Allereerst willen we bekijken of patiënten met een prolactinoom tekenen hebben van een veranderde vaatfunctie en/of morfologie in de retina of in het sublinguale weefsel. Daarnaast willen we onderzoeken of er een verschil is in inflammatie markers,…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hypothalamus- en hypofyseaandoeningen
- Netvlies-, vaatvlies- en glasvochtbloedingen en vaataandoeningen
- Arteriosclerose, stenose, vaatinsufficiëntie en necrose
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Vasculaire functie en morfologie van het retinale en het sublinguale vaatbed
van prolactinoom patienten in vergelijking met gezonde controles.
Secundaire uitkomstmaten
1. Inflammatiemarkers (CRP, TNF*, Il-6), stollingsmarkers (D-dimer,
PlasminAntiPlasmin, protrombin fragment 1 en2, ETP/APCSR), markers van insuline
resistentie (glucose, insulin, BMI) en lipiden (total cholesterol, LDL-c,
HDL-c, triglycerides) gemeten in plasma van prolactinoom patienten in
vergelijking tot gezonde controles.
2. De mate van albuminurie bij prolactinoom patienten in vergelijking tot
gezonde controles.
3. De mate van vaatnieuwvorming in vitro na incubatie van endotheelcellen met
plasma van prolactinoom patienten in vergelijking tot vaatnieuwvorming in vitro
na incubatie met plasma van gezonde controles.
4. De spiegels van 16 kDa prolactine fragmenten in plasma van patienten met een
prolactinoom vergelijken met de spiegels van 16 kDa prolactine fragmenten in
plasma van gezonde controles.
Achtergrond van het onderzoek
Prolactine is van oudsher bekend als een hypofyse hormoon dat lactatie
bevordert. Echter, recent onderzoek wijst uit dat prolactine nog andere
functies heeft, waaronder een mogelijke rol in stolling en een rol in
inflammatoire processen. Ook stimuleert prolactine vaatgroei als gevolg van een
direct effect op het vaatendotheel. Het hele molecule prolactine bevordert
overigens angiogenese in vivo en in vitro, terwijl het uit 16 kiloDalton
bestaande fragment van prolactine het tegenovergestelde doet.
Beeldvorming van de retina en de sublinguale vaatjes geeft inzicht in de status
van het vaatendotheel en kan de verschillende fasen van angiogenese tonen. Er
zijn verscheidene gestandaardiseerde technieken ontwikkeld om de retina
makkelijk in kaart te brengen.
Wanneer patienten op hogere leeftijd een prolactinoom hebben lijkt er
vooralsnog minder noodzaak tot een drastische verlaging van het prolactine.
Indien blijkt dat prolactine vaatnieuwvorming in het oog en in het
mondslijmvlies stimuleert, is het zeer waarschijnlijk dat deze vaatnieuwvorming
ook elders wordt versterkt door prolactine. Dat zou betekenen dat voor
patiënten bij wie processen in het lichaam gaande zijn waarbij vaatnieuwvorming
een rol speelt (zoals aderverkalking) een verhoogd prolactine mogelijk extra
ongunstig is.
Wanneer uit deze studie zal blijken dat prolactine vaatnieuwvorming stimuleert,
pleiten wij voor onderzoek om na te gaan of een drastische prolactine verlaging
bij mensen met een prolactinoom de mate van angiogenese vermindert. Dit zou
met name interessant zijn voor oudere patienten zijn met co-morbiditeit waarbij
angiogense een rol speelt in de pathologie, wier prolactine spiegels nu minder
drastisch worden verlaagd.
Indien uit deze studie zal blijken dat prolactine vaatnieuwvorming stimuleert,
zou het de moeite waard kunnen zijn om te onderzoeken of mensen zonder
prolactinoom en co-morbiditeit waarbij angiogense een rol speelt baat hebben
bij prolactine verlaging. Bij gezonde mensen zonder prolactinoom is er namelijk
een dusdanige fysiologische variatie van het prolactine, dat het de moeite
waard kan zijn om het prolactine te verlagen.
Doel van het onderzoek
Allereerst willen we bekijken of patiënten met een prolactinoom tekenen hebben
van een veranderde vaatfunctie en/of morfologie in de retina of in het
sublinguale weefsel.
Daarnaast willen we onderzoeken of er een verschil is in inflammatie markers,
in stollings parameters en markers van insuline resistentie in het bloed van
prolactinoompatiënten in vergelijking met gezonde mensen.
