1. Begrip vergroten van de cognitieve en neurale mechanismen die ten grondslag liggen aan emotiedysregulatie in de borderline persoonlijkheidsstoornis. 2. Begrip vergroten van de cognitieve en neurale mechanismen van dialectische gedragstherapie in…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Persoonlijkheids- en gedragsstoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Tijdens de uitvoering van de PIT taak worden gedrags- (keuze en uitvoering van
handeling), psychophysiologische- (huidgeleiding en pupil diameter middels
eyetracking)en functionele MRI data verzameld. We bekijken tevens succes van de
behandeling (middels twee vragenlijsten: Outcome Questionnaire en Borderline
Personality Disorder Severity Index).
Secundaire uitkomstmaten
Resultaten zullen niet alleen gelinkt worden aan de ernst van de borderline
persoonlijkheidsstoornis,maar ook aan gevalideerde zelf-rapportage maten die
beloning- en strafgevoeligheid, angst (zowel de huidige staat net na het
scannen als wel angstige persoonlijkheidstrekken), impulsiviteit en delay
discounting. Al deze maten hebben waarschijnlijk effect op de instrumentele
leerfase, de Pavloviaanse conditioneringsfase, als wel op de PIT fase.
Achtergrond van het onderzoek
Stoornissen die worden gekenmerkt door agressie en impulsiviteit hebben een
grote invloed op zowel de maatschappij als wel op het individu en hun omgeving.
De borderline persoonlijkheidsstoornis, die sterk geassocieerd is met impulsief
en agressief gedrag, is een ernstige psychiatrische aandoening die bij 1-2% van
de bevolking voorkomt. De functionele belemmeringen die deze stoornis met zich
meebrengt zijn groot. Dit leidt mede to het hoge percentage volbrachte
suicides in deze patiëntengroep: dit wordt geschat op 10%. Daarbij doet deze
patiëntengroep een onevenredig groot beroep op zowel de klinische als
ambulante psychiatrische patiëntenzorg; zij consumeren meer zorg dan andere
psychiatrische patiëntengroepen.
Een cognitieve neuropsychiatrische benadering is belangrijk voor het begrijpen,
ontwikkelen en optimaliseren van behandeling voor deze complexe
neuropsychiatrische aandoening. In de lijn van recente bevindingen op dit
gebied, verwachten wij dat individuele variabiliteit in effectiviteit van
behandeling kan worden gekwantificeerd en voorspeld door objectieve indicatoren
van (pathologische) cognitief-affectieve processen en hun neurale mechanisme.
Emotiedysregulatie wordt gezien als de kern van het psychologische,
pathologische proces in patienten met borderline persoonlijkheidsstoornis.
Vanuit dit perspectief hebben wij een fMRI-compatibel Pavloivaans-instrumentele
transfer (PIT) taak ontwikkeld. Deze taak is gericht op emotinele/affectieve
regulatie van doelgericht, instrumenteel gedrag op een basaal neurocognitief
niveau.
PIT heeft betrekking op het fenomeen dat Pavloviaanse stimuli (stimuli die
beloning en straf voorspellen) instrumenteel gedrag beïnvloeden. Bijvoorbeeld,
aversieve stimuli (die straf voorspellen) remmen appetitieve (begerende)
instrumentele gedragingen (zoals een object benaderen), terwijl deze stimuli
aversieve gedragingen (zoals actief ontwijken of terugtrekken) versterken. De
Pavloviaans geconditioneerde stimuli kunnen gezien worden als emotionele
stimuli, omdat zij de waardeschatting van andere stimuli beinvloeden: deze
invloed op de positieve en negatieve waardeschatting van andere stimuli is een
essentiële eigenschap van emoties. Dit is de eerste studie die in patienten met
borderline perssolijkheidsstoornis interacties onderzoekt tussen experimenteel
gecontroleerde aversieve en appetitieve processen en instrumentele
besluitvorming onderzocht. Dit wordt gedaan middels een fMRI-compatibele PIT
taak die voor en na therapie afgenomen wordt.
