De doelen van het onderhavige onderzoek zijn de volgende:1. Aantonen dat het cerebellaire volume bij volwassen personen met ontwikkelingsdyslexie abnormaal is (ALT: *afwijkt van wat in de normale populatie wordt gevonden*).2. Aantonen dat een…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
Developmental dyslexia
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
(a) Scores van de proefpersonen op tijdschatting-, visuo-spatiële en verbale
werkgeheugentaken; (b) omvang en toestand van witte-stofstructuren die vanuit
en naar het cerebellum projecteren.
Secundaire uitkomstmaten
Scores van proefpersonen op timing, visuo-ruimtelijke taken, en verbaal
werkgeheugen.
Achtergrond van het onderzoek
Ontwikkelingsdyslexie is een leerstoornis met een neurologische grondslag, die
gekarakteriseerd wordt door moeilijkheden bij het accuraat en snel herkennen
van geschreven woorden, en door gebrekkige vaardigheid in spellen en lezen,
ondanks normale intelligentie, een goed functionerend gehoor, adequaat
onderwijs en afwezigheid van fysieke, emotionele of sociaal-economische
problemen (IDA, 2002). Ontwikkelingsdyslexie wordt beschouwd als een stoornis
in de verwerving van geschreven taal (lezen, spellen), die zeer waarschijnlijk
samenhangt met een verstoring in de herkenning en verwerking van spraakklanken
(*fonologisch tekort*; Snowling, 2000). Uit recent onderzoek blijkt echter dat
er ook problemen zijn op motorisch gebied. Verschillende studies rapporteren
dat mensen met dyslexie, in vergelijking met niet-aangedane proefpersonen
(controles), minder stabiel zijn in diverse balanceertaken (Fawcett, 1999;
Getchell, 2007, etc.), en langzamer in het uitvoeren van gecoördineerde
bewegingen (*peg moving*, snel wijzen; Stoodley, 2006a, 2006b; Velay, 2002).
Impliciet motorisch leren is ook verstoord (Howard, 2006; Molinari, 1997), en
verder vertonen dyslectici afwijkingen in binoculaire coordinatie, zowel bij
het lezen als bij andere visuele taken (Bucci, 2008a, b; etc.). De aansturing
van saccadische oogbewegingen lijkt evenmin normaal te zijn (Biscaldi, 1998).
De motorische vaardigheden die in bovengenoemde studies onderzocht zijn, worden
op neuro-anatomisch niveau ondersteund door het cerebellum. Beperkingen in die
vaardigheden worden gezien als klinische kenmerken van een cerebellaire
dysfunctie (Beldarrain, 1999; etc.). Op basis van deze observaties is de
Cerebellaire Deficiet Hypothese (CDH) geformuleerd, die zegt dat
ontwikkelingsdyslexie verband houdt met een functionele stoornis van het
cerebellum (Stoodley, 2009a). De CDH vindt ondersteuning in de resultaten van
structurele beeldvormende studies, die laten zien dat er bij dyslectische
kinderen en volwassenen sprake is van een geringer volume van de grijze stof in
het anterieure cerebellum, anomalieën in metaboliet-distributie in de
cerebellaire rechterhemisfeer, en een geringere connectiviteit (Brambati, 2004;
etc.). Een onderzoek met functionele beeldvorming heeft uitgewezen dat
impliciet motorisch leren bij dyslectische kinderen tot een ander
activatiepatroon in het cerebellum leidt dan bij niet-dyslectische kinderen
(Menghini, 2006). Twee volumetrische studies met kinderen en adolescenten
(Eckert, 2003; Kronbichler, 2008) laten zien dat cerebellair volume
gecorreleerd is met lees- en spelvaardigheid. Er is echter tot op heden geen
studie verricht naar de samenhang tussen cerebellair volume, motorische
vaardigheden en geschreven en gesproken taalvaardigheid bij volwassen
individuen met ontwikkelingsdyslexie. Als de CDH correct is, dan is te
verwachten dat er ook bij volwassen proefpersonen met dyslexie een verband
bestaat tussen cerebellaire volume-indices, motorische en taalvaardigheid.
Doel van het onderzoek
De doelen van het onderhavige onderzoek zijn de volgende:
1. Aantonen dat het cerebellaire volume bij volwassen personen met
ontwikkelingsdyslexie abnormaal is (ALT: *afwijkt van wat in de normale
populatie wordt gevonden*).
2. Aantonen dat een abnormaal cerebellair volume in verband staat moeilijkheden
op het gebied van motorische en taalvaardigheden.
Onderzoeksopzet
Een deel van het onderzoek bestaat uit een observationele case-control studie.
Twee groepen proefpersonen zullen vergeleken worden: een groep van 15
jong-volwassenen met ontwikkelingsdyslexie en een groep van 15 niet-aangedane
controleproefpersonen. De proefpersonen in de twee groepen worden gematcht op
leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. Alle proefpersonen ondergaan een
structureel MRI-onderzoek, m.n. gericht op volumetrische metingen, en een
batterij van gedragstests met betrekking tot taalvaardigheid en motoriek
(gedetailleerd beschreven in sectie 4.2). De morfometrische meetresultaten
m.b.t. het cerebellum van de twee groepen proefpersonen zullen vergeleken
worden. Het tweede deel van het onderzoek is een correlationele analyse, waarin
de individuele morfometrische (SIC) gegevens gecorreleerd zullen worden met de
prestaties op de motorische taken en taaltaken.
Het onderzoek zal naar verwachting in ongeveer 10 maanden uitgevoerd kunnen
worden. De voorbereidingen voor de MRI-metingen en de taal- en motorische taken
nemen ongeveer 2 maanden in beslag. Uitvoering van de experimenten duurt
ongeveer 5 maanden. Het analyseren van de gegevens zal in 3 maanden voltooid
kunnen worden.
Inschatting van belasting en risico
Het onderzoek is niet belastend. De proefpersonen moeten één keer het UMCU
bezoeken. Daar moeten ze gedurende een korte tijd (ongeveer 30 minuten)
bewegingsloos in een MRI scanner
liggen.
Algemeen / deelnemers
Heidelberglaan 100
3584 CX, Utrecht
NL
Wetenschappers
Heidelberglaan 100
3584 CX, Utrecht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Voor personen met DD:
• Officiële dyslexie verklaren.
Voor alle deelnemers:
• rechtshandigheid;
• Nederlands als moedertaal;
• Gewijzigd Rankin schaal score 0;
• Normaal of gecorrigeerd zicht.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Niet-MRI-compatibele prothesen, claustrofobie of zwangerschap;
• Neurologische of psychiatrische aandoeningen anders dan onderzocht (in het bijzonder cerebrovasculaire accidenten en ADHD);
• Onvermogen om het Universitair Medisch Centrum Utrecht of Uil-OTS lab te bezoeken;
• Broddelen of stotteren.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL34973.041.11 |