Het effect van het onderbreken van de zenuwen van de nieren op het sympathische zenuwstelsel in patiënten met hoge bloeddruk met hoge bloeddruk die niet onder controle is

Dit is een apart en extra onderdeel van de multi-center studie SIMPLICITY
(ingediend bij de metc in het UMC Utrecht). Dit onderzoek betreft het meten
van de sympathische zenuwactiviteit.
Hypertensieve patiënten met chronische nierziekte hebben vaak een toegenomen
activiteit van het sympathische zenuwstelsel. Dit is gebleken uit eerdere
onderzoeken van onze afdeling. Er zijn veel aanwijzingen dat deze toegenomen
sympathische zenuw activiteit belangrijk bijdraagt aan het ontstaan van de
cardiovasculaire schade. Wij weten dat het bestaan van nierschade vaak de
oorzaak is van deze verhoogde sympathische zenuwactiviteit. Er gaan signalen
via de zenuwbanen vanuit de nieren naar de hersenen. Als gevolg daarvan neemt
de sympathische zenuwactiviteit vanuit de hersenen naar hart en bloedvaten toe.
Met het onderbreken (denervatie) van de zenuwbanen die naar en van de nieren
lopen, gaan er dus minder of geen signalen meer van de nieren naar de hersenen
en zal de verhoogde sympathische activiteit afnemen en misschien zelfs helemaal
normaal worden.
Doelstelling van het hoofdproject is het effect van denervatie op de bloeddruk
vaststellen en doelstelling van dit deelonderzoek is aantonen dat de
sympathische zenuwactiviteit afneemt na denervatie.

Onze afdeling heeft de afgelopen jaren uitgebreid onderzoek gedaan naar het
belang van deze verhoogde sympathische zenuwactiviteit. Wij maken daarbij
gebruik van een zeer betrouwbare methode om de zenuwactiviteit te meten (MSNA).
Veel gebruikte geneesmiddelen tegen hoge bloeddruk (in de gebruikelijke
doseringen) remmen de verhoogde zenuwactiviteit niet voldoende.

We willen nu het effect van het onderbreken van de zenuwen van de nieren op de
sympathische zenuwactiviteit bestuderen. Wij verwachten dat het onderbreken van
de nierzenuwen naast een duidelijke afname van de bloeddruk ook een afname van
de sympathische zenuwactiviteit tot gevolg heeft.

Tijdens de gehele studie wordt er 2 keer de zenuwactiviteit gemeten:
- de eerste meting wordt gedaan vóór het onderbreken van de zenuwen van de
nieren
- de tweede meting wordt gedaan ongeveer vier weken na het onderbreken van de
zenuwen van de nieren.
Er doen 10 deelnemers mee aan dit onderzoek.

Niet van toepassing voor deze sub-study.

Microneurografie: in de afgelopen jaren werd nooit een complicatie van belang,
b.v. zenuwletsels gezien.