Onderzoeken wat de invloed is van late onset depressie en inflammatie op het beloop van MCI . Hiertoe bepalen wij de correlatie van microglia activatie, neerslag van beta-amyloid, hersenvolume, perifere ontstekingsmarkers (IL-1β, TNF-α, INF…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Structurele hersenaandoeningen
- Dementie en amnestische stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Kwantificering van veranderingen van beta-amyloid en microglia activatie op het
beloop van patiënten met MCI en late onset depressie gecombineerd met PET
onderzoek
Secundaire uitkomstmaten
• Plasma pro-inflammatoire eiwitten en BDNF
• Cognitief functioneren.
Achtergrond van het onderzoek
Mild cognitive impairment (MCI) word gedefinieerd als een overgangsfase tussen
normale veroudering en de ziekte van Alzheimer. MCI is geassocieerd met een
sterk verhoogd risico op het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer. De
neuropathologische veranderingen die aanwezig zijn bij Alzheimer zijn in
mindere mate aanwezig tijdens MCI, zonder dat het klinische beeld voldoet aan
de klinische criteria voor de ziekte van Alzheimer. Recent onderzoek heeft
aangetoond dat de aanwezigheid van zgn. Late onset depression (depressie op
latere leeftijd) het ontstaan van de ziekte van Alzheimer kan bespoedigen.
De klinische herkenning van patiënten met MCI is van groot belang omdat dit
een voorstadium vormt van de ziekte van Alzheimer, waarbij tijdens MCI gepoogd
kan worden verdere voortschrijding van de dementie te voorkomen. De
belangrijkste neurobiologische verandering van de ziekte van Alzheimer wordt
gevormd door neerslag van het beta-amyloid eiwit in neuronen, alsmede
neurofibrillaire tangles in neuronen. Deze zgn. plaques zijn ook bij MCI in
mindere mate aanwezig en leiden bij uitbreiding tot de ontwikkeling van de
dementie van Alzheimer. Microgliacellen in de hersenen gedragen zich als
immuuncellen en zijn een van de eerste celgroepen die veranderingen laten zien
na een functionele verstoring in de hersenen, zodat vroegdetectie van
veranderingen in microgliacellen van groot belang is.
Tijdens bepaalde pathologische condities, zoals Alzheimer is er een sterke
activatie van microgliacellen. Dit wordt gekarakteriseerd door proliferatie en
migratie van microglia naar het aangedane gebied, warbij er een toename is van
de productie van pro-inflammatoire mediatoren zoals vrije radicalen en
pro-inflammatoire cytokines die tot een verdere verslechtering aanleiding geven
van de functie van de hersenen en bijdragena aan een verdere progressie van het
klinische beeld. Cytokines zijn eiwitten die een belangrijke rol spelen in het
immuunsysteem. Humaan onderzoek heeft aangetoond dat er sterke aanwijzingen
bestaan voor een bijdrage van cytokines aan het ontwikkelen van verschillende
vormen van psychopathologie zoals depressie en dementie.
Bovendien is aangetoond dat cytokines een belangrijke rol spelen bij
neurodegeneratieve ziekten
Depressie en inflammatie werken niet onafhankelijk van elkaar bij de progressie
van MCI tot de ziekte van Alzheimer, maar hebben mogelijk additieve of
synergistische effecten. Tot op heden is nauwelijks onderzoek verricht om de
invloed te bepalen van de gecombineerde invloed van depressie, neuroinflammatie
en beta-amyloid; de belangrijkste factoren bij de pathogenese van Alzheimer.
Doel van het onderzoek
Onderzoeken wat de invloed is van late onset depressie en inflammatie op het
beloop van MCI . Hiertoe bepalen wij de correlatie van microglia activatie,
neerslag van beta-amyloid, hersenvolume, perifere ontstekingsmarkers (IL-1β,
TNF-α, INF- α and IL-6), brain derived neurotrophic factor (BDNF) en
cognitieve processen bij patiënten met late onset depression met en/of zonder
MCI.
Onderzoeksopzet
Dit is een follow-up studie met als doel de correlatieve verbanden te bepalen
tussen MCI, depressie en inflammatie tijdens het beloop van MCI naar de ziekte
van Alzheimer. Wanneer er informed consent is verkregen zullen gezonde
vrijwilligers (controlegroep) patiënten met late onset depressie, MCI-
patiënten en patiënten met MCI+depressie een diagnostische testbatterij
ondergaan om zorgvuldig te bepalen tot welke diagnostische groep zij behoren.
Dit onderzoek omvat psychiatrische diagnostiek en neuropsychologisch onderzoek
teneinde het cognitieve functioneren in kaart te brengen.
Na het vaststellen van de diagnose wordt een structurele MRI opname gemaakt bij
alle genoemde groepen. Dit wordt gedaan om vasculaire pathologie uit te sluiten
en tevens om het hersenvolume te kunnen bepalen. Wanneer pathologische
processen (carcinoom of vasculaire pathologie) worden aangetroffen zullen
subjecten worden uitgesloten van deelname aan dit onderzoek.
Het PET onderzoek wordt uitsluitend gedaan bij de gezonde vrijwilligers,
patiënten met late onset depressie en patiënten met MCI (dus niet bij patiënten
met MCI+depressie).
Deze procedure zal 18 maanden later herhaald worden teneinde ons in staat te
stellen het beloop in kaart te brengen.
Inschatting van belasting en risico
Niet van toepassing
Algemeen / deelnemers
UMCG, UCP/CC 64
9700 RB, Groningen
NL
Wetenschappers
UMCG, UCP/CC 64
9700 RB, Groningen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusiecriteria gezonde vrijwilligers:;• Schriftelijke toestemming
• Leeftijd tussen 50 en 80 jaar;Inclusiecriteria patiënten;• Schriftelijke toestemming
• Leeftijd tussen 50 en 90 jaar.
• Kan naar het oordeel van de behandelende arts deelnemen aan dit onderzoek
• Groepen:
• Voldoet aan de criteria voor een late onset depressie
• Voldoet aan criteria voor MCI
• Voldoet aan criteria voor MCI & depressie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusiecriteria (alle proefpersonen);• Geschiedenis van psychiatrische syndromen zoals schizofrenie, bipolaire stoornis en unipolaire depressie.
• Schedeltrauma in het verleden
• Ischemische hersenaandoeningen vastgesteld met structurele MRI
• Klinisch relevante medische aandoeningen zoals reumatoïde artritis, osteoarthritis, chronisch obstructieve pulmonale aandoeningen, psoriasis etc.
• Gebruik van ontstekingsremmers zoals NSAID*s en corticosteroïden gedurende een week voorafgaande aan het PET onderzoek.
• Gebruik van benzodiazepinen zeven dagen voorafgaande aan het PET onderzoek.
• Gebruik van statines, acetylcholine-esteraseremmers, warfarine en digoxine.
• Geschiedenis van middelenmisbruik (alcohol en drugs) in de afgelopen zes maanden.
• Klinische diagnose van dementie.
• Patiënten die om medische redenen geen MRI scan kunnen ondergaan (bijv. aanwezigheid van pacemaker of metalen implantaten)
Ondervoeding (op grond van klinische oordeel van de behandelend arts) of obesitas (BMI>30)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2008-008445-37-NL |
CCMO | NL24114.042.08 |