Het bepalen van de progressievrije overleving (PFS) die wordt beoordeeld 12 weken nadat is gestart met IMC-A12-monotherapie, iedere 2 weken toegediend aan patiënten met eerder behandeld, vergevorderd of uitgezaaid wekedelen en Ewing-sarcoom/PNET.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Wekedelenneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Aandoening
Ewing's sarcoma and peripheral neuroectodermal tumor (PNET)
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Onderzoek naar de werkzaamheid:
De patiënten worden op respons geëvalueerd volgens RECIST; de patiënten
worden iedere 6 weken opnieuw geëvalueerd, met een bevestigende beoordeling na
ten minste 4 weken volgend op de eerste vaststelling van objectieve respons.
De 12-weken-PFS wordt gemeten als een binaire variabele. De behandeling van
een patiënt wordt als *succesvol* beschouwd als de radiologische evaluatie die
wordt uitgevoerd na 12 weken na begin van de therapie stabiele ziekte (SD),
gedeeltelijke respons (PR) of volledige respons (CR) uitwijst, zoals
gedefinieerd door RECIST. Alle andere gevallen, waaronder gevallen van
ziekteprogressie (PD) of overlijden voor de 12-wekenevaluatie, worden als *niet
succesvol* beschouwd.
De totale PFS is het interval van de datum van de eerste behandeling tot de
datum van objectief bepaalde PD of overlijden ongeacht de oorzaak.
De ORR is de beste bevestigde objectieve respons van de datum van de eerste
behandeling tot ziekteprogressie/recidief (met als referentie voor
ziekteprogressie de laagste metingen die sinds het begin van de behandeling
zijn genoteerd). ORR wordt gedefinieerd als het deel van de patiënten dat PR of
CR behaalt.
De tijd tot respons, bij patiënten voor wie de beste algehele respons PR of
CR is, wordt gemeten vanaf de datum van de eerste behandeling tot het eerste
optreden van CR of PR.
De duur van de respons, bij patiënten voor wie de beste algehele respons PR
of CR is, wordt gemeten vanaf de tijd van het eerste optreden van CR of PR tot
de eerste datum van ziekteprogressie of overlijden.
Totale overleving wordt gedefinieerd als het interval tussen de datum van
aanvang en de datum van overlijden ongeacht de oorzaak. Patiënten die in leven
zijn op het moment dat het onderzoek wordt beëindigd worden gecensureerd op het
laatste moment dat van de patiënt bekend was dat hij/zij in leven was.
De CBR wordt gedefinieerd als het percentage patiënten van wie de beste
algehele respons CR, PR of SD is.
Onderzoek naar de veiligheid:
De veiligheid wordt geëvalueerd met behulp van de National Cancer Institute
Common Terminology Criteria for Adverse Events, Versie 3.0, gebaseerd op
gemelde bijwerkingen, lichamelijke onderzoeken en klinische
laboratoriumonderzoeken.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelstelling(en):
• Het evalueren van de algehele PFS
• Het evalueren van de objectieve responsratio (ORR)
• Het bepalen van de tijd tot het begin van de respons en de duur van de respons
• Het bepalen van de totale overleving (OS)
• Het bepalen van de klinische voordeelratio (CBR)
• Het evalueren van de veiligheid, de verdraagbaarheid en het
bijwerkingenprofiel van IMC-A12 in deze context
• Het beoordelen van de ontwikkeling van antilichamen tegen IMC-A12
Achtergrond van het onderzoek
De term wekedelensarcoom (STS) betreft een groep van histologisch bijzondere
kanker subtypen die ontstaan zijn in het bindweefsel. Deze kankers zijn
zeldzaam met minder dan 1% van alle gediagnosticeerde maligniteiten en 2%
kanker gerelateerde mortaliteit. Echter, STS is de zesde meest voorkomende
kanker bij kinderen, met een jaarlijkse incidentie van ongeveer 8 tot 9 per
miljoen in de leeftijdspopulatie < 19 jaar. Ewing sarcoom (ES), een extreem
agressieve primaire bot tumor, en perifere neuro-ectodermale tumor (PNET) zijn
histologisch verschillend van de STS maar ze hebben dezelfde genetische
kenmerken en cellulaire fysiologie. Daarom worden ze vaak als leden van de
Ewing tumor familie gegroepeerd en behandeld voor analytische doeleinden.
Het studie medicijn IMC-A12 is recombinant humaan IgG1 monoklonaal antilichaam
met een hoge affiniteit voor type I insuline-achtige groeifactor receptor
(IGF-IR) dat werkt als een antagonist voor IGF-I en IGF-II ligand binding en
signalering. IMC-A12 remt de IGF-IR signaleringsroute en leidt tot een
vermindering van de oppervlak receptor dichtheid op de behandelde cellen.
IMC-A12 remt de proliferatie en groei van verschillende humane tumor cellijnen
in vitro en in vivo. Omdat IMC-A12 een recombinant humaan IgG1 monoklonaal
antilichaam is, kan hij ook een antilichaam afhankelijke cel-gemedieerde
cytotoxiciteit induceren die de groei van tumorcellen in vivo zou remmen.