Ook willen we nagaan of prolactinoom-patiënten meer uitgesproken albuminurie
hebben dan gezonde mensen.
Verder is het interessant om te bekijken er meer vaatnieuwvorming optreedt in
vitro na incubatie van endotheelcellen met plasma van patiënten in vergelijking
na incubatie met plasma van gezonde controles.
Als laatste willen we bestuderen of er een verschil is tussen patienten dan in
gezonde controles in de mate van vorming van 16kDa prolactine fragmenten in het
bloed.
Onderzoeksopzet
Het is de bedoeling dat patienten deelnemen aan deze studie vóórdat ze beginnen
met behandeling met prolactine verlagende therapie. Patienten worden gevraagd
of zij mensen in hun omgeving hebben die geen prolactinoom hebben en die zouden
willen fungeren als controle proefpersoon.
In het kader van de studie zal er een anamnese worden afgenomen door de
onderzoeksarts en zullen patienten en controles een algemeen lichamelijk
onderzoek ondergaan en zal er bloed bij hen worden afgenomen en side-stream
dark field (SDF) worden gedaan. Er wordt hen gevraagd om thuis gedurende 24 uur
urine te sparen t.b.v het bepalen van de mate van micro-albuminurie. Een tweede
bezoek aan het AMC wordt ingepland t.b.v. onderzoeken op de afdeling
Oogheelkunde, waar een medisch fotograaf in samenwerking met de onderzoeksarts
het netvlies van 1 oog van de proefpersoon zal fotograferen. Dit wordt gedaan
met behulp van fluorescentie angiografie. Hieronder zullen de verschillende
testen die in het kader van het onderzoek zullen worden gedaan worden
besproken.
Bloedafname
Tijdens het eerste bezoek aan de onderzoeksarts zal er bloed worden afgenomen.
In totaal gaat het om 1 bloedafname in het hele onderzoek. Bij deze afname zal
40 ml bloed worden afgenomen. Dit zal gebeuren op de gebruikelijke wijze. Met
het bloed kunnen een aantal mogelijke factoren die te maken hebben met
vaatnieuwvorming, inflammatie, stolling, insulineresistentie en cholesterol
worden onderzocht.
In vitro angiogenese assay
Endotheel cellen worden geresuspendeerd in medium, met plasma van patienten of
controles, al dan niet in combinatie met een prolactine receptor antagonist. Na
16 uur zal de mate van angiogenese worden gekwantificeerd.
SDF
Side-stream dark field (SDF) beeldvorming maakt gebruik van groene led-lampjes
met een golflengte van 530 nanometer. Dit groene licht wordt geabsorbeerd door
de kleine bloedvaten die onder de tong gelegen zijn. Het reflecterende beeld
wordt vergroot en als film opgeslagen. Het SDF-apparaat heeft een probe die qua
grootte vergelijkbaar is met een balpen. Deze wordt op een zestal lokaties
onder de rong geplaatst, 30 seconden per locatie. Tijdens het onderzoek dient
de proefpersoon goed stil te zitten, zodat de beelden stabiel zijn. De
verkregen film is direct zichtbaar, analyse vindt echter later plaats. Het
onderzoek maakt geen gebruik van contrast- of kleurstoffen, is pijnloos en
eenvoudig te verrichten. De duur van dit onderzoek zal in totaal 5 minuten
zijn.
Fluoresceïne-
angiografie
Fluoresceïne angiografie is een methode, waarmee de arts het inwendige van het
oog onderzoekt en eventuele afwijkingen aan het netvlies opspoort. Hierbij
krijgt de proefpersoon een contrastvloeistof (fluoresceïne) in de arm gespoten.
Er zal slechts 1 oog geanalyseerd worden. Na enkele ogenblikken kan de loop van
de kleurstof door de verschillende bloedvaten in en rond het netvlies worden
gevolgd. Fluorescentie angiografie is pijnloos en neemt ongeveer 10 tot 15
minuten in beslag. Omdat het voor dit onderzoek noodzakelijk is dat de pupil
verwijd is, ontvangt de proefpersoon van tevoren pupil verwijdende druppels
voor het te onderzoeken oog. Tijdens het onderzoek zit de proefpersoon achter
de camera en het hoofd rust op een kinsteun. Met één oog kijkt hij/zij naar een
knipperend lampje. Voordat de fluoresceïne bij hem/haar wordt ingespoten, neemt
de fotograaf eerst enkele foto's. Daarna spuit de verpleegkundige de vloeistof
in de arm. Hierna worden gedurende 10 minuten foto*s gemaakt van het netvlies.
