Aan de hand van urodynamische metingen (vullingscystometrie en druk-flow onderzoeken) het therapeutische effect bepalen van 10 mg vardenafil dat tweemaal daags voor een overactieve blaas wordt ingenomen.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Blaas- en blaashalsaandoeningen (excl. stenen)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Wijziging ten opzichte van de aanvangswaarde voor het blaasvolume bij de eerste
detrusorcontractie, aangetoond met urodynamische metingen (vullingscystometrie
en druk-flow onderzoeken) in week 6 (in absolute waarden). De co-primaire
doelvariabele is de wijziging in het aantal micties per dag, zoals vermeld in
de patiëntendagboeken.
Secundaire uitkomstmaten
Urodynamische metingen (vullingscystometrie en druk-flow onderzoeken) in week 6
ten opzichte van die bij aanvang:
- Percentage dat gewijzigd is ten opzichte van de aanvangsmetingen voor
blaasvolume bij de eerste detrusorcontractie
- Detrusordruk bij de eerste contractie
- Cystometrische blaascompliantie
- Volume bij het eerste waarneembare lekken
- Maximale cystometrische blaascapaciteit
- Volume bij de eerste aandrang tot plassen
Andere secundaire werkzaamheidsvariabelen:Aantal micties per dag, aantal
episoden per dag met mictiedrang, aantal episoden van incontinentie
(onvrijwillig urineverlies) per dag, bij mannen van 50 jaar en ouder:
piekurinestroom, en de OAB-questionnaire.
De werkzaamheid bij mannen tegenover die bij vrouwen evenals bij mannen met en
zonder benigne prostaatvergroting zal op beschrijvende wijze worden beoordeeld.
Achtergrond van het onderzoek
BAY 38-9456 (vardenafilhydrochloride) is een krachtige en selectieve remmer van
PDE-5 die tijdens het fase IIb/III ontwikkelingsprogramma bij meer dan 5.000
proefpersonen met ED (erectiele disfunctie) werd getest.
Een overactieve blaas is een chronische stoornis waaraan wereldwijd miljoenen
mensen lijden, ongeacht hun leeftijd, geslacht en ras. De prevalentie stijgt
met de leeftijd en ligt relatief hoger bij vrouwen dan bij mannen. De symptomen
van een overactieve blaas komen met name veelvuldig voor bij vrouwen tijdens de
peri- en postmenopauze. Deze studie is gericht op een klinisch proof-of-concept
voor de mogelijke therapeutische waarde van vardenafil als remmer van PDE-5 bij
de behandeling van een overactieve blaas.
Doel van het onderzoek
Aan de hand van urodynamische metingen (vullingscystometrie en druk-flow
onderzoeken) het therapeutische effect bepalen van 10 mg vardenafil dat
tweemaal daags voor een overactieve blaas wordt ingenomen.
Onderzoeksopzet
Dit is een 6 weken durende gerandomiseerde, dubbelblinde,
placebogecontroleerde, multicenter studie met twee groepen (vardenafil 10 mg
tweemaal daags en placebo).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Het studiegeneesmiddel wordt verstrekt in de vorm van tabletten die 10 mg vardenafil bevatten en overeenstemmende placebotabletten. Tijdens bezoek 2 (randomisatie) krijgen de proefpersonen op willekeurige wijze ofwel gedurende 6 weken 10 mg vardenafil tweemaal daags of gedurende 6 weken placebo toegewezen. De proefpersonen krijgen de instructie om elke ochtend en elke avond één dosis van het studiegeneesmiddel met een glas water (200 ml) in te nemen. De inname interval zou ongeveer 12 uur moeten zijn.
Inschatting van belasting en risico
Voor elke proefpersoon die aan deze studie deelneemt, duurt de studie ongeveer
8 tot 10 weken en bestaat die uit de volgende beoordelingsperioden:
- Een screeningperiode vanaf bezoek 1 - 2 tot 4 weken vóór randomisatie - tot
bezoek 2 om geschikte patiënten aan te duiden voor de studie
- Een 6 weken durende dubbelblinde behandelingsperiode (bezoek 2-4)
- Een 1 dag durende opvolgingsperiode zonder toediening van medicatie; aan het
einde van deze periode neemt men telefonisch contact op met de proefpersoon om
te informeren naar eventuele ernstige ongewenste voorvallen
Bloedmonsters voor veiligheidstesten worden afgenomen op visite 1, 2 en 4. Ook
wordt de patient gevraagd om voor deze visites een mictiedagboek bij te houden,
een vragenlijst in te vullen tijdens de visite en wordt er een ECG gemaakt.
Tijdens visite 2 en 4 worden urodynamische metingen uitgevoerd en tijdens
visite 4 worden twee bloedmonster genomen voor het bepalen van de
pharmacokinetiek.
