De effecten van sensorische waarneming van vetten op de energie inname

In hedendaagse samenleving is een obesogene omgeving ontstaan, met een grote
beschikbaarheid van energie dichte voedingsmiddelen, en weinig lichamelijke
activiteit. Hierdoor dreigt overconsumptie en de ontwikkeling van overgewicht.
De prevalentie van overgewicht in Nederland is inmiddels toegenomen tot ca. 50%
in de volwassen populatie. Ca. 10% van deze populatie heeft ernstig overgewicht.
Mensen lijken meer op omgevingsfactoren en visuele indicaties af te gaan om de
voedingsinname en dus de energie inname te reguleren dan op basis van
fysiologische verzadigingsparameters. Consumenten zijn zich vaak niet bewust
van de energie inhoud van voedingsmiddelen. Wanneer bijvoorbeeld de vetten in
een product verstopt zitten, is het aannemelijk dat de consument dit niet
merkt, met als gevolg passieve overconsumptie. Literatuur over de effecten van
de perceptie van de inhoud van voedingsmiddelen op de energie regulatie is niet
compleet.

De hypothese van dit onderzoek is dat wanneer men bewust is van de vet inhoud
van voedingsmiddelen via sensorische perceptie (in tegenstelling tot het
verschaffen van informatie), men minder van deze voedingsmiddelen zal
consumeren, dan wanneer men niet bewust is van de vetinhoud.

De effecten van sensorische waarneming van vetten in de voeding op energie
regulatie worden in deze studie onderzocht. Sensorische waarneming wordt
geoperationaliseerd in deze studie door zichtbare vetten vs. verborgen vetten.

Deze studie heeft een gerandomizeerd cross-over design. Deelnemers zullen 2
lunches consumeren, die verschillen wat betreft de vetconditie: zichtbare
vetten en verborgen vetten.

Zowel binnen de lunch met zichtbare vetten, als binnen de lunch met de verborgen vetten, zullen er drie gangen worden aangeboden. Hiervan kan de deelnemer zelf bepalen hoeveel er van gegeten wordt. Gang 1 zal bestaan uit soep. Gang 2 zal bestaan uit 3 soorten sandwiches, varierend in beleg (kaas;vleeswaren;zoet beleg) Gang 3 zal bestaan uit een nagerecht. Verschillen tussen de twee vetcondities bestaan uit product keuzes.

De interventie is niet-therapeutisch. Het risico geassocieerd met deelname aan
deze studie is minimaal. De producten die gebruikt worden zijn commercieel
verkrijgbaar. Deelnemers kunnen zelf beslissen hoeveel ze eten van de
aangeboden producten.

De belasting voor de deelnemers bestaat uit:
Eenmaal bepaling van lengte, gewicht en middelomtrek. Verder krijgen de
deelnemers op 2 dagen een testlunch. Voor, tijdens en na de lunch zullen de
deelnemers vragenlijsten moeten invullen over verzadigingsparameters, de
aangenaamheid van de lunches en de reden waarom men is gestopt met eten.