Effect van verschillende eiwit dieten op glucose en insuline metabolisme en substraat gebruik

Een hoog eiwit dieet in type 2 diabetes voor 5 weken demonstreerde een
verbetering in 24 glycemisch profiel en een verlaging in triglycerides (TG) en
vrije vetzuren (FFA). Een suggestie is dat de lage GI inhoud van (zuivel)
eiwitten de glycemic controle verbetert waardoor een betere controle van het
lichaamsgewicht optreedt ondanks de sterke insulinotropische bestandsdelen,
welke vergelijkbaar zijn met hoge GI producten. Dit neigt tot een verbetering
van de insuline gevoeligheid door de verhoogde insuline secretie door middel
van hoge (zuivel) eiwit dieten. Daarom is het beter om een de rol van voedings
(zuivel) eiwitten te bestuderen op glycemisch profiel en vooral hun rol op
insuline metabolisme en substraat gebruik. Ook de rol van zuivel eiwiten
vergelijken met andere eiwitbronnen in relatie tot post-prandial respons op
metabole markers is onbekend. Daarom worden verschillende (zuivel) eiwitten en
GI dieten opgezet in deze study.

Hoe leiden zuiveleiwitten vergeleken met plantaardige eiwitten en koolhydraten
bronnen tot glucose en insuline metabolisme en substraat gebruik?

Randomiseerd gecontrolleerde crossover study. De proefpersonen worden
blootgesteld aan 4 verschillende dieten. Om dezelfde baseline waardes te
verkrijgen moeten de proefpersonen de 3 dagen voor de test standardiseren. Dat
gebeurt met voedselinname en activiteit dagboekjes die ingevuld dienen te
worden voor de 1e test en deze dagboekjes moeten dan gevolgd worden voor de
andere test dagen.
Elke respiratiekamer bezoek begint nadat the Continuous glucose monitoring
system (CGMS) geplaatst is en na voorbereiding om 21.00 en eindigt 36 uur later
om 9.00 uur. De eerste 12 uren zijn bedoeld om te wennen aan de
respiratiekamer. Dan wordt het energie verbruik gemeten gedurende 24 uur.
Tijdens de test worden slaap- en verzadigingsvragenlijsten ingevuld voor en na
het eten van een maaltijd. Ook worden er bloed monsters afgenomen op 0, 30, 60,
90, 120 en 240 minuten na het eten van drie maaltijden.

Verschillende dieten: 1. 15% melk eiwit en laag GI 2. 25% melk eiwit en laag GI 3. 15% plantaardig eiwit and laag GI 4. 15% melk eiwit en hoog GI

Bloeduitstortingen kunnen onstaan door intraveneuze canule.