Spiersynergieën tijdens reikbewegingen van CVA-patiënten

Bij veel patiënten die een beroerte hebben gehad is het motorisch functioneren
veranderd. Onderliggende mechanismen van deze motorische veranderingen zijn nog
onvoldoende bekend. Spieractivatie patronen, verantwoordelijk voor de productie
van bewegingen, moeten worden bestudeerd om inzicht in bewegingssturing te
krijgen. Koppelingen van spieractivatie patronen (spier synergieën) zijn in
eerdere studies gevonden in spieractivatie patronen in niet-aangedane personen.
Om inzicht te verkrijgen in de motor controle van patiënten met een beroerte,
moeten spier synergieën ook in deze populatie worden bestudeerd. Door het
vergelijken van de aanwezigheid van synergieën in patiënten met een beroerte en
niet-aangedane personen en het relateren van de bevindingen aan het getoonde
bewegingsgedrag wordt inzicht verkregen in de rol van spier synergieën in de
productie van veranderd motorisch gedrag in patiënten met een beroerte.
Revalidatie is van belang om de armfunctie te trainen, om alledaagse
activiteiten uit te kunnen voeren. Inzicht in motor controle van patiënten met
een beroerte kan helpen om de revalidatie programma*s te verbeteren.

Het doel van de huidige studie is het identificeren van koppelingen van
spieractivatie patronen (spier synergieën) in reikbewegingen van patiënten die
een beroerte hebben gehad. Inzicht in de motor controle van deze patiënten kan
bijdragen aan het verbeteren van de aangedane arm functie door het verbeteren
van de revalidatie training.

De studie heeft een cross-sectioneel design. Spieractivatie patronen en
kinematica van de arm en schouder worden gemeten tijdens verschillende
condities van een reiktaak, uitgevoerd op verschillende snelheden, tijdens één
meetsessie. De deelnemers krijgen geen interventie.

De risico*s voor de deelnemers zijn beperkt tot een minimum, aangezien de
bewegingstaken bestaan uit functionele en bekende armbewegingen en worden
uitgevoerd binnen de mogelijkheden van de deelnemer, terwijl hij/zij zit.
Bovendien zijn de metingen in deze studie (EMG, bewegingsanalyse, functionele
schalen) allemaal non invasief en brengen zo geen risico met zich mee voor de
deelnemers.