OCT
Optische coherentie tomografie (OCT) maakt een dwarsdoorsnede van het oog. De
techniek is vergelijkbaar met echografie, alleen maakt OCT gebruik van licht in
plaats van geluid. Deze onderzoeksmethode maakt geen gebruik van
contrastmiddelen of kleurstoffen. Er zal slechts 1 oog geanalyseerd worden.
Voor het onderzoek is het noodzakelijk dat de pupil van het te onderzoeken oog
verwijd is. Hiervoor heeft de proefpersoon reeds druppels gekregen voor het
fluorescentie angiografie onderzoek. Het OCT onderzoek is pijnloos en duurt 5
minuten. De proefpersoon neemt plaats op een stoel en legt zijn/haar kin op de
kinsteun. De proefpersoon dient met het te onderzoeken oog naar een groen
kruisje te kijken, na een enkele opname is dit onderzoek afgerond.
Urine
sparen
Het is de bedoeling dat de proefpersoon eenmaal gedurende 24 uur urine spaart
en dit meeneemt naar het AMC en inlevert bij het laboratorium van de algemene
klinische chemie. Dit vragen we van hem/ haar t.b.v. onderzoek naar
microalbuminurie.
Vergaren van controles.
Wanneer patienten aangeven geinteresseerd te zijn in deelname aan het onderzoek
zullen zij een brief met patienteninformatie ontvangen. Daarnaast ontvangen zij
een brief met informatie voor controle personen. In de patientenbrief staat dan
ook vermeld dat deze brief voor controlepersonen is bijgevoegd. In de
patientenbrief wordt patienten gevraagd of zij iemand in hun omgeving kennen
die zou willen fungeren als controlepersoon. Indien dit het geval is, wordt
patient verzocht de informatie voor controle personen aan diegene te geven. De
controle personen zijn mensen zonder een prolactinoom. Wanneer patient geen
controle persoon weet, zullen wij een controle persoon zoeken via advertentie
(zie s.v.p. bijlage voor wervingsadvertentie).
Inschatting van belasting en risico
Van SDF, OCT en FAG zijn geen problemen te verwachten. Deze methoden zijn een
onderdeel van zowel routine-onderzoeken als van studieprotocollen in het
Academisch Medisch Centrum Amsterdam (afdeling oogheelkunde). Proefpersonen
dienen nuchter te blijven tijdens de eerste visite tot na de bloedafname, en
mogen geen caffeine houdende dranken drinken tot na de SDF.
Zoals gezegd in de Introductie, is er aanvullende kennis nodig om de
biologische actie van verhoogd prolactine op angiogenese-gerelateerde
pathologie in kaart te brengen. Dit zou met name consequenties kunnen hebben
voor mensen van postmenopauzale leeftijd met een prolactinoom, omdat bij deze
mensen de prolactine verlaging vaak minder drastisch wordt aangepakt.
Algemeen / deelnemers
Meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
Nederland
Wetenschappers
Meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
(Zowel voor patienten als controles)
Patienten (zowel vrouwen als mannen) met een actief prolactinoom (ofwel een micro- ofwel een macroprolactinoom, met prolactine spiegels boven 50 ng/ml)
Leeftijd 20-60 jaar
Getekend geinformeerd instemmingsbesluit.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
(Zowel voor patienten als controles)
Macroprolactinemie.
Infiltratie van het infundibulum.
Diabetes mellitus type 2.
Zwangere vrouwen.
Patienten bekend met premature atherosclerose.
Gebruik van antidepressiva of antipsychotica.
Co-morbiditeit die de vaten en matrix in de retina zouden kunnen beinvloeden.
Bekend met overgevoeligheid voor fluoresecentie-vloeistof.
Onmogelijkheid om SDF, fluoresceine angiogram of OCT te verkrijgen die geanalyseerd en gevalideerd kunnen worden.
Actieve maligniteit.
Systemische ziekte met een levensverwachting korter dan de duur van de studie
Niet in staat zijn om protocol te volgen m.b.t. injectie en visites.
Volgens de wet incompetente volwassenen.
Weigering om informed consent te tekenen.
Additioneel gebruik van medicatie die neo-angiogenese kan beinvloeden.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL29861.018.09 |