Het meten van functionele spiereigenschappen met behulp van hoge resolutie MRI en DTI

Bij het uitvoeren van een pees transpositie van spastische spieren ten gevolge
van cerebrale parese wordt de chirurg geconfronteerd met verschillende
dillema*s. Zoals, welke spier er gebruikt zal worden, op welke manier de spier
gemobiliseerd dient te worden, welke route deze spier dient te nemen en onder
welke spanning de spier vastgehecht dient te worden. Dit alles om toe te komen
aan de individuele behoeftes van de patient. Er is geen wetenschappelijk
onderbouwd antwoord op deze vragen. Kennis van de biomechanica van spieren en
van het functioneren van spastische spieren is onontbeerlijk voor een optimale
planning en evaluatie van de chirurgie bij deze patienten en om de resultane
van de behandeling te verbeteren. Echter, het bepalen van de eigenschappen van
spieren in vivo wordt bemoeilijkt doordat de spieren moeilijk bereikbaar zijn.
Een niet-invasieve methode om spiereigenschappen te bepalen zou het
functioneren van spieren voor en na een operatie kunnen objectiveren.

Het bepalen van functionele eigenschappen van de spastische flexor carpi
ulnaris spier en de intra-, inter- en extramusculaire bindweefselstructuren met
behulp van hoge resolutie MRI.

Een prospectief observatieve studie.
Een serie van MRI's van de onderarm wordt in twee sessies gemaakt. Elke sessie
duurt ongeveer 40 minuten

De studie heeft geen direct klinisch gevolg voor de patienten. De studie is
groep-gericht, omdat patienten met een spastische parese typisch worden
geopereerd op de leeftijd tussen 8 en 18 jaar. Wij includeren patienten vanaf
12 jaar. de gezonde vrijwilligers zijn volwassen. De risico's van MRI en DTI
zijn klein en acceptabel.