Balance@Work - De (kosten) effectiviteit van een richtlijn voor bedrijfsartsen gericht op het stimuleren van meer bewegen en gezonde voeding bij werknemers, ter preventie van gewichtsstijging.

De prevalentie van overgewicht en obesitas is hoog onder de Nederlandse
bevolking. De kosten zijn voor zowel de overheid als het bedrijfsleven enorm.
Verwacht wordt dat de prevalentie van overgewicht nog verder zal stijgen. Het
is daarom van groot belang (verdere) gewichtsstijging te voorkomen. De werkplek
is een geschikte setting voor gezondheidsbevordering, en leefstijlinterventies
in het bijzonder, ten einde gewichtsstijging te voorkomen. De Nederlandse
Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) onderkent dit en ziet
leefstijlbevordering als integraal onderdeel van hun taken. Op basis van
uitgebreid literatuur onderzoek blijkt dat primair preventieve
leefstijlinterventies effectief en haalbaar zijn in de bedrijfsgezondheidszorg.
Tot op heden worden ze echter nauwelijks geïmplementeerd. In samenwerking met
de NVAB is ons doel het ontwikkelen, evalueren en implementeren van een
richtlijn gericht op het stimuleren van meer bewegen en gezonde voeding. Deze
richtlijn is te gebruiken door bedrijfsartsen en andere professionals in de
bedrijfsgezondheidszorg.

Het doel van dit onderzoek is het evalueren of de richtlijn voor bedrijfsartsen
ter stimulering van beweging en gezonde voeding, ten opzichte van usual care
een (kosten) effectieve methode is om (verdere) gewichtsstijging bij werknemers
te voorkomen.

De richtlijn wordt geëvalueerd in een gerandomiseerde, gecontroleerde trial met
twee armen in de werksetting. Randomisatie vindt plaats op bedrijfsarts niveau
(n=30) met behulp van een computerprogramma. Voor randomisatie worden
bedrijfsartsen gestratificeerd op bedrijfssector. Tijdens een bestaand
onderzoek, zoals het Preventief Medisch Onderzoek (PMO), de Risico
Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), of vergelijkbaar, zullen bedrijfsartsen in
de interventiegroep de richtlijn toepassen. Bedrijfsartsen in de controle groep
zullen de gebruikelijke zorg toepassen. Geïncludeerde werknemers zullen gemeten
worden voorafgaand aan de interventie en na 6, 12 en 18 maanden.

Werknemers in de interventiegroep ontvangen zorg volgens de richtlijn. Doel gedragingen zijn, voortvloeiend uit het nitervention mapping proces zijn: 1. Vervangen van ongezonde snacks door gezonde snacks, fruit en groente; 2. Vervangen van sedentair gedrag op werk door lichte of matig intensieve lichamelijke activiteit; 3. Vervangen van sedentair gedrag in de vrije tijd door matig of hoog intensieve lichamelijke activiteit. Minimaal drie counseling sessies vinden plaats waarbij motivatie, ambivalentie, barrieres en voordelen van het huideige en gewenste gedrag besproken worden, gebaseerd op de principes van motivational interviewing. Vervolgens worden persoonlijke doelen opgesteld en geeft de bedrijfsarts interventiematerialen mee om werknemers te helpen met het bereiken van hun doelen. Ook wordt de obesogene werkomgeving in kaart gebracht en besproken.

Voor zover bekend zijn er aan deze methode geen risico's verbonden.