Deze studie heeft tot doel om (1) de verkregen informatie verkregen door DTI-FT te valideren uitgaande van ioESM als referentietest, en om (2) RSFC analyse te ontwikkelen zodat veranderingen in de patronen van functionele connectiviteit bij…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Zenuwstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Deze studie richt zich op lokalisatie van kritieke hersengebieden voor taal- en
motorische functies die normaliter gelokaliseerd zijn op de primaire
sensomotorische cortex (PSMC), de supplementaire motorische cortex (SMC) en op
de gebieden van Broca en Wernicke. Omdat schade aan een van deze gebieden kan
leiden tot (tijdelijk) verlies van motorisch of talig functioneren, moeten voor
adequate preoperatieve planning al deze gebieden met fMRI geïdentificeerd
worden. Vervolgens zal *fiber tractography* (FT) uitgevoerd worden op basis van
de DTI-scan, waarbij de tractus corticospinalis (motorisch functioneren) en de
fasciculus longitudinalis superior (taalfuncties) gereconstrueerd zullen
worden. Vervolgens worden deze bevindingen vergeleken met de bevindingen van
ioESM. RSFC-analyse zal pre- en postoperatief plaatsvinden om de correlatie
tussen de RSFC-analyse, het verwijderde gedeelte van het brein en het
functionele resultaat te bepalen. Het functionele resultaat wordt bepaald
middels neuropsychologisch onderzoek, taal- en psychomotorische testen.
Secundaire uitkomstmaten
Nvt
Achtergrond van het onderzoek
Chirurgische resectie van een laaggradig glioom verlengt de ziektevrije
overleving van de patiënt. Aangezien hierbij ook eloquente hersengebieden
worden aangetast, brengt resectie een risico op neurologisch functieverlies met
zich mee. De gouden standaard voor de plaatsbepaling van hersengebieden die
cruciaal zijn voor functionaliteit is *intraoperative electrical stimulation
mapping* (ioESM). Deze techniek kan preoperatief echter geen informatie geven,
en verlengt de duur van de operatie. Recentelijk is *functional Magnetic
Resonance Imaging* (fMRI) in staat gebleken om corticale gebieden die
essentieel zijn voor functionaliteit op betrouwbare wijze te visualiseren. Ook
is *Diffuse tensor imaging* en *fiber tractography* (DTI-FT) ontwikkeld, een
techniek waarmee de richting van vezelbanen in de subcortex kan worden
gevisualiseerd. Als de met DTI-FT gevisualiseerde vezelbanen kunnen worden
gekoppeld aan functionele data van fMRI wordt het mogelijk om eloquente
corticale en subcorticale gebieden preoperatief te visualiseren. DTI-FT is
echter nog niet goed genoeg gevalideerd.
Als eloquente hersengebieden toch worden beschadigd, dan kan neurologisch
functieverlies optreden. Vaak blijkt dit functieverlies tijdelijk te zijn.
Waarschijnlijk vindt herstel plaats door functionele reorganisatie van het
brein, een proces dat mogelijk met *resting state* fMRI gevisualiseerd kan
worden. Deze techniek visualiseert patronen van functionele connectiviteit
(resting state functional connectivity: RSFC), en deze patronen verschillen
tussen gezonde proefpersonen en patiënten met functieverlies. Of *resting-
state* fMRI data overeenkomt met de ernst van het neurologische functieverlies
en het uiteindelijke herstel bij patiënten met een laaggradig glioom is echter
nog niet aangetoond.
Doel van het onderzoek
Deze studie heeft tot doel om (1) de verkregen informatie verkregen door DTI-FT
te valideren uitgaande van ioESM als referentietest, en om (2) RSFC analyse te
ontwikkelen zodat veranderingen in de patronen van functionele connectiviteit
bij patiënten die herstellen van tijdelijk functieverlies door chirurgisch
resectie gekwantificeerd kunnen worden.
Onderzoeksopzet
Patiënten met een laaggradig glioom worden preoperatief gescand, 1 a 2 weken na
chirurgie, en 3 maanden na chirurgie. Zodoende is het mogelijk om anatomische
(DTI-FT) en functionele (RSFC) veranderingen in hersenconnectiviteit
geïnduceerd door de tumor (preoperatief) en veroorzaakt door de resectie
(postoperatief), alsmede het eindpunt (3 maanden na chirurgie) te evalueren.
Neuropsychologische testen van taal- en motorische functies en cognitief
vermogen van patiënten vinden ook plaats in het UMC Utrecht op dezelfde
tijdstippen als die van de scansessies. De bevindingen hiervan worden
gecorreleerd aan de resultaten van DTI-FT en RSFC, teneinde te onderzoeken of
er een relatie bestaat tussen resectie van kritische anatomische baansystemen
en functionele gebieden en postoperatief functieverlies. Gezonde vrijwilligers
zullen worden geïncludeerd om de test-retest betrouwbaarheid van DTI-FT en RSFC
te evalueren. Gezonde vrijwilligers zullen volgens dezelfde tijdslijn worden
gescand als de patiënten, maar zullen niet neuropsychologisch worden getest.
Inschatting van belasting en risico
Van MRI zijn geen schadelijke effecten bekend voor de mens. Het ondergaan van
een MRI-scan brengt dus geen gezondheidsrisico*s met zich mee.
Een nadeel kan zijn dat patienten en vrijwilligers worden gevraagd om het UMC
Utrecht driee keer te bezoeken voor het uitvoeren van de onderzoeken. Dus
krijgen patienten een vergoeding voor resikosten en vrijwilligers een
financiele vergoeding na succesvol (drie keer) uitvoeren van de onderzoeken.
Algemeen / deelnemers
Heidelberglaan 100
3584CX
NL
Wetenschappers
Heidelberglaan 100
3584CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
A) Inclusiecriteria voor patiënten met een laaggradige hersentumor;1. De patiënt is geschikt bevonden voor chirurgische resectie van de tumor
2. De hersentumor bevindt zich in of nabij corticale taal- of motorische gebieden;B) Inclusiecriteria voor gezonde proefpersonen;1. De proefpersoon is tussen de 25 en 70 jaar oud
2. De proefpersoon is in staat de fMRI taken uit te voeren
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
A) Exclusiecriteria voor patiënten met een laaggradige hersentumor;1. De patiënt draagt MRI-incompatibele metalen voorwerpen in of bij zich (beugels, pacemaker, metalen fragmenten, restanten van chirurgische ingreep)
2. Er bestaan significante cognitieve beperkingen; de patiënt is niet in staat de fMRI taken uit te voeren.
3. De patiënt heeft medische voorgeschiedenis van neurologische of psychiatrische aard, die niet gerelateerd is aan de huidige ziekte. ;B) Exclusiecriteria voor gezonde proefpersonen;1. De proefpersoon heeft medische voorgeschiedenis van neurologische of psychiatrische aard
2. De proefpersoon is niet in staat de fMRI taken uit te voeren
3. Bij MRI-screeningsonderzoek van de proefpersoon zijn cerebrale abnormaliteiten aangetoond
4. De uitslag van de urinezwangerschapstest van de vrouwelijke proefpersoon, afgenomen voor het MRI-onderzoek, is positiev (standaardprocedure voor gezonde proefpersonen in het UMC Utrecht)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL27453.041.09 |