1. Meer inzicht krijgen in het gebruik van het Tele- ECG en de CardioDetect in de huisartsenpraktijk en nagaan of door het gebruik het percentage terechte verwijzingen naar de cardioloog zal stijgen.2. Een tweede doel is het onderzoeken van de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Myocardaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Verschil in percentage terechte verwijzingen naar de cardioloog
Secundaire uitkomstmaten
Niet van toepassing
Achtergrond van het onderzoek
Patiënten met een myocardinfarct hebben vaak een atypische presentatie, wat de
diagnostiek voor de huisarts bemoeilijkt. Zo wordt 25-40% van alle
myocardinfarcten klinisch niet herkend. Anderzijds worden patiënten met
aspecifieke cardiale klachten vaak onterecht verwezen naar de cardioloog.
Nieuwe diagnostische middelen zijn nodig om de diagnostiek in de eerste lijn te
verbeteren. Uit verschillende studies is gebleken dat het Tele- ECG en de
CardioDetect® betrouwbare, valide instrumenten zijn, met een grote
diagnostische waarde in de vroeg- diagnostiek bij myocardinfarcten. Door deze
testen toe te passen in de eerste lijn is de verwachting dat het percentage
terecht verwezen patiënten naar de cardioloog zal stijgen en het aantal
herkende myocardinfarcten toeneemt.
Toch is uit onze pilotstudie gebleken dat de diagnostische waarde van de
CardioDetect® niet overeenkomt met de literatuur. Van belang is om in deze
vervolgstudie goed te kijken naar de diagnostische waarde, de betrouwbaarheid
en de validiteit van deze test.
Doel van het onderzoek
1. Meer inzicht krijgen in het gebruik van het Tele- ECG en de CardioDetect in
de huisartsenpraktijk en nagaan of door het gebruik het percentage terechte
verwijzingen naar de cardioloog zal stijgen.
2. Een tweede doel is het onderzoeken van de diagnostische waarde, de
betrouwbaarheid en de validiteit van de CardioDetect®.
Onderzoeksopzet
Prospectieve gecontroleerde gerandomiseerde interventiestudie. Patienten die
zich met aspecifieke klachten melden op de huisartsenpost, zullen worden
geincludeerd. Zowel de interventiegroep als de controlegroep worden tijdens een
consult of visite door een huisarts gezien, die aan de hand van anamnese en
lichamelijk onderzoek het beleid bepaald (care as usual). Patienten die door de
huisarts gezien worden op een bepaalde dag vormen de interventiegroep. Bij hen
wordt een Tele- ECG en de CardioDetect aangeboden. Daarnaast wordt een
venapunctie gedaan om de troponinewaarde met spoed te kunnen bepalen. Op basis
van de testuitslagen mag de huisarts zijn beleid wijzigen. Dit wordt bij een
positieve test in overleg gedaan met de dienstdoende cardioloog in het MCL. Het
beleid wordt genoteert in het elektronisch dossier. Patienten, die gezien
worden door een huisarts op een andere dag vormen de controlegroep. Een Tele-
ECG en de CardioDetect worden niet aangeboden.cVan de huisartsen die meedoen
aan de studie wordt een schema gemaakt op welke dag hun patienten in de
interventiegroep vallen en op welke dag hun patienten in de controlegroep
vallen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Diagnostische middelen: - Tele-ECG - CardioDetect- meet h- FABP
Inschatting van belasting en risico
De belasting en het risico zijn nihil. De vragenlijst zal worden afgenomen door
de huisarts, die niet veel uitgebreider is dan de vragen die normaliter gesteld
worden. Het maken van een Tele- ECG duurt enkele minuten en zal weinig
belastend voor de patient zijn. Voor de uitvoering van de CardioDetect zijn
vier druppels bloed, verkregen door een vingerprik nodig. Indien de vingerprik
juist wordt uitgevoerd is de kans op een infectie, irritatie en een hematoom
zeer klein. Tot slot wordt 10 ml bloed van de patient afgenomen voor een
venapunctie. Hierbij is een kleine kans op hematoomvorming.
Algemeen / deelnemers
Postbus 30001
9700 RB Groningen
Nederland
Wetenschappers
Postbus 30001
9700 RB Groningen
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
De patient heeft last van de tenminste een van de volgende aspecifieke klachten: aspecifieke pijn op de borst, aspecifieke uitstraling van de pijn, kortademigheid, duizeligheid, vermoeidheid, zweten, misselijkheid/ braken en bleek zien.;De huisarts kan niet met zekerheid een diagnose stellen en twijfelt aan een cardiale oorzaak/ verwijzing naar de cardioloog. De huisarts vermoed geen acuut coronair syndroom en vindt niet noodzakelijk om de patient met spoed in te sturen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
niet toerekeningsvatbaar
Leeftijd < 30 jaar
recente spiercontusie/ recent thoraxtrauma
Cardiale shock
De huisarts heeft de verdenking op een acuut coronair syndroom
Nierinsufficientie
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL21559.099.08 |