Dit prospectief onderzoek beoogt een antwoord te geven op de volgende hoofdvraag: *Leidt geïsoleerde dynamische weerstandstraining van lumbale extensorspieren tot een vermindering van multifidusatrofie en wordt derhalve een toename van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Spieraandoeningen
Synoniemen aandoening
Aandoening
aspecifieke lagerugpijn
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Imaging van de multifidusspier kan worden gedaan middels ultrasound, CT en MRI.
Ultrasound kan alleen voor oppervlakkige spieren worden gebruikt en heeft een
lage resolutie, waardoor weefseltype discriminatie bemoeilijkt wordt. CT en MRI
hebben een hoge resolutie en hebben daardoor een goede weefseltype
discriminatie. Gezien de stralenbelasting van CT is MRI de meest aangewezen
methode voor dit onderzoek. De metingen worden gedaan door manueel de omtrek
van de multifidusspier af te tekenen. Aan de hand van deze meetwaarden worden
de oppervlakten van de spier berekend. Vetinfiltratie in de multifidusspier
wordt ingedeeld volgens standaard criteria:
- Normaal/mild (< 10% van het oppervlakte vervangen door vet)
- Matig (10-50% van het oppervlakte vervangen door vet)
- Ernstig (> 50% van het oppervlakte vervangen door vet)
Om de toestand van de multifidus in het verloop van de tijd vast te stellen, is
het van belang het vetpercentage te kwantificeren. In de literatuur wordt de
term functional cross-sectional area (FCSA) veelal gebruikt voor de toestand
van de multifidus. De FCSA is het oppervlakte van spierweefsel geïsoleerd van
vet.
Secundaire uitkomstmaten
Voor de kwantificering van het niveau van functionele (ADL-)beperkingen door de
lagerugpijn zullen bij iedere onderzoeksdeelnemer op de drie meetmomenten de
volgende internationaal gevalideerde vragenlijsten worden afgenomen: de
Roland-Morris Disability Questionnaire (RDQ) en de vragenlijst Patiënt
Specifieke Klachten (PSK). Fysiotherapie MTG gebruikt deze vragenlijsten voor
alle patiënten.
Achtergrond van het onderzoek
Aspecifieke lagerugpijn is een veelvoorkomende klacht; 60 tot 80 procent van de
Westerse bevolking zal hiervan een episode doormaken gedurende het leven. De
lumbale multifidusspier blijkt een rol te spelen in aspecifieke lagerugpijn.
Bij 80 procent van de mensen met aspecifieke lage rugklachten wordt
multifidusatrofie gezien. Recentelijk is gebleken dat lagerugpijn het meest
effectief behandeld kan worden middels reactivatie en versterking van de
kleinere spieren van de rug om lange termijn stabilisatie van de wervelkolom te
verbeteren. OriGene ontwikkelde een geïsoleerde lagerugtraining met positieve
klinische resultaten bij patiënten met aspecifieke lagerugpijn. Om het effect
van deze therapie te kunnen doorgronden, is het relevant om te onderzoeken wat
de invloed van deze therapie op de toestand van de multifidusspier is.
Doel van het onderzoek
Dit prospectief onderzoek beoogt een antwoord te geven op de volgende
hoofdvraag: *Leidt geïsoleerde dynamische weerstandstraining van lumbale
extensorspieren tot een vermindering van multifidusatrofie en wordt derhalve
een toename van multifidusoppervlakte en vermindering van multifidusvervetting
gezien?*
Secundaire vraagstelling: *Zijn er aanwijzingen voor een relatie tussen
vermindering in multifidusatrofie en zelfervaren functionele rugklachten?*
Het gaat om een pilotstudy, als uit dit kleinschalig onderzoek een mogelijk
positief resultaat komt, zal het worden uitgebreid naar een volwaardige studie
met een grotere populatie. Derhalve is gekozen voor een steekproefgrootte van
20 proefpersonen.
