Immunologische correlaten voor bescherming tegen mazelen

Mazelen is wereldwijd van belang voor de publieke gezondheid vanwege de hoge
ziektelast en sterfte en vanwege de enorme besmettelijkheid. Een veilig en
effectief vaccin is beschikbaar om mazelen te voorkomen. Om de prevalentie van
immunologische bescherming tegen mazelen te schatten worden kwantitatieve IgG
antistof concentraties meestal vergeleken met een cut-off voor bescherming.
Echter de proxy voor bescherming die hiervoor wordt gebruikt is gebaseerd op
een gelimiteerde dataset. Momenteel is in Nederland een uitbraak van mazelen
gaande onder individuen die vaccinatie afwijzen vanwege religie. Op basis van
de observaties van de vorige uitbraak in deze groep, zal mogelijk een
substantieel aantal 1x gevaccineerde kinderen in de omgeving van die uitbraak
ook mazelen ontwikkelen. Dit is daarom een unieke kans om de immunologische
correlaten voor bescherming tegen mazelen infectie en ziekte in gevaccineerde
individuen te bestuderen. Deze correlaten zijn nodig voor het bepalen van de
immuniteit op populatieniveau en om de ontwikkeling van nieuwe
vaccinatiestrategieën te leiden.

Het identificeren van serologische correlaten voor bescherming tegen klinische
mazelen en mazelen virus infectie in 1x gevaccineerde kinderen.

Observationele studie. In de studie populatie wordt gevraagd om voor en na de
uitbraak een vragenlijst in te vullen om de attack rate in de populatie te
bepalen. Een subset van de deelnemers wordt uitgenodigd voor bemonstering voor
en na de uitbraak. In deze subset willen we de immunologische bevindingen
koppelen aan het voorkomen van mazelen en mazelen virus infectie.

Ouders van alle kinderen wordt gevraagd twee keer een korte vragenlijst in te
vullen voor en na de uitbraak. Ouders van een subset van kinderen zullen
uitgenodigd worden om twee keer een priklocatie te bezoeken met hun kind. Deze
locatie zal dichtbij de woonplaats van het kind zijn of op de school van het
kind of bij het kind thuis. Zij zullen extra informatie over de studie krijgen
en hen wordt gevraagd een toestemmingsformulier in te vullen. Bij het eerste
bezoek zal een venapunctie (4 ml) en een speekselafname bij het kind
plaatsvinden en bij het tweede bezoek een vingerprikbloed (200 microliter) en
een speekselafname. Risico's geassocieerd met de afnames zijn verwaarloosbaar.
Het invullen van de vragenlijsten zal ongeveer 10 minuten per keer zijn.
Kinderen die in aanmerking komen voor bemonstering zullen een cadeaubon van 10
euro per bloedafname ontvangen.