Het primaire doel van de studie is vaststellen of mensen die hoger scoren op ruminatie een sterker aandachtspatroon van vigilantie en vermijding vertonen voor verliesgerelateerde stimuli. We verwachten dat ruminatie bij rouw een positieve relatie…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Aanpassingsstoornissen (incl. subtypes)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaten zijn:
a) de gemiddelde hoeveelheid tijd die er gekeken wordt naar specifieke
verliesgerelateerde beeldwoordcombinaties (overledene + verliesgerelateerd
woord) in de eerste 500 ms;
b) de gemiddelde hoeveelheid tijd die er gekeken wordt naar specifieke
verliesgerelateerde beeldwoordcombinaties (overledene + verliesgerelateerd
woord) in de 9500 ms na de eerste 500 ms;
c) de gemiddelde hoeveelheid tijd die er gekeken wordt naar
verliesgerelateerde woorden in de eerste 500 ms;
d) de gemiddelde hoeveelheid tijd die er gekeken wordt naar
verliesgerelateerde woorden in de 9500 ms na de eerste 500 ms;
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire uitkomstmaten zijn:
a) de proportie eerste fixaties van de deelnemer op specifieke
beeldwoordcombinaties (overledene + verliesgerelateerd; overledene + neutraal;
overledene + negatief; onbekende + verliesgerelateerd; onbekende + neutraal;
onbekende + negatief);
b) de gemiddelde hoeveelheid woorden die correct worden herinnerd
(verliesgerelateerd, neutraal en negatief);
c) de gemiddelde hoeveelheid woorden die correct worden herkend
(verliesgerelateerd, neutraal en negatief)
d) de gemiddelde emotionele oordelen op Self-Assessment Manikins (valentie,
intensiteit en dominantie) voor ieder type beeldwoordcombinaties (overledene +
verliesgerelateerd; overledene + neutraal; overledene + negatief; onbekende +
verliesgerelateerd; onbekende + neutraal; onbekende + negatief).
e) het gemiddelde verschil in pupildilatie in millimeters voor ieder type van
beeldwoordcombinaties (overledene + verliesgerelateerd; overledene + neutraal;
overledene + negatief; onbekende + verliesgerelateerd; onbekende + neutraal;
onbekende + negatief).
Achtergrond van het onderzoek
Het verlies van een dierbare is een van de meest stressvolle
levensgebeurtenissen die een persoon kan meemaken. Hoewel de meeste personen
het rouwproces doorlopen zonder professionele interventie, ontwikkelen sommige
mensen complicaties in hun rouwproces en/of fysieke en mentale
gezondheidsproblemen. Onderzoek heeft aangetoond dat ruminatieve gedachten
mogelijk een van de centrale factoren zijn die verliesverwerking negatief
beïnvloeden. Ruminatie tijdens verliesverwerking bestaat uit repetitieve
gedachten over de gebeurtenissen die naar het verlies geleid hebben, redenen
waarom het verlies plaatsvond en emotionele en fysieke consequenties van het
verlies. Hogere ruminatie bij rouwende mensen heeft verbanden met verlaagd
welzijn en hogere depressie en angst. Hoewel de negatieve effecten van
ruminatie tijdens rouw uitgebreid bestudeerd zijn, blijft het onduidelijk wat
de functie van ruminatie is. Veel onderzoekers denken dat het een
confrontatiestrategie is. Zij geloven dat rouwende personen zichzelf
herhaaldelijk confronteren met de realiteit van het verlies en dat zij door
deze herhaalde blootstelling het verlies geleidelijk een plek kunnen geven.
Deze interpretatie is recent echter in twijfel getrokken. Sommige onderzoekers
stellen nu dat ruminatie gelijk is aan vermijding. Volgens deze onderzoekers
denken rouwende mensen herhaaldelijk aan redenen voor het verlies, waarom het
verlies heeft plaatsgevonden en de consequenties van het verlies om niet aan de
realiteit van het verlies na te denken. Als zodanig ontwricht en verlengt
ruminatie het rouwproces. De huidige studie wil verhelderen of ruminatie
tijdens rouw confrontatie of vermijding van de realiteit van het verlies is
door de aandachtspatronen van rouwenden te onderzoeken voor verliesspecifieke
stimuli.