Doel van het onderzoek
Het bepalen van de progressievrije overleving (PFS) die wordt beoordeeld 12
weken nadat is gestart met IMC-A12-monotherapie, iedere 2 weken toegediend aan
patiënten met eerder behandeld, vergevorderd of uitgezaaid wekedelen en
Ewing-sarcoom/PNET.
Onderzoeksopzet
Open-label fase-2-onderzoek met vijf armen. De patiënten ontvangen iedere 2
weken gedurende 1 uur intraveneus (I.V.) IMC-A12 10 mg/kg. De patiënten blijven
de behandeling ontvangen totdat er sprake is van ziekteprogressie,
onacceptabele toxiciteit of intrekking van toestemming. Een tweefasige opzet
die een tussentijdse analyse van de werkzaamheid mogelijk maakt wordt
gehanteerd voor elk van de vijf armen van het onderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Te beproeven middelen, dosis en wijze van toedienen: IMC-A12-injectie voor intraveneus gebruik, geleverd in flacons van 90 mg/20 ml of 250 mg/50 ml voor eenmalig gebruik, die respectievelijk 4,5 mg/ml bevatten in fosfaatgebufferd zout of 5 mg/ml in citraatgebaseerd zout en iedere 2 weken intraveneus worden toegediend met een dosis van 10 mg/kg. Duur van de behandeling: Een behandelingscyclus wordt gedefinieerd als 6 weken, met aan het eind van iedere cyclus een radiologische evaluatie. Er is geen onderbreking tussen de behandelingscycli. De patiënten worden behandeld totdat er sprake is van ziekteprogressie, toxiciteit die stopzetting vereist of intrekking van toestemming.
Inschatting van belasting en risico
De volgende onderzoeken zullen worden uitgevoerd:
• Medische geschiedenis: aan het begin van de studie.
• Lichamelijk onderzoek: Lengte en gewicht, temperatuur, aantal hartslagen en
ademhalingen per minuut en bloeddruk: aan het begin van de studie, iedere 2
weken, aan het eind van de therapie en tijdens follow-up periode.
• Vitale signalen (temperatuur, aantal hartslagen en ademhalingen per minuut en
bloeddruk): aan het begin van de studie, iedere 2 weken, voor en na iedere
IMC-A12 infusie, aan het eind van de therapie en tijdens follow-up periode.
• BSA bepaling: iedere 2 weken.
• Toxiciteit/beoordeling van bijwerkingen: iedere 2 weken, aan het eind van de
therapie en tijdens follow-up periode.
• ECOG PS evaluatie: aan het begin van de studie, iedere 2 weken, aan het eind
van de therapie en tijdens follow-up periode.
• Elektrocardiogram: aan het begin van de studie.
• MUGA scan: aan het begin van de studie.
• Routine beeldvormende studies zoals CT of MRI scans: aan het begin van de
studie, en tenminste iedere 6 weken, of als klinisch bepaald.
• Bloedafname ongeveer 10ml: aan het begin van de studie, iedere 2 weken, aan
het eind van de therapie en tijdens follow-up periode.
• Zwangerschaptest - serum of urine zwangerschaptest: aan het begin van de
studie en iedere 12 weken.
• Na insluiting in de studie ontvangen de patiënten een IV infusie van IMC-A12
iedere 2 weken voor ongeveer 1 uur.
• Tumor afmetingen/ziekte respons evaluatie: tenminste iedere 6 weken, of zoals
klinisch bepaald.
Na de follow-up evaluatie wordt iedere 3 maanden met alle patiënten of
familieleden contact opgenomen om informatie over therapie en overleving te
krijgen. De overlevingsinformatie van alle patiënten tot hun dood (maximaal 1
jaar) wordt verzameld.
De navolgende ongewenste reacties zouden kunnen optreden:
• Allergische reactie / overgevoeligheid door IMC-A12 zoals blos, uitslag,
koorts, urticaria, dyspnoe, bronchospasmen, allergie-gerelateerde
oedeem/angioedeem, hypotensie, anafylaxie, stridor, heesheid.
• Hyperglycaemie (diabetes).
Algemeen / deelnemers
33 ImClone Drive
Branchburg, NJ 08876
US
Wetenschappers
33 ImClone Drive
Branchburg, NJ 08876
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De patiënt heeft een histologisch of cytologisch bevestigde sarcoom van een van de volgende histologieën: (1) Ewing-sarcoom/PNET; (2) rhabdomyosarcoom; (3) leiomyosarcoom; (4) liposarcoom of (5) synoviaal sarcoom.
2. De patiënt heeft een meetbare ziekte, gedefinieerd als ten minste één laesie die nauwkeurig gemeten kan worden in ten minste één dimensie (grootste diameter dient te worden genoteerd), met een minimumlaesiegrootte van >= 2 cm bij gebruikmaking van conventionele meettechnieken of >= 1 cm bij gebruikmaking van computertomografie (CT-scan).
