Het onderzoeken van de praktische uitvoerbaarheid en verdraagbaarheid van de behandeling bestaande uit (standaard) blaasspoelingen met Mitomycine C (MMC) en de toevoeging vanlocoregionale hyperthermie. Daarnaast zal een blaascatheter ontwikkeld…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nier- en urinewegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
- Blaas- en blaashalsaandoeningen (excl. stenen)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De toxiciteit van de behandeling zal gemeten worden aan de hand van de Common
toxicity criteria. Met deze criteria kunnen immunologisch, constitutionele en
renale/urogenitale klachten gescoord worden. Wanneer de behandeling 2 keer
achter elkaar ivm klachten moet worden uitgesteld zal de gehele behandeling
gestaakt worden.
Secundaire uitkomstmaten
Verkrijgen van bevredigende thermometrie met de nieuw te ontwikkelen
blaascatheter
Achtergrond van het onderzoek
De behandeling van het niet-spierinvasieve blaascarcinoom bestaat uit een
combinatie van een
transurethrale resectie van de blaastumor (TURB) en blaasspoelingen met
chemotherapie of
immunotherapie. Ondanks deze behandeling is er sprake van een hoge recidiefkans
en bestaat
er het gevaar van progressie van de tumor in een spier invasief carcinoom. De
prognose van
deze tumoren is aanmerkelijk slechter en kent een 5-jaars overleving van 55%.
Recent hebben
studies waarbij een combinatie van intravesicale chemotherapie en intravesicale
hyperthermie
werd gegeven, een verlaging van het recidiefpercentage aangetoond. De
hyperthermieafdeling
van het AMC heeft al jarenlange ervaring met locoregionale hyperthermie van
invasieve
tumoren en de verwachting is dat hiermee in vergelijking met intravesicale
hyperthermie
betere temperaturen bereikt kunnen worden en kan leiden tot betere resultaten
Doel van het onderzoek
Het onderzoeken van de praktische uitvoerbaarheid en verdraagbaarheid van de
behandeling
bestaande uit (standaard) blaasspoelingen met Mitomycine C (MMC) en de
toevoeging van
locoregionale hyperthermie.
Daarnaast zal een blaascatheter ontwikkeld worden waarmee op accurate wijze
temperaturen
geregistreerd kunnen worden op de blaaswand.
Onderzoeksopzet
10 patienten met een intermediate/hoog risico niet-spierinvasief blaascarcinoom
zullen
na een TURB 6 wekelijkse behandelingen ondergaan waarbij blaasspoelingen met
MMC
gecombineerd zullen worden met regionale hyperthermiebehandelingen. Vervolgens
zal
deze behandeling eenmalig worden herhaald na 3, 6, 9 en 12 maanden. Controle op
toxiciteit
en/of recidieven zal middels frequente urineonderzoeken en cystoscopieen
plaatsvinden. De
toxiciteit wordt gescoord met de Common Toxicity Criteria.
Onderzoeksproduct en/of interventie
10 patienten met een intermediate/hoog risico niet-spierinvasief blaascarcinoom zullen na een TURB 6 wekelijkse behandelingen met blaasspoelingen met MMC in combinatie met gelijktijdig regionale hyperthermiebehandelingen ondergaan. Vervolgens zal deze behandeling eenmalig worden herhaald na 3, 6, 9 en 12 maanden. Controle op toxiciteit en/of recidieven zal middels frequente urineonderzoeken en cystoscopieen plaatsvinden. De toxiciteit wordt gescoord met de Common Toxicity Criteria.
Inschatting van belasting en risico
De standaardbehandeling van niet-spierinvasieve blaaskanker is na een TURB,
blaasspoelingen met chemotherapie of immunotherapie. Dit wordt middels een
blaascatheter geinstilleerd. Tijdens de werking van deze intravesicale therapie
zal een hyperthermiebehandeling gegeven worden. Door deze toevoeging zal de
behandeling ongeveer een half uur langer duren. De hyperthermiebehandeling kan
warmtegevoelens bij de patient te weeg brengen. Verkoeling kan tijdens de
behandeling aangereikt worden middels ventilatie of verkoelende doeken. Aan de
hyperthermiebehandeling zijn geen direkte risico's verbonden. Wel is het de
vraag of de bijwerkingen van de intravesicale therapie toe zullen nemen.
Klachten zullen wekelijks gescoord worden aan de hand van de Common Toxicity
Criteria Version 3
Algemeen / deelnemers
meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
Nederland
Wetenschappers
meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patienten met een intermediate/hoog risico recidief van een niet-spier invasief blaascarcinoom Ta-1 graad 3 of Ta-1 graad 2 of carcinoma in situ (CIS)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
*Behandeling met intravesicale mitomycine C (MMC) gedurende de laatste 12 maanden
*Blaastumoren anders dan het urotheelcel carcinoom
*Allergie voor MMC
*Blaasvolume minder dan 100 cc bij uroflowmeting
*Urineresidu > 100 cc bij echometing
*Voorgeschiedenis van spierinvasieve blaaskanker
*Incontinentie voor urine
*Heupprothese
*Pacemaker
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL24042.018.08 |