Primaire doel:• Te onderzoeken of door middel van fysieke training voor de zwangerschap de vasculaire en endotheliale functie bij normotensieve vrouwen met pre-eclampsie in de voorgeschiedenis vergelijkbaar te verbeteren zijn als bij normotensieve…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Complicaties bij de moeder tijdens de zwangerschap
- Vasculaire hypertensieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten: Invloed inspanning op
- Plasmavolume
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten: invloed inspanning op:
- Veneuze compliantie en capacitantie
- Sympathische actiteit in rust
- Fysieke fitheid (VO2 max)
- Cardiac Output
- Hartfrequentie
- Endotheelfunctie gemeten in a.femoralis, Flow Mediated Dilatation (FMD)
- Baseline en maximale doorbloeding arteriële systeem
- Suiker- en vethuishouding
- Aanpassingsvermogen RAAS systeem
- Verloop volgende zwangerschap
Achtergrond van het onderzoek
In Nederland krijgen ongeveer 15.000 vrouwen per jaar tijdens hun eerste
zwangerschap hypertensieve problemen, waaronder pre-eclampsie en eclampsie. In
westerse landen vormen deze problemen de belangrijkste oorzaak van maternale en
neonatale morbiditeit en mortaliteit. Tot op heden is de precieze etiologie
onduidelijk. Wel wordt in toenemende mate duidelijk dat subklinische
afwijkingen in bloedsomloop en bloedstolling, die reeds bestaan voor de
zwangerschap, geassocieerd zijn met de ontwikkeling van pre-eclampsie. Deze
factoren zijn in staat de placenta alsmede de vaatwand in functie te hinderen.
Daarnaast zijn deze risicofactoren overeenkomstig met die van hart- en
vaatziekten en het is dan ook niet verwonderlijk dat op de lange termijn deze
vrouwen vaker getroffen worden door hoge bloeddruk, hart-vaatziekten of
beroerte.
Een laag plasma volume blijkt een belangrijke voorspeller te zijn voor
hypertensieve zwangerschapsproblemen. Bij voormalig preeclamptische vrouwen met
een laag plasma volume is de veneuze capacitantie en veneuze compliantie
verminderd, en bestaat er sympathische hyperactiviteit. Deze combinatie
weerspiegelt daarmee een verminderde cardiovasculaire reservecapaciteit.
Klinisch vertonen vrouwen met een preconceptioneel aanwezig laag plasma volume
een gereduceerde mogelijkheid tot circulatoire aanpassing aan de zwangerschap
en is het risico op pre-eclampsie aanzienlijk verhoogd, terwijl het drijvende
signaal voor deze aanpassingen, de daling van de arteriële vaatweerstand,
vergelijkbaar is als in vrouwen die een probleemloze zwangerschap doormaken.
Bij vrouwen zonder pre-existente circulatoire afwijkingen maar wel met een
geschiedenis pre-eclampsie, verlopen deze aanpassingen veelal normaal en is het
risico op recidieve gering. Deze observaties suggereren een onvoldoende
mogelijkheid van de circulatie tegemoet te komen aan de toegenomen vraag van de
zwangerschap indien deze haemodynamiek van te voren al afwijkend is. Toch is
het tot op heden niet opgehelderd of de pre-eclampsie zelf of het onderliggende
circulatoire profiel debet is aan de circulatoire maladaptatie.
Uit de inspanningsfysiologische literatuur is bekend dat plasma volume gunstig
kan worden beïnvloed door fysieke training, en dat zowel de arteriële
compliantie als de veneuze compliantie en capacitantie toenemen met training.
Deze trainingseffecten komen overeen met de normale respons van het lichaam op
zwangerschap. Gezien het feit dat afwijkingen in bloedsomloop als boven
geschetst veelvuldig voorkomen bij voormalig pre-eclamptische vrouwen, vragen
wij ons af of deze groep vrouwen dezelfde reactie op inspanning zullen vertonen
als vrouwen met een ongecompliceerde obstetrische voorgeschiedenis. Preventief
zou het gunstig zijn dat ook vrouwen met een pre-eclampsie in de
voorgeschiedenis een circulatoire verbetering op herhaalde inspanning laten
zien, waardoor hun risico*s op hypertensieve zwangerschapscomplicaties mogelijk
afnemen.
Doel van het onderzoek
Primaire doel:
• Te onderzoeken of door middel van fysieke training voor de zwangerschap de
vasculaire en endotheliale functie bij normotensieve vrouwen met pre-eclampsie
in de voorgeschiedenis vergelijkbaar te verbeteren zijn als bij normotensieve
vrouwen met een ongecompliceerde zwangerschap in de voorgeschiedenis.
