De effecten van orale en intraduodenale toediening van erwten eiwitten op verzadigingsparameters in gezonde en obese proefpersonen

Voedsel in de dunne darm stimuleert darmcellen om verzadigingshormonen uit te
scheiden. Deze verzadigingshormonen zorgen er op hun beurt voor dat het
hongergevoel verdwijnt, en dat de voedselinname stopt. Er is nog weinig bekend
over de manier waarop de eiwitten deze cellen stimuleren, en of de wijze van
voedselinname een belangrijke rol speelt in deze stimulatie.

In dit onderzoeken bestuderen wij de effecten van verschillende manieren van
eiwittoediening, namelijk oraal en intraduodenaal, op de verzadigingshormonen
CCK, GLP-1 en PYY.

Bij dit onderzoek vragen wij de proefpersonen 5 keer naar de universiteit te
komen. Tijdens de eerste 4 testdagen, krijgt de proefpersoon een nasale sonde
ingebracht. Bij deze gerandomizeerde, placebo gecontroleerde cross-over studie,
krijgt iedere proefpersoon zowel de placebo en het testproduct toegediend. Dit
gebeurd op 2 verschillende testdage, met een wash-out periode van 1 week. Beide
producten, placebo en testproduct, worden op verschillende testdagen ofwel
oraal of intraduodenaal toegedient.Bij alle 4 de testdagen worden bloedsamples
genomen (zie ook C. Onderzoeksprotocol, flowchart). Bij de testdagen waar de
vloeistof intraduodenaal wordt toegedient, wordt gedurende het eerste uur
samples genomen van darmsap.
Op de laatste testdag wordt bij de proefpersoon gedurende 1 gastroscopie 8
kleine stukjes darm afgenomen. Als extra optie is er een 6de testdag. Hier
worden wederom gedurende 1 gastroscopie 8 kleine stukjes darm afgenomen.

Tijdens de eerste 4 testdagen krijgt de proefpersoon ofwel eiwit ofwel placebo toegediend, ofwel oraal, ofwel intraduodenaal. De placebo bestaat uit water (2 ml/kg lichaamsgewicht), waaraan 5g/l vanille smaakstof is toegevoegd. De testvloeistof bestaat op water (2 ml/kg lichaamsgewicht), waarin 250 mg/kg lichaamsgewicht erwteneiwit is opgelost, met 5g/l vanille smaakstof. Bij de eerste 4 testdagen worden bloedsamples genomen (zie ook C. Onderzoeksprotocol, flowchart). Bij de testdagen waar de vloeistof intraduodenaal wordt toegedient, wordt gedurende het eerste uur samples genomen van darmsap.

Er is een kleine kans dat er een hematoom kan ontstaan na het plaatsen van de
canule. De kans is erg klein dat er een darmperforatie optreedt. De
proefpersonen ondervinden geen tot weinig last gedurende de proef.