkingen die het kind heeft (lichamelijk, motorisch, sensorisch,
cognitief, psychosociaal), hoe de ouders die beperkingen zelf ervaren en de
belastbaarheid van de ouders zelf.
Vraagstelling: Hoe is de lichamelijke, neuromotorische, neurocognitieve en
sociaal-emotionele ontwikkeling en de ouder-kind interactie bij high-risk
ex-prematuren op de leeftijd van 5 jaar in vergelijking met à terme geboren
kinderen?
Referenties
1. Taylor HG, Klein N, Minich NM et al. Middle-school-age outcomes in children
with very low birthweight. Child Dev. 2000;71:1495-511.
2. Mikkola K, Ritari N, Tommiska V et al. Neurodevelopmental outcome at 5 years
of age of a national cohort of extremely low birth weight infants who were born
in 1996-1997. Pediatrics 2005;116:1391-400.
3. Bhutta AT, Cleves MA, Casey PH et al. Cognitive and behavioral outcomes of
school-aged children who were born preterm: a meta-analysis. JAMA
2002;288:728-37.
4. Hack, M, Taylor HG. Perinatal brain injury in preterm infants and later
neurobehavioral function. JAMA 2000;284:1973-4.
5. van Baar AL, van Wassenaer AG, Briet JM et al. Very preterm birth is
associated with disabilities in multiple developmental domains.
J.Pediatr.Psychol. 2005;30:247-55.
6. Reijneveld SA, de Kleine MJ, van Baar AL et al. Behavioural and emotional
problems in very preterm and very low birthweight infants at age 5 years.
Arch.Dis.Child Fetal Neonatal Ed 2006;91:F423-F428.
7. Theunissen NCM, Veen S, Fekkes M et al. Quality of life in preschool
children born preterm. Developmental Medicine and Child Neurology 2001;43:460-5.
8. Singer LT, Salvator A, Guo S et al. Maternal psychological distress and
parenting stress after the birth of a very low-birth-weight infant. JAMA
1999;281:799-805.
9. Feldman R. Parent-infant synchrony and the construction of shared timing;
physiological precursors, developmental outcomes, and risk conditions. J.Child
Psychol.Psychiatry 2007;48:329-54.
Doel van het onderzoek
Doelstelling van dit onderzoek is het beschrijven van de samenhang van de
neurocognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling met de ouder-kind interactie
bij high risk premature kinderen op de kleuterleeftijd. Daarnaast willen wij
vaststellen hoe de ouders van premature kinderen de gezondheid van hun kind
beleven en hoe zij de ontwikkeling van het kind ondersteunen, gegeven eventuele
ontwikkelingsproblemen bij het kind. Aan de hand van de resultaten kan extra
ondersteuning van de ouders en hun premature kinderen gericht worden
geoptimaliseerd.
Onderzoeksopzet
Cross-sectioneel onderzoek op de gecorrigeerde leeftijd van 5 jaar bij
prematuur geboren kinderen en een naar sekse, leeftijd en school gematchte
controlegroep.
Inschatting van belasting en risico
geen
Algemeen / deelnemers
Meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
NL
Wetenschappers
Meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
< 30 weken zwangerschapsduur en/of < 1000 gram geboortegewicht opgenomen geweest in de NICU van het AMC en geincludeerd in de Lange Follow-up van het AMC volgens richtlijnen van de Landelijke Neonatale Follow-up (LNF)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1) ernstige visus-, motoriek- of gehoorsbeperking, ernstige spasticiteit waardoor geen psychologisch onderzoek mogelijk is;
2) wanneer geen van beide ouders de Nederlandse taal voldoende machtig is om de bij het onderzoek horende vragenlijsten in te kunnen vullen.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL17109.018.07 |