Om de incidentie van katheter-geassocieerde sepsis gevallen terug te dringen wordt een prospectief onderzoek voorgesteld naar het effect van het gericht toedienen van antibiotica rondom het moment van verwijderen van een CVC.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bacteriële infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het optreden van sepsis in beide groepen.
Secundaire uitkomstmaten
nvt
Achtergrond van het onderzoek
Uit retrospectief onderzoek verricht op de neonatale intensive care unit (NICU)
van het WKZ-UMCU over de jaren 2002 en 2005 is gebleken dat bij het in situ
zijn van een centraal-veneuze katheter (CVC) het risico op sepsis verhoogd is
(18.1/1000 katheterdagen), maar ook dat frequent sepsis optreedt binnen 72 uur
na het verwijderen van een CVC, met een piek in de 2e periode van 24 uur (in
totaal 7.1/1000 katheterdagen). Een tweede bevinding was dat sepsis significant
minder vaak (vermindering met een factor 3) optrad bij patiënten die behandeld
werden met antibiotica ten tijde van het verwijderen van de CVC1. Om de
incidentie van katheter-geassocieerde sepsis gevallen terug te dringen wordt
een prospectief onderzoek voorgesteld naar het effect van het gericht toedienen
van antibiotica rondom het moment van verwijderen van een CVC.
Doel van het onderzoek
Om de incidentie van katheter-geassocieerde sepsis gevallen terug te dringen
wordt een prospectief onderzoek voorgesteld naar het effect van het gericht
toedienen van antibiotica rondom het moment van verwijderen van een CVC.
Onderzoeksopzet
Gedurende de periode van een jaar worden alle patienten bij wie een CVC wordt
ingebracht, gerandomiseerd voor het wel en niet toedienen van antibiotica
rondom het verwijderen van de CVC. Welke antibiotica worden toegediend wordt
bepaald op grond van de gevoeligheid voor antibiotica van de meest voorkomende
verwekkers van neonatale late-onset sepsis, namelijk coagulase-negatieve
staphylococcen. Meestal zijn deze microorganismen gevoelig voor cefazoline. In
het geval van (verhoogde kans op) resistentie wordt vancomycine toegediend,
beide in de standaard dosering.
Van alle patiënten worden de standaard patiëntengegevens vastgelegd, de data
rond het inbrengen van een CVC (soort, plaats van inbrengen, leeftijd op het
moment van inbrengen en duur). Tevens wordt het antibioticagebruik
geregistreerd, de reden hiervan en het optreden van klinische verschijnselen
van sepsis. Sepsis is gedefinieerd als het optreden van klinische
verschijnselen van sepsis en een positieve bloedkweek. Een bloedkweek met
coagulase-negatieve staphylococcen wordt beschouwd als positief, indien deze
positief is geworden binnen 48 uur na afname2.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Een groep patienten krijgt intraveneus antibiotica toegediend gedurende 24 uur rondom het verwijderen van de katheter. De andere groep patienten krijgt geen antibiotica.
Inschatting van belasting en risico
Geen belasting en geen risico.
Algemeen / deelnemers
Postbus 85090
3508 AB Utrecht
Nederland
Wetenschappers
Postbus 85090
3508 AB Utrecht
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Ingebrachte centraal-veneuze katheter
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Geen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL17110.041.07 |