De primaire vraagstelling is hoe vaak er bij personen met een niertransplantaat en de daarbij behorende afweer onderdrukkende medicatie een (mucosale) immuunrespons optreedt na vaccinatie met Dukoral. Secundaire vraagstellingen zijn: (1) of de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselinfecties
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Immunogeniciteit zal op drie manieren worden gemeten op dag 28 na de
vaccinatie: (1) IgA en IgG antilichaam titer tegen rCTB in het serum, gemeten
met Enzyme Immuno Assay (EIA), (2) het aantal IgA en IgG producerence
B-lymfocyten in het bloed gemeten met Enzyme-Linked ImmunoSPOT (ELISPOT), (3)
IgA antilichaam titer in het speeksel.
Secundaire uitkomstmaten
Immunogeniciteit zal op drie manieren worden gemeten op dag 28 na de
vaccinatie: (1) IgA en IgG antilichaam titer tegen rCTB in het serum, gemeten
met Enzyme Immuno Assay (EIA), (2) het aantal IgA en IgG producerence
B-lymfocyten in het bloed gemeten met Enzyme-Linked ImmunoSPOT (ELISPOT), (3)
IgA antilichaam titer in het speeksel.
Achtergrond van het onderzoek
Dukoral (SBL Vaccin AB) is een geregistreerd vaccin, dat gedode gehele Vibrio
cholerae 01-bacteriën en het recombinante cholera toxine-B subunit bevat
(rCTB). Dit vaccin geeft een kruisbescherming tegen het hittelabiele toxine
(LT) van de enterotoxine producerende Escherichia coli (ETEC). Omdat LT-ETEC de
meest voorkomende oorzaak van reizigersdiarree is biedt Dukoral een zekere mate
van bescherming tegen reizigersdiarree. In Nederland wordt het vaccin slechts
sporadisch aan reizigers geadviseerd omdat het reizigersdiarree niet voorkomt
en omdat reizigersdiarree in het algemeen geen ernstige morbiditeit
veroorzaakt. Sommige reizigers, zoals mensen met een niertransplantaat, zijn
kwetsbaarder voor uitdroging door diarree. Omdat Dukoral met name de duur van
de episode met diarree verkort, zou het een gezondheidsvoordeel kunnen bieden
voor deze kwetsbare groep. Derhalve wordt het in Duitsland voorgeschreven aan
immuungecompromitteerden. Door het gebruik van immunosuppressiva hebben mensen
met een niertransplantaat echter een verminderde afweer en een verminderde
respons op vaccinaties. Het is niet bekend of personen die immunosuppressiva
gebruiken een immuunrespons vertonen na vaccinatie met Dukoral. Een jaar na
transplantatie gebruiken de meeste niertransplantatiepatiënten, die in het LUMC
zijn behandeld, ter voorkoming van afstoting van het transplantaat een
combinatie van twee middelen, te weten prednison met ofwel een calcineurine
remmer (CNI) (cyclosporine of tacrolimus), ofwel mycofenolaat mofetil (MMF)
ofwel een mTOR-inhibitor (MTORi) (everolimus of sirolimus). Het is bekend dat
de immuunrespons na (griep)vaccinatie sterk verminderd is bij gebruik van CNI
en MMF. Er zijn aanwijzingen dat de mTORi sirolimus de immuunrespons na
vaccinatie juist versterkt. Over de immuunrespons na vaccinatie bij gebruik van
everolimus is niets bekend.
Doel van het onderzoek
De primaire vraagstelling is hoe vaak er bij personen met een niertransplantaat
en de daarbij behorende afweer onderdrukkende medicatie een (mucosale)
immuunrespons optreedt na vaccinatie met Dukoral. Secundaire vraagstellingen
zijn: (1) of de remming van de immuunrespons minder uitgesproken is bij het
gebruik van CNI of MMF of een mTORi; (2) wat de hoogte van de immuunrespons is
bij respectievelijk de groep met CNI, MMF en mTORi vergeleken met de respons
bij gezonde vrijwilligers.
Onderzoeksopzet
Een 'single centre' interventie studie om de immuunrespons op Dukoral te meten
bij mensen met een niertransplantaat en bij een groep gezonde vrijwilligers.