Bijwerkingen die zeer vaak voorkomen (deze treffen mogelijk 1 op 10 personen of
meer), zijn: hoofdpijn, overmatig blozen. Daarnaast zijn ook gemeld
spijsverteringsklachten, zich ziek voelen (misselijkheid), duizeligheid,
verstopte of loopneus, gevoeligheid van de huid voor zonlicht, hoge of lage
bloeddruk, rug- of spierpijn, verandering in gezichtsvermogen, bloeddoorlopen
of waterige ogen, uitslag, slaperigheid, een effect op de resultaten van
bloedtests bij het controleren van de leverfunctie, verhoogde spierenzymwaarden
in het bloed (creatinefosfokinase), buiten adem zijn, snelle hartslag of
bonzend hart, neusbloedingen, opgezwollen gezicht, flauwvallen, stijve spieren,
verhoogde druk in het oog (glaucoom), langdurige of pijnlijke erecties,
allergische reactie, effecten op het hart (zoals angina), angstgevoel,
opgezwollen strottenhoofd.
Gedeeltelijk, plotseling, tijdelijk of permanent verminderd of geen zicht aan
één of beide ogen is gemeld.
Risico's als direct gevolg van studie procedures:
- Infecties aan de urinewegen als gevolg van catheterisatie voor het
urodynamisch onderzoek
- Vooral bij patiënten met hoge ruggenmergletsels kunnen tijdens de
urodynamische metingen (cystometrie) een vertraagde hartslag, hoge bloeddruk,
zweten en symptomen die op blozen lijken, optreden.
- Mogelijke bijwerkingen van een bloedafname uit een ader bestaan uit een zwak
gevoel, ontsteking van de ader, pijn, blauwe plek of een bloeding op de plaats
van aanprikken. Er is ook een kleine kans op een infectie
Algemeen / deelnemers
Boeing Avenue 8
1119 PB Schiphol-Rijk
Nederland
Wetenschappers
Boeing Avenue 8
1119 PB Schiphol-Rijk
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Mannelijke en vrouwelijke patiënten > 18 jaar. Vrouwen moeten 55 jaar zijn of ouder en al 1 jaar in de menopause zijn of een adequaat anticonceptiemiddel gebruiken.
- Diagnose van een overactieve blaas (OAB), met en zonder urge-incontinentie, gedurende ten minste zes maanden voorafgaand aan bezoek 1
- Volledige blaascapaciteit (= maximale cystometrische blaas capaciteit) < of gelijk aan 300 ml OF volgens ICS richtlijnen: detrusoroveractiviteit, gedefinieerd als een spontane onvrijwillige detrusorcontractie tijden de vulfase OF detrusorcontractie tijdens de vulfase die leidt tot een onvrijwillige mictie voordat een normale blaascapaciteit is bereikt.
- Symptomen van een OAB moeten tijdens de run-infase zonder medicatie worden beoordeeld aan de hand van een mictiedagboek over 7 dagen (tussen bezoek 1 en 2). Elke patiënt moet gemiddeld over alle dagen ten minste 8 micties per dag en ten minste 1 episode per dag met mictiedrang vertonen. Elke patient moet in 7 dagen minimaal 3 opeenvolgende dagen het dagboek invullen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Een behandeling met geneesmiddelen waarvan bekend is dat die de functie van de urineblaas beïnvloeden (bv. anticholinergica, antispasmodica, serotonine-noradrenaline-heropnameremmers)
- Behandeling met medicatie die het werkingsmechanisme en/of metabolisme van PDE-5 remmers beinvloeden.
- Behandeling met nitraten of stikstofmonoxidedonoren
- Behandeling met acenocoumarol of heparine
- Behandeling met medicatie waarvan bekend is dat ze het QT interval verlengen
- Behandeling met androgenen
- Niet-arteriële anterieure ischemische optische neuropathie (NAION) of erfelijke degeneratieve aandoeningen van de retina
- Elke ernstige cardiovasculaire aandoening, waaronder instabiele angina pectoris, recent myocardinfarct, beroerte of levensbedreigende hartritmestoornis, atriumfibrillatie, ernstige insufficientie van de hartspier (categorie III of IV volgen de klassificatie van de NYHA), aangeboren verlengde QT en obstructie van de linker ventrical uitgang.
- Hypotensie in rusttoestand of orthostatische hypotensie
- Ernstige leveraandoening
- Bloedingsstoornis of significante actieve maagzweer
- Bij mannen: significante chronische hematologische aandoening die tot priapisme kan leiden
- Neurogene oorzaken van overactieve blaas
- Urineretentie, obstructie van de blaasuitgang of reflux (bij mannen residueel urinevolume na blaaslediging van > 150 ml)
- Elke pathologie die kan leiden tot urinesymptomen
- Elke urogenitale chirurgische ingreep binnen 12 maanden voorafgaand aan bezoek 1
- Recente instrumentatie van de onderste urinewegen of een recente blaas- of prostaatbiopsie
- Elke voorgeschiedenis van carcinoom van het urogenitale stelsel of stralingstherapie van het bekken
- Verblijfkatheter
- Urinestenen
- Significante abnormale labwaarden
- Niet-farmaceutische behandeling van OAB
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2006-005145-11-NL |
CCMO | NL17746.068.07 |