Secundaire doelen:
• Te exploreren welke cardiovasculaire en endotheliale parameters een rol
spelen in het vasculaire aanpassingsvermogen op training van vrouwen met een
pre-eclampsie in de voorgeschiedenis.
• Vast te leggen hoe de vasculaire adaptatie in de (volgende) zwangerschap van
vrouwen met een pre-eclampsie, en vrouwen zonder pre-eclampsie in de
voorgeschiedenis verloopt, nadat zij hun conditie verbeterd hebben door middel
van training.
Deze studie levert belangrijke informatie op over het onderliggend vasculair
lijden bij vrouwen met een voorgeschiedenis van pre-eclampsie en de invloed van
training op dit profiel. Daarmee draagt het mogelijk bij aan de preventie van
pre-eclampsie in de volgende zwangerschap en cardiovasculaire aandoeningen bij
vrouwen met een pre-eclampsie in de voorgeschiedenis.
Om bovenstaande doelen te bereiken zijn een aantal hypothesen opgesteld:
Hypothesen:
- Vrouwen met pre-eclampsie in de voorgeschiedenis zijn/hebben in
tegenstelling tot vrouwen met een ongecompliceerde zwangerschap in de
voorgeschiedenis,:
1. Niet in staat tot vergelijkbare expansie van hun plasma volume
compartiment in reactie op herhaalde aerobe
inspanning ;
2. a: Niet in staat de veneuze compliantie en capacitantie vergelijkbaar
te laten toenemen in reactie op herhaalde
aerobe inspanning
b: Niet in staat om op vergelijkbare wijze de veneuze buffer
aan te spreken in reactie op orthostatische stress
3. Niet in staat om de sympathische activiteit vergelijkbaar te verlagen
in reactie op herhaalde aerobe inspanning.
4. Niet in staat hun arteriële functies vergelijkbaar te verbeteren door
middel van herhaalde aerobe inspanning
5. Hebben een gereduceerde VO2max en zijn niet vergelijkbaar in staat
hun VO2max te verbeteren in reactie op
herhaalde aerobe inspanning
- Vrouwen met een pre-eclampsie in de voorgeschiedenis en een laag plasmavolume
zijn in tegenstelling tot vrouwen die een ongecompliceerde zwangerschap
doormaakten minder goed in staat hun veneuze en arteriële systeem aan te passen
bij een volgende zwangerschap, maar kunnen dit beter na fysieke training.
Onderzoeksopzet
prospectieve interventie studie;
Onderzoeksproduct en/of interventie
Aerobe training (2-3 x per week, à 50 minuten); training aangepast op fysieke conditie niveau (70% VO2 max). Trainingsperiode: 12 weken
Inschatting van belasting en risico
Belasting: met name tijdsintensief (training + metingen)
Studie is minimaal invasief: beperkt tot aanbrengen van 2 infusen in onderarm.
Betreft geen medicatie interventie, wel worden een 3 tal stoffen gebruikt
(voluven, dextran en glyceryl trinitraat) om vaatfuncties te meten, maar waar
geen gezondheidseffect mee nagestreefd wordt. Met de gebruikte stoffen is veel
ervaring. Het meest belangwekkende risico is mogelijk bestaan van
overgevoeligheid, met name bekend van dextran. Indien een proefpersoon
overgevoelig blijkt, zal verdere toediening niet plaatsvinden. Hiermee wordt
risico's van dit onderzoek minimaal geacht. Daarnaast is de insufflatie van
drukmanchetten onprettig.
Algemeen / deelnemers
Postbus 9101
6500 HB Nijmegen
NL
Wetenschappers
Postbus 9101
6500 HB Nijmegen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
patiëntengroep: normotensieve primipara vrouwen met een preeclampsie in de voorgeschiedenis (gedefineerd als proteinurie met proteine/creatinine ratio > 30 g/mol; en hypertensie: systolisch > 140 mmHg, diastolisch > 90 mmHg; gediagnostieerd voor amenorroeduur van 37 weken);controle groep: normotensieve primipara vrouwen met een ongecompliceerde zwangerschap in de voorgeschiedenis.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
onvermogen tot fysieke inspanning
insuline afhankelijke diabetes
auto-immuun aandoeningen
Gebruik van medicatie waarvan bekend is dat zij interfereren met vaat en/of endotheelfunctie
graviditeit
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL24246.091.08 |