Beide groepen zullen via een brief, gestuurd door het secretariaat Nierziekten
in maart 2010, uitgenodigd worden om deel te nemen aan dit onderzoek. Bij
onvoldoende respons zullen degenen die een brief hebben ontvangen en niet
hebben gereageerd, 2 weken na het verzenden van de brief éénmalig worden gebeld
door één van de onderzoekers.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Dukoral (SBL Vaccin AB) 3ml (3 ml van de suspensie bevat 1x1011 geïnactiveerde bacteriën van Vibrio cholerae O1 en 1 mg recombinant choleratoxine-B-subunit). Volledige vaccinatie bestaat uit 2 doses; eerste dosis op dag 0 en tweede dosis op dag 14.
Inschatting van belasting en risico
De proefpersonen dienen 2 maal het LUMC te bezoeken en worden 1 keer gebeld. Er
zal in totaal 68 ml bloed worden afgenomen verdeeld over 2 bezoeken (2 maal 34
ml), daarnaast wordt 2 maal speeksel afgenomen. Er zullen gegevens worden
verzameld tijdens elk van de twee bezoeken. Er zal twee maal een geregistreerd
oraal vaccin worden toegediend (1 uur voor en na elke vaccinatie mogen de
proefpersonen niet eten/drinken).
Het vaccin veroorzaakt soms (0,1-1%) hoofdpijn, buikpijn, buikkramp, diarree en
gasvorming. De symptomen zijn van tijdelijke aard en behoeven geen behandeling.
Zelden (0,01-0,1%) worden koorts, malaise, misselijkheid, braken, verminderde
eetlust, duizeligheid, rhinitis en hoesten gerapporteerd. Zeer zelden (< 0,01%)
is er sprake van dyspepsie, keelpijn, dehydratie, sufheid, slapeloosheid,
flauwvallen, verminderde smaak, zweten, exantheem, gewrichtspijn, vermoeidheid
en rillingen. Er is geen reden om te vermoeden dat er voor
immuungecompromitteerde mensen een groter risico is op bijwerkingen of
morbiditeit ten gevolge van het nemen van Dukoral dan bij gezonde personen.
Algemeen / deelnemers
Albinusdreef 2
2333 ZA Leiden
NL
Wetenschappers
Albinusdreef 2
2333 ZA Leiden
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Niertransplantatiepatiënt of gezonde vrijwilliger boven de leeftijd van 18 jaar
2. Creatinine klaring >= 40 ml/min gemeten in de afgelopen 6 maanden vooraf aan de eerste vaccinatie
3. Stabiele nierfunctie gedurende 1 jaar vooraf aan inclusie
4. Stabiel immunosupressief regime calcineurineremmer, mycofenolaat of mTORi in combinatie met prednison gedurende 3 maanden vooraf aan inclusie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Een chronische aandoening die het immuunsysteem beïnvloedt, anders dan een niertransplantatie. Hiertoe horen onder andere de systeemziekten SLE, ANCA geassocieerde vasculitis, Goodpasture, Henoch Schonlein, cryoglobulinemie, vasculitis secundair aan een andere aandoening, polyarteriitis nodosa en immuundeficiënties zoals een IgA deficiëntie.
2. Een chronische infectie
3. Rejectie behandeling in het jaar vooraf aan inclusie
4. Een eerdere vaccinatie met Dukoral of een ander oraal cholera vaccin
5. Een vroegere infectie met Vibrio cholerae
6. Een episode diarree tijdens een reis in het buitenland in de 6 maanden voorafgaand aan dit onderzoek
7. Een bekende of vermoede allergie tegen bestandsdelen van het vaccin
8. Voorgeschiedenis van een ernstige allergische reactie na een vaccinatie
9. Toediening van plasma of bloed producten drie maanden voorafgaand aan dit onderzoek
10. Zwangerschap of actuele kinderwens (bij navraag op moment van screening)
11. Pre-menopausale vrouwen die niet bereid zijn anticonceptiva te gebruiken gedurende de eerste 60 dagen na de vaccinatie
12. Vrouwen die borstvoeding geven
13. Gebruik van medicatie die de afweer kan onderdrukken anders dan een calcineurineremmer, mycofenolaat, mTORi of prednison op het moment van inclusie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2010-018377-38-NL |
CCMO | NL28010.058.10 |