De PIT taak in combinatie met fMRI maakt het mogelijk om neurocognitieve
hypotheses met betrekking tot de pathofysiologie van borderline
persoonlijkheidsstoornis te onderzoeken en tevens om de neurocognitieve werking
van dialectiesche gedragstherapie te toetsen. Het is van belang deze therapie
ook neurocognitief te evalueren, omdat het wereldwijd een van de meest
gebruikte en succesvolle therapieën is voor borderline
persoonlijkheidsstoornis. Een verscherpte indicatiestelling en beter begrip van
deze therapie precies bewerkstelligd kan van groot belang zijn. Onze PIT taak,
die gericht is op emotieregulatie, is de geëigende taak om deze therapie te
onderzoeken, omdat emotieregulatie ook het centrale aangrijpingspunt is van
deze therapie.
Beeldvormend neuraal onderzoek naar borederline persoonlijkheidsstoornis wijzen
opeen dysfunctionerend fronto-striataal inhibitie systeem. Dit systeem bestaat
onder andere uit de ventromediale en orbitofrontale cortex, amygdala en het
striatum. Met name dierexperimenteel onderzoek laat zien dat deze structuren
samen met de nucleus accumbens ook essentieel zijn voor PIT.
Wij voorspellen dat borderline persoonlijkheidsstoornis gekarakteriseerd wordt
door niet alleen een stoornis in het verwerken van aversieve informatie op
zich, en ook niet alleen door een gestoorde instrumentele besluitvaardigheid op
zich, maar veeleer door een onvermogen om doelgericht, instrumenteel gedrag op
een adaptieve wijze te laten informeren en bijsturen door Pavloviaanse
informatie. Wij voorspellen dat met name de impact van aversieve Pavloviaanse
informatie, en niet appetitieve Pavloviaanse informatie, verstoord is. Dus wij
verwachten dat patiënten met borderline persoonlijkheidsstoornis een grotere
inhibitie in benaderingsgedrag laten zien en een grotere versterking van
terugtrekgedrag in de context van alleen aversieve stimuli. Wij verwachten dat
dit afwijkende gedrag gepaard gaat met afwijkende werking van de amygdala en
vmPFC/OFC en een gecompromitteerde fronto-limbische connectiviteit. Daarbij
voorspellen we dat dialectische gedragstherapie deze connectiviteit zal
verbeteren door toename van frontale controle. Daarenboven, zullen we, in lijn
met deze hypotheses, onderzoeken of fronto-limbische connectiviteit
prognostisch is voor het succes van behandeling.
Doel van het onderzoek
1. Begrip vergroten van de cognitieve en neurale mechanismen die ten grondslag
liggen aan emotiedysregulatie in de borderline persoonlijkheidsstoornis.
2. Begrip vergroten van de cognitieve en neurale mechanismen van dialectische
gedragstherapie in de borderline persoonlijkheidsstoornis. Dit doel is
tweeledig: (i) het beschrijven van specifieke neurale mechanismen die ten
grondslag liggen aan de het behandelingssucces van dialectische gedragstherapie
and (ii) het ontdekken van individuele, prognostische, functionele
neurocognitieve markers.
Onderzoeksopzet
Een exploratief observationeel onderzoek (inclusief niet-experimenteel
geinduceerde interventie) met voor leeftijd, geslacht en intelligentie
gematchte controle proefpersonen zal uitgevoerd worden met fMRI voor neurale
metingen. Er zullen vloeibare oplossingen gebruikt worden voor straf en
beloning. Er zullen twee fMRI scansessies zijn: een voor de start van
dialectische gedragstherapie en een daarna. Beide sessies hebben vergelijkbare
procedures. De hoofdtaak (PIT) maakt het mogelijk om de invloed van beloning-
en straf voorspellende stimuli op actief doelgericht benaderings- en
terugtrekgedrag te onderzoeken. Huidgeleiding en pupildilatatie metingen zullen
worden verkregen om autonome reactiviteit op de verschillende stimuli te meten.
Er zullen verschillende relevante vragenlijsten en neuropsychologische tests
afgenomen worden om te controleren voor bijvoorbeeld verschillen in aandacht.
