De doelstelling van het onderzoek is de validering en vaststelling van normscores van de ToM test-R bij kinderen van 5 tot 12 jaar met de mentale stoornissen PDD, ADHD en sociale fobie.De twee vraagstellingen van het onderhavige onderzoek luiden als…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Cognitieve en aandachtsstoornissen en -afwijkingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Biografische gegevens
Leeftijd, geslacht en diagnose worden vastgesteld.
Diagnoses
PDD, ADHD en sociale fobie zullen worden gediagnosticeerd met behulp van een
gestructureerd klinisch interview, het zogeheten Diagnostic Interview Schedule
for Children-Revised (DISC-R; Costello, Edelbrock, Dulcan, Kales, & Klavic,
1984) gebaseerd op de DSM IV criteria.
Psychologische tests
ToM test-R
*Theory of mind* vaardigheden zullen worden gemeten met de ToM test-R, die is
verdeeld in drie subschalen: Voorlopers van *theory of mind* (emotieherkenning,
doen alsof, besef van het onderscheid tussen fysische en mentale wereld),
eerste manifestaties van *theory of mind* ('first order beliefs' en 'false
beliefs') en hogere orde *theory of mind* vaardigheden ('second order
beliefs'). Bij sommige taken zal het kind worden gevraagd bepaald gedrag te
imiteren (bijv. haren kammen) , bij ander taken zullen foto's van sociale
situaties worden getoond gevolgd door een of meerdere vragen.
Alternative indices van *theory of mind* en sociale ontwikkeling
Emotieherkenning, false belief, de vaardigheid om sociale situaties accuraat te
interpreteren, sociale sensibiliteit, rolneming en second order beliefs zullen
worden gemeten met behulp van een gevalideerde testbatterij, die meer
gedetailleerd wordt beschreven in sectie 5 van het onderzoeksprotocol (zie
pagina's 6-8).
Secundaire uitkomstmaten
Niet van toepassing.
Achtergrond van het onderzoek
Het begrip 'Theory-of-Mind' (ToM) is oorspronkelijk gepostuleerd door Premack
en Woodruff (1978) en heeft betrekking op de cognitieve vaardigheid aan jezelf
en aan anderen gedachten, gevoelens, ideeën en intenties toe te schrijven en op
basis daarvan te anticiperen op het gedrag van anderen. Het verwerven van deze
vaardigheid lijkt een basisvoorwaarde voor de ontwikkeling van sociaal vaardig
gedrag bij kinderen. ToM vaardigheden ontwikkelen langs 3 stadia: (a)
voorlopers van ToM (emotieherkenning, doen alsof), (b) eerste manifestaties van
ToM (first order belief en false belief) en (c) het hoogste niveau van ToM
(second order belief). De ToM test (Steerneman, Meesters, & Muris, 2000) is een
instrument dat het mogelijk maakt om bovengenoemde ToM vaardigheden te meten.
Aan de hand van een interview wordt met behulp van verhaaltjes en tekeningen
informatie verzameld over de mate waarin kinderen van 5-12 jaar beschikken over
sociaal begrip, sociaal inzicht en sociale sensitiviteit. De ToM test kan
gebruikt worden bij het onderzoek van de sociaal-cognitieve ontwikkeling van
kinderen en vooral bij die kinderen met tekorten in sociaal-interactieve
vaardigheden. Te denken valt daarbij aan kinderen met PDD, ADHD en
angststoornissen. Daarnaast is de test te gebruiken bij trainingen die erop
gericht zijn hiaten in de sociaal-cognitieve ontwikkeling van kinderen te
remediëren. De ToM test maakt een sterkte/zwakte analyse en kan daardoor
richting geven aan het trainingsprogramma alsook behulpzaam zijn bij
effectevaluaties.
Ervaringen van de afgelopen jaren met de ToM test hebben een aantal knelpunten
aan het licht gebracht. In de eerste plaats blijken de normgegevens onvoldoende
vanwege een te kleine normsteekproef. Verder blijkt de ambiguïteit van een
aantal in de test opgenomen tekeningen dermate groot dat de testresultaten
ongewenst worden beïnvloed.
Bovengenoemde knelpunten vormen de aanleiding tot de ontwikkeling van een
revisie van de test, de zogenaamde ToM test-R.
Doel van het onderzoek
De doelstelling van het onderzoek is de validering en vaststelling van
normscores van de ToM test-R bij kinderen van 5 tot 12 jaar met de mentale
stoornissen PDD, ADHD en sociale fobie.
De twee vraagstellingen van het onderhavige onderzoek luiden als volgt:
(1) Bestaan er verschillen tussen kinderen met PDD, ADHD of sociale fobie wat
betreft 'theory of mind' vaardigheden?
(2) Hoe verloopt de ontwikkeling van 'theory of mind' vaardigheden bij kinderen
met deze 3 diagnoses? Meer specifiek: zijn er verschillen tussen de
diagnosecategorieën in tekorten op verschillende leeftijden?
Op basis van onderzoeksresultaten met de oorspronkelijke ToM test wordt
verwacht dat:
(1) er een positieve correlatie is tussen leeftijd en 'theory of mind' scores
in alle 3 diagnosegroepen;
(2) PDD kinderen lagere 'theory of mind' scores zullen behalen en in het
bijzonder meer problemen demonstreren bij items betreffende 'false belief'
taken dan kinderen met sociale fobie of ADHD;
(3) er geen prestatieverschillen tussen kinderen met sociale fobie en ADHD naar
voren zullen komen.
Onderzoeksopzet
In totaal zullen 180 kinderen aan het onderzoek deelnemen, 60 kinderen per
diagnosecategorie. De deelsteekproeven worden verder verdeeld in 4
leeftijdscategorieën (5-6 jarigen; 7-8 jarigen; 9-10 jarigen; 11-12 jarigen),
waarbij elke groep uit tenminste 15 proefpersonen bestaat.
Het onderzoek is opgebouwd uit twee afzonderlijke sessies met een interval van
één week tussen de sessies om carry-over effecten te voorkomen. Een sessie zal
'theory of mind' vaardigheden, zoals gemeten met de ToM test-R, bevatten,
tijdens de andere sessie worden alternatieve indices van 'theory of mind' of
sociale ontwikkeling afgenomen.
Inschatting van belasting en risico
Deelname aan het onderzoek brengt geen enkel risico voor de proefpersoon met
zich mee.
De sociaal-cognitieve taakjes die in het kader van dit onderzoek aan het kind
worden voorgelegd zijn niet indringend of belastend. Het gaat om verhaaltjes en
plaatjes (over alledaagse sociale situaties) die door kinderen doorgaans als
plezierig worden ervaren, omdat hen alle vrijheid wordt gegeven om op hun eigen
wijze te reageren, zonder enige prestatiedruk.
Algemeen / deelnemers
Postbus 616
6200 MD Maastricht
Nederland
Wetenschappers
Postbus 616
6200 MD Maastricht
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Leeftijd tussen 5 en 12 jaar
Diagnose PDD, ADHD of (sociale) angststoornis (conform de DSM IV criteria)
Intelligentie > 70
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Wanneer de diagnose niet voldoet aan de DSM IV criteria
Additionele psychiatrische stoornis
Intelligentie < 70
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL20199.068.07 |