3. De patiënt heeft ten minste één meetbare laesie die zich buiten een eerder bestraald gebied bevindt.
4. De patiënt heeft radiografische documentatie over ziekteprogressie binnen 6 maanden voorafgaand aan toelating tot onderzoek (zie deel 11.4 voor een volledige omschrijving van ziekteprogressie).
5. De patiënt heeft een recidieve, refractaire en/of metastatische ziekte waarbij chirurgie, bestraling of andere conventionele systemische therapie geen soelaas bieden.
6. De patiënt moet zijn beschouwd als niet in aanmerking komende voor systemische chemotherapie of ten minste één eerdere kuur hebben ondergaan voor een recidieve, refractaire en/of metastatische ziekte.
7. De patiënt heeft een leeftijd van >= 12 jaar.
8. De patiënt heeft een levensverwachting van > 3 maanden.
9. De patiënt heeft een Eastern Cooperative Oncology Group performance status (ECOG PS) van 0-1.
10. De patiënt heeft een adequate hematologische functie zoals gedefinieerd als een absolute neutrofielentelling >= 1500/µl, hemoglobine >= 9 g/dl en plaatjestelling >= 100.000/µl.
11. De patiënt heeft een adequate leverfunctie zoals gedefinieerd door een totaal bilirubine <= 1,5 x de bovengrens van de normaalwaarde (ULN, upper limit of normal) en aspartaat transaminase (AST) en alanine transaminase (ALT) <= 3 x de ULN (of <= 5 x de ULN bij aanwezigheid van bekende levermetastasen).
12. De patiënt heeft een adequate coagulatiefunctie zoals gedefinieerd door international normalized ratio (INR) <= 1,5 en gedeeltelijke tromboplastinetijd (PTT, partial thromboplastin time) van niet meer dan 5 seconden boven de ULN.
13. De patiënt heeft een adequate nierfunctie zoals gedefinieerd door een serumcreatinine <= 1,5 x de institutionele ULN of creatinineklaring >= 60 ml/min voor patiënten met creatininewaarden boven 1,5 x de ULN.
14. De patiënt heeft een nuchtere serumglucose van < 120 mg/dl of onder de ULN.
15. Omdat de teratogeniciteit van IMC-A12 niet bekend is, moeten vrouwen die kinderen kunnen krijgen en mannen ermee instemmen om voorafgaand aan toelating tot het onderzoek en gedurende de gehele onderzoeksdeelname, adequate anticonceptie (hormonale of barrièremethode; onthouding) te gebruiken.
16. De patiënt of zijn/haar wettelijke verzorger is in staat om een schriftelijk toestemmingsformulier te begrijpen en is bereid dit te ondertekenen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. De patiënt heeft onbeheersbare hersen- of leptomeningeale metastasen.
2. De patiënt is niet hersteld tot stadium <= 1 van bijwerkingen van middelen die meer dan 3 weken voorafgaand aan toelating tot het onderzoek zijn toegediend.
3. De patiënt gebruikt een ander onderzoeksmiddel(en).
4. De patiënt heeft binnen 3 weken tot toelating een grote operatie, hormonale therapie (andere dan hormonale substitutietherapie), chemotherapie, bestraling of enige andere vorm van onderzoekstherapie ondergaan.
5. De patiënt heeft een verleden van behandeling met andere middelen gericht tegen de IGFR.
6. De patiënt heeft een verleden van allergische reacties die worden toegeschreven aan stoffen van chemische of biologische samenstelling die lijken op die van IMC-A12.
7. De patiënt heeft slecht beheersbare diabetes mellitus. Patiënten met een verleden van diabetes mellitus mogen deelnemen, op voorwaarde dat hun bloedglucose binnen normale grenzen ligt (nuchter < 120 mg/dl of onder ULN) en dat ze een stabiele dieet- of therapeutische kuur volgen voor deze aandoening.
8. De patiënt heeft een intercurrente ziekte die niet onder controle is, waaronder aanhoudende of actieve infectie waarbij parenterale antibiotica nodig zijn, symptomatisch congestief hartfalen, onbeheersbare hypertensie, klinisch significante cardiale aritmie of psychiatrische ziekte/sociale situaties die compliantie aan onderzoeksvereisten zouden beperken.
9. De patiënt wordt behandeld met immunosuppressieve middelen.
10. De patiënt is zwanger of geeft borstvoeding.
11. Bij de patiënt is een infectie met het humane immunodeficiëntie-virus (HIV) aangetoond.
12. De patiënt heeft een verleden van een andere primaire kanker, met uitzondering van:
a) curatief geresecteerde niet-melanomateuze huidkanker; b) curatief behandelde cervicale carcinoom in-situ; of c) andere curatief geresecteerde primaire solide tumor zonder aanwezigheid van een bekende actieve ziekte en waarvoor gedurende de afgelopen 3 jaar geen behandeling is verricht.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2007-0006719-2-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT00668148 |
CCMO | NL23496.058.09 |