Inschatting van belasting en risico
Samen met de deelnemer worden drie afspraken ingepland. Tijdens en voorafgaand
aan de eerste afspraak krijgen deelnemers informatie en worden zij gevraagd om
vragenlijsten in te vullen, deel te nemen aan een diagnostische interview (voor
patienten is dat in de kliniek al gebeurd) een er zal zo mogelijk een
structurele MRI scan gemaakt worden. Tijdens de tweede afspraak, zullen
deelnemers de experimentele PIT taak uitvoeren terwijl er fMRI data verzameld
wordt. De derde afspraak zal hetzelfde zijn als de tweede afspraak, maar
gepland worden na behandeling met dialectische gedragstherapie afgerond is
(voor gezonde controles zal dit na een wachttijd van ongeveer 9 maanden zijn).
Ook tijdens deze sessies zullen vragenlijsten met betrekking tot psychologische
dimensies die door de therapie/over de tijd (9 maanden) kunnen veranderen
afgenomen worden. Het verzamelen van gegevens zal plaats vinden op het Donders
Centre for Cognitive Neuroimaging. Er zijn geen speciale risico*s aan dit
onderzoek verbonden.
Algemeen / deelnemers
Kapittelweg 29
6525 EN Nijmegen
NL
Wetenschappers
Kapittelweg 29
6525 EN Nijmegen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
* leeftijd boven de 18
* Group 1: patienten die voldoen aan de DSM-IV criteria voor borderline persoonlijkheidsstoornis die in de 'pretreatment' groep voor dialectische gedragstherapie zitten bij de afdeling Psychiatrie van het RUNMC.
* Groep 2: conrole proefpersonen, gematched voor leeftijd, geslacht en intelligentie, die niet voldoen aan de DSM-IV criteria voor borderline persoonijkheidsstoornis.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patienten:
we excluderen patienten met bijvoorbeeld stemmings- of eetstoornissen niet, omdat deze stoornissen meer regel dan uitzondering zijn in borderline persoonljkheidsstoornis. De twee meest belagnrijke redenen hiervoor zijn: (i) de subgroep van patienten met borderline persoonlijkheidsstoornis die gevormd wordt als we de meerderheid (met veel voorkomende comorbiditeit) exlcuderen is niet representatief meer voor de klinische populatie; (ii) we zijn primair geinteresseerd in de effectiviteit van de dialectische gedragstherapie voor de hele populatie van borderline persoonlijkheidsstoornis patienten, in tegenstelling tot een kleine subgroep. Dat deze benaderingswijze geaccepteerd wordt in de leidende literatuur (high impact journals) over borderilne persoonlijkheidsstoornis kan bijvoorbeeld gezien worden in publicaties in van Silbersweig en collega's over dit onderwerp. ;Gezonde controles:
* recidivirende depressieve stoornis of enkelvoudige depressie stoornis binnen 5 jaar volgens DSM-IV
* andere stemmints (bijvoorbeeld bipolaire stoornis), angst (e.g. sociale phobie), psychotische (e.g. waanstoornis, schizofrenie), pervasieve ontwikkelings- (e.g. autistiforme spectrum stoornissen), aandachts-tekort- (e.g. ADHD), eet- (e.g. anorexia nervosa) of peroonlijkheidsstoornissen.
* (huidig) middelen misbruik of afhankelijkheid
* eerste graads familieleden met DSM IV as I stoornis: schizofrenie, schizofreniforme stoornis of met bipolaire stoornis, ADHD of borderline persoonlijkheidsstoornis.
* mentale retardatie.;Zowel patienten als gezonde controles:
Algemene exclusie criteria voor fMRI:
geen mogelijkheid om informed consent te geven, metalen implantaten of splinters, chirurgische clips, prothesen, kunstmatige hartkleppen, claustrophobie, electronische apparatuur in het lichaam, zwangerschap of epilepsie. ;Patienten met borderline persoonlijkheidsstoornis:
Bipolaire stoornis, dementie, schizofrenie, waanstoornis, schizofreniforme stoornis, shizoaffectieve stoornis, gedeelde psychotische stoornis, pervasieve ontwikkelingsstoornis.
* huidige afhankelijkheid van middelen.
* eerste graads familieleden met DSM IV as I diagnose voor schizofrenie of schizofreniforme stoornis.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL36001.091.11 |