Het bestuderen van aandacht is een algemeen geaccepteerde en rigoreuze methode
om vermijding en confrontatie te bestuderen. Oogregistratie is op dit moment de
meest geavanceerde wijze om aandachtspatronen te onderzoeken (voor een
voorbeeld in een ander veld: Rinck & Becker, 2006). In deze studie wordt het
tijdspatroon van aandacht van rouwende mensen voor specifieke rouwgerelateerde
stimuli voor het eerst vastgelegd met behulp van twee oogregistratietaken. Wij
verwachten hierbij dat rouwende mensen die meer rumineren een sterker angstig
vermijdend patroon van aandacht laten zien voor verliesspecifieke stimuli. Dit
betekent dat hoe hoger zij scoren op ruminatie, hoe sterker zij initiële
verhoogde aandacht (vigilantie) en daaropvolgend verminderde aandacht
(vermijding) van angstrelevante stimuli (d.w.z. verliesgerelateerde stimuli)
zullen vertonen.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van de studie is vaststellen of mensen die hoger scoren op
ruminatie een sterker aandachtspatroon van vigilantie en vermijding vertonen
voor verliesgerelateerde stimuli. We verwachten dat ruminatie bij rouw een
positieve relatie vertoont met de hoeveelheid tijd die er onbewust naar
verliesgerelateerde stimuli wordt gekeken (d.w.z. in de eerste 500 ms), wat een
indicatie is voor initiële vigilantie. We verwachten een negatieve lineaire
relatie met de hoeveelheid tijd die er bewust naar verliesgerelateerde stimuli
wordt gekeken (d.w.z. in de 9500 ms na de eerste 500ms), wat een indicatie is
voor vermijding.
Onderzoeksopzet
De studie is een 'within subjects' experimentele studie die bestaat uit vier
fasen. In de eerste fase vullen deelnemers zes vragenlijsten in
(respectievelijk over achtergrondinformatie, depressie, rouwcomplicaties,
posttraumatische stress, depressieve ruminatie en ruminatie bij rouw). In de
tweede fase krijgen deelnemers twee oogregistratietaken ('eye tracking tasks').
In de derde fase maken de deelnemers twee geheugentaken; een herinneringstaak
en een herkenningstaak. In de vierde fase krijgen de deelnemers een emotionele
beoordelingstaak. Voor de eerste fase doorlopen de deelnemers een procedure
voor geïnformeerde toestemming en na de laatste fase wordt er een afsluitend
gesprek met de deelnemers gevoerd. De gehele procedure duurt ongeveer een uur.
Inschatting van belasting en risico
Een centraal aspect van deze studie, het blootstellen van deelnemers aan
verliesgerelateerde stimuli, kan beschouwd worden als een intrusieve procedure.
Deze keuze wordt echter weloverwogen genomen. Alle procedures die worden
gebruikt in de huidige studie zijn succesvol toegepast in eerder onderzoek naar
verliesverwerking en zelfs posttraumatische stress, zonder dat dit negatieve
gevolgen had voor de participanten. Om de kans op negatieve emotionele reacties
van participanten nog verder te verminderen, worden mensen die recent een
verlies hebben ervaren (d.w.z. minder dan 6 maanden geleden) uitgesloten van
deelname. Hoewel de negatieve gevolgen voor participanten waarschijnlijk laag
zullen zijn, is de wetenschappelijke en klinische relevantie van het onderzoek
zeer hoog. Inzicht in ruminatie en vermijding bij rouwende mensen is cruciaal
voor het begrijpen van de ontwikkeling en persistentie van rouwcomplicaties in
het rouwproces. Bovendien zullen de uitkomsten van deze studie mogelijk
richting geven aan de ontwikkeling van therapeutische interventies voor
rouwende mensen. Meer specifiek: als ruminatie confrontatie is, zouden
therapeutische interventies voor rouwenden zich sterker moeten richten op
afleiding, terwijl als ruminatie vermijding is, zouden therapeutische
interventies zich sterker moeten richten op confrontatie (zie ook HS 8.3 van
het protocol).
Algemeen / deelnemers
Heidelberglaan 1
3584 CS Utrecht
NL
Wetenschappers
Heidelberglaan 1
3584 CS Utrecht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
De deelnemer moet 18 jaar of ouder zijn.
De deelnemer heeft een goede beheersing van de Nederlandse taal.
De deelnemer heeft een verlies van een ouder, kind, partner, broer of zus meegemaakt.
De deelnemer heeft dit verlies meer dan 6 maanden geleden maar minder dan 4 jaar geleden meegemaakt.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
De deelnemer geeft aan serieuze suïcidale intenties te hebben.
De deelnemer lijdt aan psychoses en/of schizofrenie.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL33548.097.10 |