Het doel van deze studie is om de neurale correlaten van verschillende soorten emotie regulatie en emotieverwerking ten grondslag liggend aan sociale cognitie te onderzoeken.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
In deze studie zal hersenactivitei tijdens emotie regulatie en zelf evaluatie
worden onderzocht. Ook zullen vragenlijst scores worden gekoppeld aan de
hersenactiviteit.
Secundaire uitkomstmaten
nvt
Achtergrond van het onderzoek
Sociaal functioneren is vaak aangetast in schizofrenie en is het meest
uitgesproken vergeleken met andere klinische stoornissen, zoals bipolaire
stoornis (Corrigan & Penn 2001). Het onderzoek naar sociale cognitie in
schizofrenie bestudeert de processen, die verantwoordelijk zijn voor sociaal
disfunctioneren (Corrigan & Penn 2001; Pinkham et al. 2003). Sociale cognitie
wordt gedefinieerd als "de mentale processen die ten grondslag liggen aan
sociale interacties, waaronder ook het menselijke vermogen om intenties en
instellingen van anderen waar te nemen valt" (Brothers 1990). Deze processen
verwijzen dus naar informatieverwerking in de hersenen, ten grondslag liggend
aan sociale interactie, en deze kunnen worden onderscheiden van niet sociale
cognitieve processen zoals geheugen en probleem oplossen (Pinkham et al. 2003).
Het belang van sociale cognitie wordt onderstreept door het feit dat
verbetering in sociaal functioneren een hele belangrijke factor is in de
behandeling van schizofrenie. Het betekent dat sociale cognitie een groter
gedeelte van de waargenomen variantie in alledaags sociaal functioneren
verklaart dan niet sociaal cognitieve functies (Pinkham 2003). Hersengebieden
die betrokken zijn bij sociale cognitie zijn o.a. het ventrale striatum, de
amygdala, de mediaal prefrontale en orbitofrontale cortex, anterieure cingalate
an de insula (Phan et al. 2002; Pinkham et al.2003). Het belang van dopamine
banen in neurale verwerking in deze gebieden is aangetoond (Grace 2000). Er is
neuroanatomisch bewijs voor afwijkingen in de gebieden die te maken hebben met
sociale cognitie bij schizofrenie (Hulshoff Pol 2001; Gur et al. 2000;
Chemerinski et al. 2002). Deze bevindingen passen goed in het onderzoek naar
sociale cognitie in schizofrenie. Er werden consistent afwijkingen gevonden bij
emotie herkennings taken, "social cue perception" taken en "theory of mind"
taken.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is om de neurale correlaten van verschillende soorten
emotie regulatie en emotieverwerking ten grondslag liggend aan sociale cognitie
te onderzoeken.
Onderzoeksopzet
In deze studie zullen patienten en gematchte controles drie taken in de fmri
scanner doen. Ook zal er een anatomische scan gemaakt worden en zal er tijdens
een "resting state" gescand worden. Ook worden er nog drie vragenlijsten en een
interview afgenomen.
Eerst zal er maximaal een week voor het fmri onderzoek een PANSS interview en
eventueel een SCAN interview (voor patienten) plaatsvinden. Vlak voor het
scannen zal de PANAS vragenlijst afgenomen worden, daarna worden de instructies
voor de fmri taken gegeven. Vervolgens begint de fmri sessie. In de plaatjes en
woorden taak moet de deelnemer steeds een plaatje en een woord samen onthouden.
De plaatjes en woorden zijn positieve, negatieve en neutrale plaatjes en
woorden. In de volgende taak, de klemtoon en emotie taak worden positieve en
negatieve woorden op het scherm aangeboden. De deelnemer moet in de ene
conditie bepalen of de klemtoon op de eerste of tweede lettergreep ligt. In de
andere conditie moet de deelnemer aangeven of het een positief of een negatief
woord is. In de derde taak wordt de deelnemer gevraagd om over zichzelf
beslissingen te nemen over bepaalde statements, waar zelf evaluatie op het
gebied van stemming, sociale interacties, cognitieve en physieke aanleg voor
nodig is. In de controle conditie moeten de deelnemers beslissingen nemen over
statements die te maken hebben met feitelijke kennis. Na het scannen krijgt de
deelnemer de Bermond Vorst Alexithymia Questionnaire en de Birchwood Insight
scale om in te vullen.
Inschatting van belasting en risico
Deelnemers zullen aan een 3Tesla magnetisch veld worden blootgesteld. Tot nu
toe zijn er geen nadelige effecten beschreven. In uitzonderlijke gevallen wordt
een perifere zenuw (in de buik) gestimuleerd door de veranderende magnetische
velden. Dit zorgt voor een tintelend gevoel maar is niet schadelijk.
Algemeen / deelnemers
Antonius Deusinglaan 2
9713 AW Groningen
Nederland
Wetenschappers
Antonius Deusinglaan 2
9713 AW Groningen
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
schizofrenie voor patienten
gezonde proefpersonen zonder psychiatrische stoornis
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Voor gezonde vrijwilligers: deelnemers met een psychiatrisch of neurologisch verleden waar ze voor behandeld zijn zullen worden geexcludeerd. Ook contra-indications voor fMRI zullen tot exclusie leiden.
Voor patienten gelden de contra-indicaties voor fMRI als exclusie criteria.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL19749.042.07 |