Onderzoeksopzet
De patiënten worden aan het begin van het onderzoek gescand middels MRI
(basismeting), waarbij oppervlakten en vetpercentages van de multifidusspier
worden gemeten. Dit gebeurt in het axiale vlak op drie niveaus, ter plaatse van
de disci L3-L4, L4-L5 en L5-S1. Bij deze 20 minuten durende scan zullen zij
tevens een gevalideerde vragenlijsten over het niveau van functionele (ADL-)
beperkingen door de lagerugpijn invullen. Na deze scan zullen de patiënten
gedurende tien weken één maal per week een geïsoleerde dynamische
weerstandstraining ondergaan, waarbij onder andere de lumbale extensorspieren
worden getraind. Ze zullen geen andere therapie ondergaan. Na deze tien weken
wordt het interval van training afhankelijk van de behoefte aangepast.
Dertien respectievelijk zesentwintig weken na de basismeting wordt een tweede
respectievelijk derde MRI scan vervaardigd, waarbij wederom op dezelfde niveaus
oppervlakten en vetpercentages van de multifidusspier worden gemeten. Wederom
worden gevalideerde vragenlijsten over lagerugpijn ingevuld.
Op basis van dit onderzoek zal het effect worden bepaald van de geïsoleerde
dynamische weerstandstherapie op het oppervlakte en vervetting van de
multifidusspier. Tevens zal middels de vragenlijsten worden vergeleken met de
ernst van de aspecifieke lagerugpijn klachten.
Het gaat om een pilotstudy. Als controle wordt voor 5 van de 20 patiënten een
extra meetmoment ingelast waarbij middels MRI oppervlakte en vetpercentages van
de multifidusspier worden gemeten. Dit zal 4 weken voor de basismeting
plaatsvinden. De patiënten ondergaan dan nog geen therapie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De deelnemers zullen gedurende tien weken één maal per week een geïsoleerde dynamische weerstandstraining ondergaan, waarbij onder andere de lumbale extensorspieren worden getraind. Ze zullen geen andere therapie gericht op de rugspieren ondergaan en krijgen geen restricties opgelegd voor medicatie. Na deze tien weken wordt het interval van training afhankelijk van de behoefte aangepast. Behoudens de MRI-scans verandert er voor hen niets aan de behandeling die zij anders ook zouden krijgen.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten ondergaan een dynamische geïsoleerde lumbale extensor
weerstandstraining en een drie- of viertal MRI-scans. De training zal
plaatsvinden onder directe begeleiding van een fysiotherapeut. De MRI-scans
brengen geen stralenbelasting met zich mee en er zal geen contrast worden
toegediend. Voordat een proefpersoon wordt geïncludeerd wordt gevraagd of
hij/zij last van claustrofobie heeft en of hij/zij metaal (bijvoorbeeld
pacemaker of metaalsplinter in het oog) in het lichaam heeft.
Algemeen / deelnemers
Koekoekslaan 1
3435 CM Nieuwegein
NL
Wetenschappers
Koekoekslaan 1
3435 CM Nieuwegein
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Geslacht: man
- Leeftijd: ouder dan 30 jaar
- Symptomen: aspecifieke lagerugpijn sinds 12 weken of langer.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Geslacht: vrouw
- Leeftijd: jonger dan 30 jaar.
- Voorgeschiedenis met een chirurgische ingreep op lumbaal niveau, myopathie, spierdystrofie, spinale deformiteit, idiopathische scoliose, vertebrale fracturen, congenitale malformaties, ernstige hernia die geopereerd dient te worden, spondylolyse, osteoporose, wervelmetastase en de ziekte van Bechterew. Vanwege lichamelijke belasting tijdens therapie zijn de volgende exclusiecriteria opgesteld: angina pectoris, slecht behandelbare hypertensie, slecht behandelbare diabetes mellitus, epilepsie, actieve reuma, ernstige neurologische degeneratieve ziekten zoals multipele sclerose en ernstige bloedstollingstoornissen.
- MRI contraindicaties: claustrofobie, metaal in het lichaam (bijvoorbeeld pacemaker of splinter in het oog).
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL35526.100.11 |